Advertentie

‘Reële prijs betaald voor politiepanden Gelderland’

De politie Gelderland-Midden heeft ‘scherp onderhandeld’ toen zij in 1998 al haar onroerend goed van de hand deed. De stelling van Binnenlandse Zaken dat de panden ver onder de marktwaarde zijn verkocht, is volgens de kopende partij onjuist.

17 december 2010

De verkoop van de Gelderse politiepanden is de afgelopen jaren diverse keren onderwerp van onderzoek geweest. Aanhoudende geruchten over vriendjespolitiek vormden hiervoor de aanleiding. De korpsleiding zou enkele haar bekende vastgoedondernemers hebben willen bevoordelen. Een belangrijk deel van de panden werd verkocht aan de Rozendaalse Vastgoedgroep, die opereert in het hele land en daarbuiten, maar onder de rook van Arnhem haar thuisbasis heeft.

 

Enkele maanden geleden kwalificeerde een onderzoekscommissie onder leiding van Ad Havermans, oud-burgemeester van Den Haag en ex-lid van de Algemene Rekenkamer, het optreden van de toenmalige korpsleiding en de toenmalige korpsbeheerder als ‘onprofessioneel’. Dit harde oordeel was mede gebaseerd op een berekening van een accountant van het ministerie van Binnenlandse Zaken, waaruit bleek dat een zestal panden ver onder de marktprijs zou zijn verkocht.

 

Theo Jansen, een van de vier vennoten van de Rozendaalse Vastgoedgroep (RVG), zegt niet te begrijpen waarop de accountant van Binnenlandse Zaken zijn berekening heeft gebaseerd. Volgens hem is voor alle panden ‘een reële prijs’ betaald. ‘We zaten zeker niet ver onder de marktwaarde. Deze deal was voor ons echt niet goedkoop’, vertelt Jansen desgevraagd. De Rozendaalse Vastgoedgroep werd door de commissie- Havermans niet gehoord.

 

Jansen zegt dat destijds wekenlang stevige onderhandelingen zijn gevoerd, waarbij de adviseurs van het korps volgens hem op het scherpst van de snede opereerden. Zo werd tot het allerlaatste moment geschermd met andere gegadigden als de RVG niet zou toehappen, aldus Jansen, die samen met zijn compagnons Herman Veenendaal en Gijs Bleekemolen zelf aan de onderhandelingstafel zat.

 

Dat de RVG er uiteindelijk toch goed uitsprong, kwam onder meer doordat een van de kantoorpanden korte tijd later met 3 miljoen gulden winst kon worden doorverkocht. Toch vormde juist dit object, het zogeheten OHRA-gebouw, volgens Jansen aanvankelijk het grootste risico voor de Rozendaalse Vastgoedgroep. Het pand stond leeg, maar doordat de RVG er in slaagde een huurder te vinden, steeg het als beleggingsobject aanzienlijk in waarde. ‘We hielden er rekening mee dat we op het OHRA-pand verlies zouden lijden. Maar dit konden we wegstrepen tegen het verwachte rendement op de rest van de deal. Dat zich een huurder aandiende, was een toevalstreffer.’

 

Andere panden

 

Tegelijkertijd wist de Rozendaalse Vastgoedgroep ook diverse andere panden in korte tijd met winst door te verkopen. Voor een pand in Didam werd 900 duizend gulden betaald; het werd voor ruim 1 miljoen gulden verkocht. Een politiebureau in Elst kostte de RVG 500 duizend gulden en ging voor 900 duizend gulden van de hand. Een gebouw in Doesburg werd voor 360 duizend gulden gekocht, en voor 785 duizend gulden weer afgestoten. Voor ‘bureau Doorwerth’ werd 2 miljoen op tafel gelegd, het bracht 2,4 miljoen op.

 

Jansen: ‘Als je een heleboel panden in één keer koopt, en daarna per stuk weer verkoopt, kan je vaak een betere prijs maken. Daar zat ook onze kracht. Maar aan bijvoorbeeld het pand in Doesburg hebben we eerst voor 1,5 ton verspijkerd voordat we het verkochten. Dus je moet niet alleen kijken naar de aankoopen de verkoopprijs. Soms moesten we panden eerst aanpassen om ze optimaal te kunnen vermarkten. Dat is niet de corebusiness van de politie, maar wel die van ons. En laten we eerlijk zijn: we deden het natuurlijk ook om geld te verdienen, niet om de politie te helpen.’

 

De politie Gelderland-Midden had besloten haar onroerend goed te verkopen, omdat zij in grote financiele moeilijkheden verkeerde en bovendien over te veel kantoorruimte beschikte. Besloten werd tot een sale and lease back-constructie, waarbij alle panden werden verkocht en deels weer teruggehuurd. Omdat veel panden kampten met achterstallig onderhoud, was de koper verplicht om te investeren in renovatie.

 

Bij de genoemde berekening van de accountant van Binnenlandse Zaken, zijn deze renovatiekosten buiten beschouwing gebleven, laat een woordvoerder desgevraagd weten: ‘Naar alle waarschijnlijkheid zijn veel verbouwingskosten/ onderhoudskosten onnodig ten laste van de huurder (het korps) in plaats van de koper gekomen. Hiervan ontbreekt een gedegen documentatie. Dit element is derhalve buiten beschouwing gelaten.’

