Advertentie

'Scholenbouw wordt stilgelegd'

Den Haag miljoenen investeert miljoenen in dependances van de Leidse universiteit, maar is veel minder scheutig met de financiering van de scholenbouw in het basis- en voort­gezet onderwijs. Die kritiek komt van de vicevoorzitter van de VO-raad Hein van Asseldonk, tevens collegelid van het Lucasonderwijs in Den Haag. Uit het landelijke databestand van de PO-raad blijkt dat Den Haag jaar in jaar uit maar driekwart van het huisvestingsbudget opmaakt.

20 januari 2014

Den Haag miljoenen investeert miljoenen in dependances van de Leidse universiteit, maar is veel minder scheutig met de financiering van de scholenbouw in het basis- en voort­gezet onderwijs. Bij schoolbesturen groeit de onrust, ook buiten Den Haag.

Den Haag spendeert driekwart van huisvestingsbudget

Die kritiek komt van de vicevoorzitter van de VO-raad Hein van Asseldonk, tevens collegelid van het Lucasonderwijs in Den Haag. Uit het landelijke databestand van de PO-raad blijkt dat Den Haag jaar in jaar uit maar driekwart van het huisvestingsbudget opmaakt. ‘Maar als je de gemeente daarop wijst, krijg je een boekhoudkundig verhaal over het streven naar een ideaal complex waarbij nieuwe investeringen uit afschrijvingen worden betaald’, aldus Hein van Asseldonk.

Onderwijswethouder ontkent

Gemeenten zijn sinds 1997 verantwoordelijk voor de onderwijshuisvesting in het primair en voortgezet onderwijs. Het rijk stort daarvoor jaarlijks 1,5 miljard euro in het gemeentefonds, Den Haag kreeg daar vorig jaar 56,5 miljoen euro van. De gemeente zet dat budget niet volledig in, hoewel onderwijswethouder Ingrid van Engelshoven (D66) dat stellig ontkent. ‘Er blijft in Den Haag geen geld op de plank liggen’, meldde ze een jaar geleden in AD Haagse Courant.

Onderwijshuisvestingsbudget geen doeluitkering

Volgens de besturenorganisaties in het onderwijs geven gemeenten jaarlijks zo’n 300 miljoen minder uit aan scholenbouw dan er beschikbaar is. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) veegt die claim van tafel met het argument dat het onderwijshuisvestingsbudget geen doeluitkering is en gemeenten dus vrij zijn andere prioriteiten te stellen. Vorig jaar kwam er een eind aan deze rituele dans toen onderzoek uitwees dat er in 2011 256 miljoen euro op de plank was blijven liggen. Ruim 15 procent van het beschikbare budget.

Motie Van Haersma Buma

Bij de formatie van het kabinet-Rutte II was er snel een bestemming voor dat bedrag gevonden. De onderhandelaars zochten geld voor investeringen in het onderwijs en vonden een motie uit 2011 van CDA’er Buma die nog moest worden uitgevoerd. ‘In lijn met de motie Van Haersma Buma wordt 256 miljoen uit het gemeentefonds overgeheveld naar de scholen ten behoeve van hun huisvesting’, kwam er in het regeerakkoord te staan.

Onrust groeit

Gemeenten hebben nauwelijks nog protesten laten horen over deze greep in de kas, die in 2015 ingaat. Dat komt misschien omdat de motie van Buma ging over het overhevelen van het budget voor het buitenonderhoud van de basisscholen, een beleidsmaatregel van het vorige kabinet die ook in 2015 ingaat. Dat zorgde tot in de Tweede Kamer voor verwarring. Maar nu duidelijk is dat de korting van 256 miljoen euro bovenop de overheveling van 158 miljoen voor het buitenonderhoud komt, groeit de onrust.

Vernieuwing van het scholenbestand

Onderwijsstaatssecretaris Sander Dekker (VVD) wakkert die onrust nog aan door te zwaaien met een onderzoek waaruit blijkt dat gemeenten 7 miljard euro moeten investeren om de kwaliteit van schoolgebouwen op orde te brengen. De voormalige (onderwijs)wethouder van Den Haag dringt erop aan dat de gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen voor de vernieuwing van het scholenbestand. Dat gemeenten de investerings­achterstanden moeten inlopen terwijl hun budget met 15 procent wordt gekort, verzwijgt hij. Dat laatste schiet een aantal gemeenten in het verkeerde keelgat.

