Advertentie

‘Ons’ belastingstelsel op Duitse leest geschoeid

Medewerkers van de Radbouduniversiteit onderzochten wat er op de diverse departementen in de oorlogsjaren aan nieuw beleid werd ontwikkeld dat ook na de bevrijding bleef bestaan. Binnenlands Bestuur presenteert tot mei een serie artikelen waarin de beleidsmaatregelen van een aantal departementen worden uitgelicht.

09 februari 2020
tweede-wereldoorlog---shutterstock-194754938.jpg

Tijdens de bezetting werd het Nederlandse belastingstelsel in recordtempo grondig hervormd. Vrijwel geen belasting bleef hetzelfde. De ambtenaren die deze hervormingen uitwerkten, wilden al lang voor de oorlog het achterhaalde belastingbeleid moderniseren. In de oorlog kregen zij de kans om die ambities waar te maken.

door: Jan Julia Zurné *

Het Nederlandse belastingstelsel was in de jaren dertig behoorlijk gedateerd. Na de economische crisis kon de Nederlandse staat wel wat extra inkomsten kon gebruiken. Daarom voerde de regering een omzetbelasting in en werden er plannen gemaakt voor een winstbelasting voor vennootschappen. In 1938 werd een commissie ingesteld om te onderzoeken hoe het systeem kon worden hervormd. Die commissie bestond uit hoge belastingambtenaren en belastingdeskundigen en werd geleid door minister van Financiën Bodenhausen.

Winstbelasting
De conclusie van de commissie was onder andere een voorstel om winst- en loonbelastingen met vaste tarieven te hanteren, doch een nieuw kabinet vond het niet het juiste moment om zulke grote hervormingen door te voeren. Ook kwamen er bezwaren van de werkgeversorganisaties, die vreesden dat een winstbelasting voor vennootschappen nadelig zou zijn voor het bedrijfsleven.

Na de inval van de Duitsers in 1940 veranderde er plots veel. De bezetter was zeer geïnteresseerd in een verhoging van de belastingopbrengst uit Nederland, omdat de bezettingskosten op de begroting van het bezette land werden verhaald. Daarnaast vergemakkelijkten verregaande belastinghervormingen de introductie van nationaalsocialistische ideologische principes in het belastingsysteem, zoals de uitbuiting en uitsluiting van Joden. De Duitsers vonden het Nederlandse belastingstelsel sowieso hopelijk ouderwets en inefficiënt.

Verhoging belastingdruk
Dat vonden veel Nederlandse belastingambtenaren ook, getuige de hervormingsvoorstellen van commissie-Bodenhausen eind jaren dertig. Door de afwezigheid van het parlement kregen zij nu de kans om het belastingstelsel vlot en grondig te moderniseren. De hervormingen begonnen met de invoering van de winstbelasting, waartoe in 1939 al het initiatief was genomen. Omdat de wetgeving voor deze hervorming in feite al klaar lag, kon het besluit binnen drie maanden na de Duitse inval al worden ingevoerd. Binnen twee jaar werd vervolgens vrijwel het gehele systeem aangepast: er werden nieuwe loon-, omzet-, vennootschaps-, dividend-, ondernemings- en vermogensbelastingen ingevoerd; de inkomstenbelasting werd hervormd; de belastingdruk werd aanzienlijk verhoogd; en de rijwielbelasting werd afgeschaft.

Rendabeler systeem
Nederlandse ambtenaren werkten de nieuwe wetgeving uit en stelden de besluiten op. Daarbij baseerden ze zich op Nederlandse plannen en ideeën uit de jaren dertig en haalden ze inspiratie uit het in die tijd vooruitstrevende Duitse belastingrecht. Zij werden vooral gedreven door hun enthousiasme voor een efficiënter, consequenter en rendabeler systeem, waarvan in hun ogen de Nederlandse staat en bevolking profiteerden. Hun prioriteit was, zoals waarnemend secretaris-generaal voor belastingzaken Hendrik Postma het na de bevrijding heel wat bescheidener formuleerde, ervoor te zorgen dat de Belastingdienst ‘zo goed mogelijk door de oorlog heen kwam’. Dat betekende in zijn ogen niet dat zo veel mogelijk bij het oude moest blijven. De ambtenaren bij de belastingdienst grepen tijdens de bezetting hun kans om het verouderde systeem te moderniseren.