 

Huurderswensen

 

Waar Binnenlandse Zaken in het duister zegt te tasten over de exacte kostenverdeling, heeft de Rozendaalse Vastgoedgroep tot op de cent nauwkeurig geadministreerd wie wat heeft betaald en wanneer. Op verzoek van Binnenlands Bestuur verleende de RVG inzage in haar archief. Hieruit blijkt dat het vastgoedbedrijf alleen al in de panden in Arnhem (hoofdbureau Beekstraat), Zevenaar en Velp in totaal 15,9 miljoen gulden voor eigen rekening heeft geïnvesteerd. Aan ‘huurderswensen’ kwam hier nog eens ruim 4,8 miljoen gulden bovenop. Dit bedrag werd in eerste instantie door de RVG betaald, maar kwam voor rekening van de politie en werd daarom aan het korps ‘doorbelast’.

 

Theo Jansen legt uit dat bij de onderhandelingen exact was bepaald welke werkzaamheden door de koper zouden worden uitgevoerd. ‘Achteraf kwam de politie met allerlei aanvullende wensen. Dat kon allemaal wel, maar dit hoefden wij natuurlijk niet te betalen.’ Uit het RVGarchief blijkt dat bijvoorbeeld het anders indelen van ruimtes, het aanleggen van een systeem voor toegangscontrole, vloerbedekking en de inrichting van een fitnesszaal zijn aangeduid als ‘huurderswensen’. Jansen zegt zich er over te hebben verbaasd met hoeveel aanvullende wensen de politie kwam, telkens opnieuw. ‘Voor de voortgang van de werkzaamheden was het een ramp, maar voor de aannemers was het één groot feest.’

 

Waar de betaalde prijzen voor de panden volgens Jansen alleszins redelijk waren, slaakte de Rozendaalse Vastgoedgroep wel een ingehouden vreugdekreet toen duidelijk werd hoe lang de politie sommige panden wilde terughuren. ‘In de kantorenmarkt zijn contracten van 10 jaar gebruikelijk, maar hier ging het om huurcontracten van 25 jaar. De korpsbeheerder wilde daar zelfs nog een optie van vijf keer 5 jaar aan hebben toegevoegd. Omdat het rendement op een investering in vastgoed hoofdzakelijk wordt bepaald door de kasstroom (huuropbrengsten, red.) en de lengte van de huurcontracten, vonden wij dat wel prima.’

 

Het was om deze reden dat de vier vennoten van de Rozendaalse Vastgoedgroep de panden in Arnhem, Velp en Zevenaar als privépersonen overnamen van hun eigen bedrijf. In een poging de huisvestingslasten te drukken, kocht het korps de gebouwen in Velp en Zevenaar eerder dit jaar weer terug.

 

De reden dat de politie destijds koos voor langlopende huurcontracten, was dat zij niet het risico wilde lopen om na relatief korte tijd uit een pand te worden gezet waarin zijzelf fors had geïnvesteerd. ‘Voor ons was het uitgangspunt dat we sommige panden eigenlijk voor altijd wilden blijven huren’, zegt Kees Bakker, toenmalig korpschef van de politie Gelderland- Midden, in een reactie.

 

Bakker legt uit dat de genoemde ‘huurderswensen’ van zijn korps deels werden veroorzaakt door veranderende wetgeving en landelijke ontwikkelingen. ‘Zo zagen we ons door de toestroom van asielzoekers bijvoorbeeld genoodzaakt om bij de Vreemdelingendienst een betere loketfunctie te maken. Verder waren er allerlei politiespecifieke wensen, die betrekking hadden op onder meer de meldkamer, het cellencomplex en het commandocentrum. En we hadden te maken met Arbo-eisen, zoals de hoeveelheid daglichttoetreding, waar de Ondernemingsraad bovenop zat.’

 

Woedend is Bakker erover dat de door RVG betaalde renovatiekosten buiten beschouwing zijn gelaten in de berekening van de accountant van Binnenlandse Zaken: ‘Dat vind ik schandalig en bijna misdadig. Iemand schaatst even over die cijfers heen, en trekt vervolgens een conclusie op grond waarvan wij als nietprofessioneel worden weggezet. Wie is hier nu eigenlijk niet-professioneel geweest? Waarom zijn de onderzoekers van de commissie-Havermans niet naar de Rozendaalse Vastgoedgroep gegaan om daar de archieven in te zien? Een kwestie van luiheid en lamlendigheid, anders kan ik het niet verklaren.’

 

Idioot

 

Toenmalig korpsbeheerder Paul Scholten noemt het ‘idioot’ dat Binnenlandse Zaken meent dat de politiepanden destijds ver onder de marktwaarde zijn verkocht. ‘Dit komt mij uitermate onwaarschijnlijk voor. Hoe hebben ze dit dan berekend? Als er andere aanbieders waren die meer hadden willen betalen, had ik ze in die tijd graag willen ontmoeten.’

 

Volgens Binnenlandse Zaken heeft de accountant gekeken naar ‘de verhouding tussen de marktwaarde en de verkoopprijs van de panden’. De accountant heeft ‘een aantal grove berekeningen gemaakt om in grote lijnen een idee te krijgen van de opbrengsten/ verliezen’. Het departement stelt dat het gaat om ‘een optelsom van wat optelwerk in klad’. Hierbij ‘bleek al snel dat er tientallen miljoenen euro’s verlies was geleden’, aldus Binnenlandse Zaken.

 

Ad Havermans zegt zich niet te kunnen herinneren waarom de Rozendaalse Vastgoedgroep niet door zijn onderzoekscommissie is gehoord: ‘Dat is alweer zo ver bij me vandaan, dat het in mijn herinnering is weggezonken.’  

Lees hier de reactie van Kees Bakker en André de Vries

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

O. ten Hove
Natuurlijk zegt de kopende partij dat de politie goed onderhandelde. Dus een kul mening die nergens op slaat...
Reinard
Dit is inderdaad een voorbeeld van de vos die de passie preekt....!
(boer let op je kippen.

Advertentie