Slinkse bezuiniging

Erik Boog, onderwijswethouder voor D66 in Hilversum, spreekt van ‘een slinkse bezuiniging’ die ervoor zorgt dat de scholenbouw in Nederland volledig stil komt te liggen. ‘Zelfs als we in Hilversum de komende jaren geen enkele school meer bouwen, kunnen we de besparing die het kabinet stilletjes probeert door te voeren, niet halen. We zullen dus elders extra moeten besparen.’

Lees het hele verhaal deze week in Binnenlands Bestuur nr. 1 (17/1)

Reacties: 8

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Gert Plomp / voorzitter Landelijke Vereniging van Onderwijsadviseurs
De 256 mln komt (blijft) wel beschikbaar voor het onderwijs maar zit voor een deel in het regeerakkoord. De vraag is dan of schoolbesturen de gelden gaan inzetten voor de gebouwen omdat ook nog eens het verbod op investeren in schoolgebouwen rust. De LVO zou graag een versoepeling van dit inversteringsverbod zien. Bijvoorbeeld dat schoolbesturen wel kunnen investeren in duurzame en/of energiebesparende maatregelen en verbetering van het binnenklimaat.
H. Wiersma / sr. beleidsadviseur (gepens.)
De overheveling van onderwijsuitkeringen aan gemeenten via het gemeentefonds waren destijds afgeleid van het aantal scholen binnen een gemeente. Waar het Rijk destijds uitging van een afschrijving van 40/45 jaar moesten gemeenten al terug naar redelijker afschrijvingstermijnen van 30 jaar (1e Rijksbezuiniging).

Feitelijk hebben de gemeenten daar dus al moeten inleveren.

Door opnieuw op onderwijskeringen voor scholen uit het gemeentefonds te korten dreigt nu een 2e Rijksbezuiniging voor gemeenten.

Het is natuurlijk onterecht om van gemeenten te verlangen dat er nieuwbouw/renovatie plaatsvindt van scholen die daar helemaal nog niet aan toe zijn. Daarom moet deze laatste bezuiniging van de baan. VNG doe er een wat aan!

faber
Veel ingewikkelde analyses en onderzoeken. Kern van het probleem: het onderwijs, en dan met name het bijzonder onderwijs, accepteert de decentralisatie van bevoegdheden niet. Klopt vergeefs (soms) bij gemeenten aan de deur en gaat dan via de koepels naar de Tweede Kamer. Fracties in de TK bemoeien zich er vervolgens mee en huppekee een greep 256 mio in het gemeentefonds. Zo gaat dat in NL; regionale en lokale verschillen voor nationaal geachte voorzieningen worden niet geaccepteerd en de belangwnbehartiging woedt vervolgens opgeschaald naar het niveau van de TK die vervolgens door henzelf in gang gezette decentralisaties weer vrolijk onderuit halen. Dat gaat ook met de zorg en de jeugd gebeuren, let maar op.?
Hans van der Hek / programmamanager IHP Zaanstad
Samen met div gemeenten en VNG binnenkort in gesprek met vaste kamercie Tweede Kamer. Inzet: scholen 'onder water' (tekort aan rente en afschrijving)plus ca. 30 procent minder investeringsruimte. Onsderwijsvernieuwing in oude schoolgebouwen?
O. ten Hove
Den Haag timmert vanuit haar minderwaardigheidscomplex op allerlei manieren aan de weg. Het is zo'n beetje de enige regeringsstad ZONDER universiteit. En dat kan niet, desnoods dan maar een dependance van de Leidse universiteit, Zo ook het lachertje om vliegveld Zestienhoven dat later Airport Rotterdam werd. Moest tegen veel geld omgedoopt worden: Rotterdam-The Hague Airport... Zielige stad achter de duinen waarin alleen Scheveningen nog authentiek is.
Willem Kleinbruinink / beleidsmedewerker/adviseur onderwijsplanning
Zeer eenzijdig artiekl. Of Den Haag vanuit openbare middelen de Universiteit Leiden wil steunen is haar zaak en hoeft niet te betekenen dat er minder geld aan onderwijshuisvesting wordt besteed.

