Advertentie

Regio vergt andere blik

Het nieuwe kabinet wil afspraken maken met stedelijke regio’s over de aanpak van grote vraagstukken waar de samenwerkende overheden voor staan. Maar om te komen tot werkelijk effectieve, inhoudgedreven samenwerking tussen overheden en maatschappelijke partners moeten we anders kijken, denken en handelen, aldus Milo Schoenmaker, voorzitter van de vierde VNG Denktank.

29 oktober 2017

Het nieuwe kabinet wil afspraken maken met stedelijke regio’s over de aanpak van grote vraagstukken waar de samenwerkende overheden voor staan. Maar om te komen tot werkelijk effectieve, inhoudgedreven samenwerking tussen overheden en maatschappelijke partners moeten we anders kijken, denken en handelen, aldus Milo Schoenmaker, voorzitter van de vierde VNG Denktank.

Regionale samenwerking
Geen burgemeester, wethouder of raadslid die het belang van regionale samenwerking nog ter discussie stelt. Ook in het nieuwe regeerakkoord ontbreekt het thema niet. Het nieuwe kabinet wil komen tot ‘gezamenlijke programmatische afspraken met provincies en gemeenten’, waarin aandacht is voor zowel nationale opgaven als regionale aandachtspunten. Specifiek wordt de voortzetting van de citydeals genoemd, als onderdeel van de Agenda Stad. Die aandacht voor ‘de regio’ is begrijpelijk. Maatschappelijke vraagstukken doen zich immers in toenemende mate voor op een niveau  dat de gemeentegrenzen overschrijdt. En van het openbaar bestuur wordt verwacht dat het kan acteren op verschillende schaalniveaus, afhankelijk van de opgave.

Succes- en faalfactoren
Er bestaan tal van interessante publicaties over regionale samenwerking. Over de succes- en faalfactoren. Over do’s en don’ts. Over good practices. Dit jaar nog bijvoorbeeld verscheen het SER-advies ‘Regionaal samenwerken; leren van praktijken’, dat zich specifiek richt op de driehoek economie, onderwijs en werkgelegenheid. Hierin staat dat er een verschil is tussen het ideaalbeeld rondom regionale samenwerking en de dagelijkse praktijk. Oplossingsrichtingen liggen volgens de SER onder andere in het centraal stellen van de inhoud, in het bouwen aan regionale ecosystemen en het zorgen voor goede verbindingen tussen de circuits, in het erkennen van elkaars belangen, het goed zichtbaar maken van doelstellingen en resultaten, het maken van afspraken over voldoende procesgeld om nieuwe projecten op te kunnen zetten en een goed samenspel tussen het regionale en het nationale niveau. Allemaal volstrekt waar en buitengewoon waardevol. Maar daarmee zijn we er nog niet. Immers, met een dergelijk rapport komt het openbaar bestuur niet automatisch uit de bestaande groef.

Bredere beweging
Om tot een bredere beweging te komen, om de inhoud écht voorop te gaan stellen en de omschakeling te maken ‘van organisatie naar organiseren’ – om in de termen te spreken van Jan van Ginkel, concerndirecteur en loco-provinciesecretaris in de provincie Zuid-Holland – is nog een slag te maken. Maar hoe dan? Wat hebben bestuurders nodig om op een andere manier te gaan kijken, denken en handelen? Hoe kunnen lokale politici op een innovatieve wijze invulling geven aan de rol van het openbaar bestuur op regionaal niveau en het samenspel met hun maatschappelijke partners effectiever maken?

Vierde VNG Denktank 

Deze vragen vormen het vertrekpunt van de vierde VNG Denktank. De VNG Denktank is een telkens van samenstelling wisselende commissie, die zich buigt over een actueel thema in het openbaar bestuur, in samenwerking met een of meerdere wetenschappers. Dit gebeurt in opdracht van het VNG-curatorium, waar Job Cohen voorzitter van is, en van de VNG-directie. Focus voor de vierde VNG Denktank is dus regionale samenwerking. Maar zonder verbinding met de inhoud is het risico dat de opbrengst blijft hangen in abstracties en weinig toevoegt aan de veelheid van publicaties die er al zijn. Dat is niet de bedoeling.


Nieuwe inspiratie 
Uiteindelijk wil de VNG Denktank komen tot iets waar leden van colleges en raden in de nieuwe bestuursperiode mee aan de slag kunnen en willen, iets wat nieuwe inspiratie oplevert in regionale samenwerkingsverbanden en aanzet tot anders kijken, denken en handelen. Het denken moet in dienst staan van het doen. En dan is het nodig om het concreet te maken en een relatie te leggen met de dagelijkse praktijk. Reden voor de vierde VNG Denktank om een specifiek aandachtsgebied te kiezen. En dat zijn de opgaven op de arbeidsmarkt geworden.


Volgende stap
Het is essentieel om de komende jaren een volgende stap te zetten in regionale samenwerking. Een stap waarbij colleges en raden een belangrijke rol spelen, maar wel in een vernieuwd samenspel met maatschappelijke partners. Waarin de vraag niet is hoe de afzonderlijke belangen van de deelnemende partijen gediend kunnen worden, maar wat het gezamenlijk belang is.

Kansen

En als dat niet gebeurt? Dan is de kans groot dat er de komende jaren weliswaar veel zaken in samenwerking worden opgepakt, maar dat het blijft gaan om regionale ‘opgaven’. Terwijl een nieuw regionaal samenspel, gebaseerd op inhoud, samenwerking en praktische kennis van alle partners, kan leiden naar energie, naar mogelijkheden, naar regionale ‘kansen’. Kansen die de komende periode klaar liggen om verzilverd te worden.  

Lees het hele essay van Milo Schoenmaker deze week in BB20 (inlog

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Kees Terlouw / Politiek Geograaf
Ik ben een politiek geograaf die zich al 25 jaar vanuit verschillende perspectieven met processen rond de vorming van regio’s bezig houdt. Dit essay pleit voor een andere blik op de regio die verder kijkt dan hoe je samenwerking organiseert. Vooral het belang van de ‘regionale ecosystemen’ waarin deze samenwerking plaats vind wordt benadrukt. Dit is een goede benadering die de inhoud voorop stelt. Een probleem is echter dat deze inhoud van de regionale ecosystemen niet vast ligt. Het ‘gezamenlijke belang’ is heel erg verbonden met hoe men de regio afbakent. Dit bepalen gemeentes maar in beperkte mate zelf. Welke gemeentes met elkaar samenwerken is heel erg afhankelijk van het nationale overheidsbeleid. Dit richt zich nu heel erg op samenwerking van steden in metropool regio’s en het samengaan van kleine gemeentes in niet-stedelijke regio gemeentes. Hierdoor ontstaan totaal verschillende regionale ecosystemen die vooral de samenwerking rond de versterking van de stedelijke concurrentiekracht zullen hinderen. Ik heb deze tegenstelling in mijn artikel in het juni nummer van ROMagazine ‘Verzet in regiogemeenten en metropoolregio's’ verder uitgewerkt (https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/355576). Naast een visie op samenwerken vanuit de deelnemers en hun regionale ecosysteem, is het dus belangrijk om meer aandacht te besteden aan het totale plaatje van de regionale ecosystemen die gevormd worden door het nationale beleid.

Advertentie