Handhaving hervormingen
Maar ze gingen niet in alle opzichten mee in de wensen van de Duitsers: bij enkele antisemitische fiscale maatregelen en de miljoenenbijdragen aan de strijd aan het Oostfront lagen de Nederlandse ambtenaren dwars. Ook probeerde Postma te verhinderen dat medewerkers van de Belastingdienst in het kader van de arbeidsinzet naar Duitsland moesten. Deze relatief kleine strubbelingen konden niet beletten dat de bezettingsmacht over het algemeen heel tevreden was over de hervorming van het Nederlandse belastingstelsel en de samenwerking met de Nederlandse ambtenaren.

In de jaren na de bevrijding werd onderzocht wat er diende te gebeuren met het ingrijpend veranderde belastingsysteem. Minister Lieftinck vreesde namelijk voor problemen als in grote haast opnieuw het hele systeem zou worden omgegooid. Op korte termijn bleven tijdens de bezetting ingevoerde belastinghervormingen grotendeels gehandhaafd. In de tweede helft van de jaren veertig werden er nog wel correcties en aanpassingen doorgevoerd, maar in grote lijnen bleef het systeem zoals het tijdens de bezetting was ontstaan.


Meer lezen: 
P. Essers, Belast verleden. Het Nederlandse belastingrecht onder nationaalsocialistisch regime (Deventer 2012).
Focus op fiscus. Het reilen en zeilen van de belastingdienst in de jaren 1940-1985 (Deventer 1990).
H. Klemann, Nederland 1938-1948. Economie en samenleving in jaren van oorlog en bezetting (Amsterdam 2002).

Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 3 van deze week (inlog)


*Jan Julia Zurné is universitair docent aan de Radboud Universiteit Nijmegen


Serie: onderzoek naar gevolgen ministeries zonder minister

Medewerkers van de Radbouduniversiteit onderzochten wat er op de diverse departementen in de oorlogsjaren aan nieuw beleid werd ontwikkeld dat ook na de bevrijding bleef bestaan. Binnenlands Bestuur presenteert tot mei een serie artikelen waarin de beleidsmaatregelen van een aantal departementen worden uitgelicht.



Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

WvD / SW
Toch mooi en "grappig" om te lezen dat een deel van ons actuele bestel - met al zijn problemen en twijfelingen eigenlijk niets meer is dan een opeenstapeling en bureaucratische voortzetting van een niet democratische model uit oorlogstijd. Misschien rechtvaardigt dit historisch perspectief mede een substantiële herziening van het huidige technocratische systeem. De nieuwe staatssecretarissen zouden dit mee kunnen nemen in een visie op de toekomst.
H. Wiersma / gepens.
Het huidige belastingstelsel is opnieuw toe aan een grondige herziening. Niet alleen qua organisatie (toeslagen), maar ook qua inhoud (o.a. hypotheken e.d.).

Een globale opzet op hoofdlijnen zou kunnen zijn:

A..scheiding burgers/bedrijven.

B. scheiding van belasting/vermogen/toeslagen.

1. Loonheffing/inkomstenbelasting via vaste percentages van bruto-inkomens burgers. Afdracht rechtstreeks va bedrijven en uitkeringsinstanties.

b. Vermogens beoordeling via afzonderlijke aangiften burgers.

c. Toeslagen via beoordeling afzonderlijke aanvragen.

2. Belasting voor bedrijven nader te specificeren ivm onvoldoende kennis totale werkterrein.

Wie heeft nog meer innovatieve ideeën?









-
Advertentie