De vraag of 256 miljoen te weinig wordt uitgegeven aan onderwijshuisvesting kan mijn inziens ook niet worden bewezen, want de meting wordt op basis van jaarcijfers (kapitaallasten) gedaan en niet op basis van meting van de investeringen. Zelfs de CBS kostenplaatsoverzichten zijn voor meerdere uitleg vatbaar en soms bewezen onjuist.

Wat speelt dan wel: een verouderd bestand van gebouwen die niet optimaal geschikt zijn voor hun taak. 256 miljoen afromen zal betekenen dat er nog minder geld voor nieuwbouw en uitbreiding beschikbaar is. Zeker nu dat geld via het onderwijsakkoord uit de sfweer van de onderwijshuisvesting wordt onttrokken. De schoolbesturen in het PO krijgen wel het onderhoud in de schoot geworpen, maar krijgen daarvoor (te) weinig geld en zijn bovendien in een aantal gevallen slecht in staat onderhoud goed te laten uitvoeren. Jarenlang stellen een aantal schoolbesturen hun onderhoud al uit of voeren minder uit dan aangegeven, gedreven door geldgebrek.

Op basis van een doorrekening van de gewogen (naar oppervlakte) ouderdom is - ondanks de krimp in een groot deel van Nederland - er een fors grotere behoefte aan verbetering. Groter dan de aan de gemeente en schoolbesturen toegewezen middelen.

De remedie is volgens mij: maken van gezamenlijke plannen per gemeente over de denominaties heen waarbij gelden uit allerlei geldstromen bij elkaar worden gebracht en op basis van de toekomstige leerlingenaantallen slim wordt geinvesteerd in verbetering en waar nodig vervanging van schoolgebouwen. Cooperaties van gemeenten en schoolbesturen kunnen daarbij een grote rol spelen, omdat daarbij gezamenlijk de verantwoordelijkheid op voldoende schaal kan worden gerealiseerd.
JJMoes
De heer Kleinbruinink zal ongetwijfeld dicht bij het vuur gezeten hebben en dus het best gewarmd zijn. Maar als (oud-) verantwoordelijke weet ik slechts twee dingen:

1.Huisvesting van basisscholen in gebouwen die net zo oud zijn als de som van de leeftijden van de klas is "gewoon". Bedrijven vertrekken na max 15 jaar naar iets nieuws, rijksdiensten zelfs na 10 jaar.

2.De beloofde luchtkwaliteitsslag,de asbestverwijderingsslag, de schimmelsalg: Nergens is de beloofde kwaliteitsverbetering compleet uitgevoerd behalve op Urk: de oudste in gebruikzijnde school is van 1986...En dat bij een gemeente van de ondermaatse grootte volgens de norm Plasterk....
Harry Timp / partner BMC, publiek en maatschappekijk vastgoed
We hebben te maken met een (onvolledige) stelselwijziging gekoppeld aan een bezuiniging. Dat hebben we meer gezien bij corporaties, delen van het onderwijs en de zorg. Deze leidden vaak tot ophef (in feite over zoiets als de boedelscheiding), maar gingen toch door. De lering op dit moment is dan ook:

- beschouw de overheveling van het budget voor buitenonderhoud niet als een onderhoudopgave die moet worden opgelost, want instand (gaan) houden van dat wat er is, lijkt geen verstandige keuze als er gebouwwijzigingen noodzakelijk zijn (krimp, onderwijsontwikkelingen, IKC, speciaal onderwijs, leefbaarheid, bezuinigingen zelf)

- op alternatieve wijze aan de uiteindelijk benodigde investeringsbudgetten komen is de uiteindelijke opgave: dat kan o.a. door vastgoedportefeuilles samen te stellen met de betrokken gemeenten en de onderliggende waardes te benutten, of door samen te werken met nieuwe financiers / grotere vastgoedpartijen

- maar begin eerst met een onderwijsvisie voor een voldoende groot gebied.

Advertentie