Advertentie

Politici moeten (deels) digitaal blijven vergaderen

Digitaal vergaderen als volksvertegenwoordigers is niet ideaal, maar het is goed dat het democratische proces ondanks corona kon doorgaan. Zonder meer terug naar het ‘oude normaal’ als Eerste Kamer, Staten en raden willen de voorzitters niet.

10 juni 2021
digitaal-vergaderen.jpg

Ideaal is het niet, digitaal vergaderen als volksvertegenwoordigers, maar het is goed dat het democratische proces ondanks de beperkende coronamaatregelen kon doorgaan. Zonder meer terug naar het ‘oude normaal’ als Eerste Kamer, Staten en raden willen de voorzitters niet. De pluspunten moeten behouden blijven. Wel moet worden geïnvesteerd in een goede digitale infrastructuur.

Haperingen

‘De afgelopen periode is overduidelijk geworden hoe afhankelijk we zijn van die digitale infrastructuur’, stelt Liesbeth Spies, burgemeester van Alphen aan den Rijn en voorzitter van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB). Haperingen hebben in diverse gemeenten tot (tijdelijke) problemen geleid. Raadsvergaderingen moesten worden geschorst totdat de digitale euvels waren opgelost. Gemeenten hebben echter geen geld voor extra investeringen. Het rijk moet bijspringen, vindt Spies.

 

Achterstallig onderhoud

‘Als het gemeentefonds toereikend zou zijn, hoeven we onze hand niet op te houden.’ Dat is echter niet het geval. ‘Binnenlandse Zaken schiet ernstig tekort in het tempo en de wijze waarop gemeenten met de herijking van het gemeentefonds worden toegerust voor al hun taken’, stelt Spies fel. ‘Het rijk heeft kennelijk nog steeds niet in de gaten dat het nu eindelijk eens moet investeren in het achterstallig onderhoud wat het bij gemeenten heeft veroorzaakt.’

 

Wijzigen Grondwet

Gemeenteraden, Provinciale Staten en de Eerste Kamer vergaderen inmiddels ruim een jaar anders dan anders. Raden en Staten konden vanaf april vorig jaar digitaal vergaderen en besluiten nemen, via de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming. Voor de Eerste Kamer gold een ander verhaal. Om helemaal digitaal te kunnen vergaderen, zou de Grondwet moeten worden aangepast. ‘Dat was dus geen optie’, vertelt Jan Anthonie Bruijn, voorzitter van de Eerste Kamer. ‘Maar het proces van besluitvorming over wet- en regelgeving moest doorgaan.’

 

Spoedwetgeving

De Eerste Kamer zocht de balans tussen enerzijds het in acht nemen van maatregelen die voor iedere Nederlander golden en gelden, en anderzijds de noodzaak om het democratische proces te laten doorgaan. ‘Als eerste maatregel in maart 2020 hebben we besloten de plenaire vergadering voorlopig zo veel mogelijk te beperken tot spoedwetgeving’, aldus Bruijn. Vanwege de coronacrisis kwam er daarvan overigens veel op het bordje van de senaat terecht. Commissie- en fractievergaderingen en de wekelijkse vergaderingen van het college van senioren, het overleg van alle fractievoorzitters in de Eerste Kamer, gingen al snel digitaal.

 

Coronaproof Ridderzaal

‘De plenaire vergaderingen zijn we fysiek blijven doen. Dat leverde wel andere uitdagingen op’, aldus Bruijn. Een geschikte ruimte bijvoorbeeld, waar iedereen de 1,5 meter afstandsregel kan naleven, maar ook het regelen van hoofdelijke stemmingen. Er moest een ruimte komen waar alle 75 senatoren coronaproof in konden. ‘We zijn uitgekomen op de Ridderzaal. Die is veel ruimer dan de eigen vergaderzaal van de Eerste Kamer. Tot op de dag van vandaag vergaderen we vanwege de coronabeperkingen in de Ridderzaal.’

