Raadsleden met de financiële billen bloot
Raadsleden in Vlaardingen moeten een BKR-registratie overleggen. Uitzonderlijk, volgens hoogleraar Douwe Jan Elzinga, die stelt dat er wel haken en ogen aan zitten.
Niet alleen bij wethouders, maar ook bij de Vlaardingse raadsleden is een integriteitsscan uitgevoerd. Naast een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) is daarbij tevens gevraagd om een BKR-registratie. Uitzonderlijk, volgens hoogleraar Douwe Jan Elzinga, die aantekent dat er wel haken en ogen aan zitten. Bij een gebleken integriteitsrisico is er overigens geen wettelijke grondslag het raadslid naar huis te sturen.
Hoog op agenda
Alle fractievoorzitters in de Vlaardingse raad besloten na de verkiezingen unaniem tot een integriteitsscan voor alle raadsleden, vertelt griffier Etienne Hesen. Integriteit staat al een tijdje hoog op de agenda van de Vlaardingse politiek. Mede na een hoog oplopend debat in het najaar van 2017, waarbij een raadslid van ONS.Vlaardingen werd beticht van sponsoring door een speelautomatenfabrikant. Uit onderzoek is daarvan niets gebleken, maar de kwestie was wel aanleiding om alle raadsleden, net als alle wethouders, voortaan aan een integriteitstoets te onderwerpen, aldus Hesen.
Gesprek burgemeester
De afgelopen weken heeft Bureau BING de scans uitgevoerd. De raadsleden moesten in ieder geval een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en een BKR-registratie overleggen. De uitkomsten van de scan worden straks in principe allemaal naar de burgemeester gestuurd, tenzij het raadslid weigert. Er volgt altijd een gesprek tussen het raadslid en de burgemeester, vertelt Hesen. Ook wordt openbaar welke raadsleden weigeren het integriteitsrapport aan de burgemeester te geven.
Geen gevolgen
Het heeft voor een raadslid geen gevolgen als uit de scan een integriteitsrisico blijkt. Raadsleden kunnen niet naar huis worden gestuurd. ‘Voor de burgemeester is het belangrijk om te weten dat er een risico is’, vindt Hesen. Ook voor de afzonderlijke raadsleden is het waardevol om te weten waar mogelijke risico’s zitten. ‘Het gaat er om dat er bewustwording ontstaat’, benadrukt hij. Dat is volgens hem nu nog belangrijker geworden omdat er een raadsprogramma komt waarmee het dinsdag geïnstalleerde college aan de slag gaat. ‘Voortaan krijgt de raad drie alternatieve keuzes voorgelegd, op basis waaruit de raad een besluit moet nemen.’
Niet verplicht
‘Een BKR-registratie wordt vaak bij wethouders gevraagd, maar dat ook raadsleden daarom wordt gevraagd is niet gebruikelijk’, stelt Douwe Jan Elzinga, hoogleraar constitutioneel organisatierecht aan de RUG. Het mag, evenals het overleggen van een VOG, niet verplicht worden gesteld; daarvoor is geen wettelijke basis. ‘Als het op vrijwillige basis gebeurt, is dat prima, al zit er natuurlijk wel sociale druk achter.’ Toch zit er volgens hem wel een ‘privacyprobleempje’ bij de BKR-registratie omdat ‘je je hele financiële handel en wandel bekend maakt. Er zitten dus wel haken en ogen aan.’ Maar als iemand diep in de schulden zit, en om financiële redenen chantabel is, ‘kan enig inzicht geen kwaad’, aldus Elzinga. ‘Ik ben benieuwd hoe dit experiment afloopt. Laten we het maar eens proberen.’
Verwachtingspatroon
Een aantal raadsleden in Vlaardingen heeft zich inmiddels negatief uitgesproken over de scan. Die zou onder meer te oppervlakkig zijn. Volgens Hesen heeft dat te maken met een ander verwachtingspatroon dat een aantal raadsleden over de scan had. ‘Het is geen instrument om elkaar de maat te kunnen nemen.’
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Hetzelfde kan gezegd worden van nut en noodzaak van BING.
Integriteit leert men niet uit een boekje of in een cursus.
Nergens blijkt uit dat een raadslid met een strafblad minder zou functioneren dan een willekeurig ander raadslid.
Nergens blijkt uit dat een raadslid met een BKR-registratie wegens betalingsgedrag chantabel zou zijn in vergelijking met een willekeurig ander raadslid.
Gelet op het democratisch functioneren van de doorsnee gemeenteraad is een evt. integriteitsrisico van een raadslid voor de burger wel het minst van zijn zorgen.
Al met al is sprake van een opportunistisch middel tegen een niet bestaand probleem zonder dat het enige oplossing biedt. Er is eerder sprake van een misplaatste en ongezonde belangstelling voor het privéleven van collega-raadsleden.
Ook positie en rol van de burgemeester is niet langer boven twijfel verheven. Diens rol in deze constructie is ronduit onzuiver.
E.e.a. zal in de praktijk bijna onvermijdelijk leiden tot politieke consequenties.
Een doorgeschoten aandacht voor integriteit is bijna altijd een symptoom van een cultuur van wantrouwen, en niet zelden een lapmiddel voor bestaande integriteits-issues.