 

Digitaal quorum

Sinds oktober is het digitaal quorum ingevoerd. ‘Aanvankelijk moesten alle Kamerleden op dinsdag naar Den Haag toe om zich voor aanwezigheid in te schrijven. Ook als ze die dag niet het woord hoefden te voeren in een plenair debat’, verduidelijkt Bruijn. Na invoering van dat digitale quorum konden Kamerleden uit waar dan ook in het land zich voor aanvang van de vergadering digitaal melden om tot het quorum te komen.

 

Behoud pluspunten

Van dergelijk ‘gedoe’ hebben de voorzitters van gemeenteraden en Provinciale Staten geen last. Zowel Jaap Smit, commissaris van de koning van Zuid-Holland en voorzitter van het Interprovinciaal Overleg (IPO) en Spies zeggen dat het digitaal vergaderen goed gaat, maar dat het verre van ideaal is. ‘Het is buitengewoon efficiënt’, stelt Smit. ‘Je bespaart heel veel mensen een reis en we zijn er inmiddels aan gewend geraakt. Maar het haalt het niet bij het daadwerkelijk met elkaar in een zaal zijn.’ Bij de Eerste Kamer, provincies en gemeenten zijn er geen hiaten in de besluitvorming ontstaan, stellen de drie voorzitters. Toch snakken vooral Smit en Spies, en hun Staten- en raadsleden, naar het einde van het digitale vergadertijdperk. Althans, het louter en alleen digitaal vergaderen. De drie voorzitters vinden dat de pluspunten van het digitaal werken behouden moeten blijven. ‘Het levert tijdwinst op, het scheelt veel reistijd en het is efficiënt’, vat Smit samen.

 

Afwisselen

Spies en Smit zouden een afwisseling van fysiek en digitaal vergaderen toejuichen. Ook het ophalen van een profielschets voor een nieuwe burgemeester kan makkelijk digitaal, vindt Smit. Spies ziet extra mogelijkheden bij onder meer informatieve vergaderingen van gemeenschappelijke regelingen. Als die allemaal digitaal worden, kunnen veel meer raadsleden uit alle betrokken gemeenten aanhaken. Dat geldt ook voor lokale bijeenkomsten die een meer informatief of technisch karakter hebben.

 

Blijvertje

Momenteel wordt bekeken of de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming omgezet kan worden in een blijvende wet. ‘Voor mij staat als een paal boven water dat digitaal vergaderen een blijvertje kan zijn in de lokale en provinciale democratie. Vanuit het NGB zijn we daar voorstander van’, stelt Spies. Het IPO heeft daar nog geen standpunt over ingenomen, weet Smit. ‘Na afloop van de crisis zullen we rustig evalueren en kijken welke zaken we weer fysiek willen gaan doen en welke zaken hybride of digitaal’, stelt EK-voorzitter Bruijn.


Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr. 11 van deze week (inlog), over onder meer het dilemma van Bruijn rondom Prinsjesdag 2020.  

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

P.Pluim
Digitaal vergaderen is per definitie ondemocratisch. De bevolking wordt daarmee buitenspel gezet en op afstand gezet van de besluitvorming. Participatie bij digitaal vergaderen is praktisch onmogelijk en live betrokken zijn bij de politieke vergaderingen is afwezig.
Maaike Walraven / Provinciaal Statenlid Zeeland
De democratie is allerminst gediend met de digitale vergaderingen besluitvorming.

Omwille van de democratische proces en het liefst

met aanwezigheid van burgers terug naar de openbare vergadering. Dus lijkt het me het beter om de tijdelijke wet snel in weer In te trekken en terug naar normaal! En laat burgemeesters zich daar vooral voor inzetten!
Eveline
Zeer verbaasd over dit artikel (en ook de uitgebreidere versie in de papieren BB): geen enkele kanttekening bij het ondemocratisch en onzichtbaar vergaderen nu de publieke tribune niet in gebruik is. Gauw terug naar live vergaderen!
Advertentie