Advertentie

Ondermijningsartikel APV Utrecht als ‘last resort’

Meer dan de helft van de G40-gemeenten heeft al een ondermijningsartikel opgenomen in de APV, maar G4-gemeente Utrecht heeft hem pas onlangs na uitvoerige debatten ingevoerd. Het is dan ook een vergaand instrument, vindt D66-raadslid Maarten Koning. ‘Het ondermijningsartikel is alleen inzetbaar als laatste redmiddel.’

05 maart 2020
utrecht

Meer dan de helft van de G40-gemeenten heeft al een ondermijningsartikel opgenomen in de APV, maar G4-gemeente Utrecht heeft hem pas onlangs na uitvoerige debatten ingevoerd. Het is dan ook een vergaand instrument, vindt D66-raadslid Maarten Koning. ‘Het ondermijningsartikel is alleen inzetbaar als laatste redmiddel.’

Zorgvuldig inpassen
Vorig jaar al werd het integraal veiligheidsplan van de gemeente vastgesteld, maar de raad wilde eerst het uitvoeringsprogramma zien voor zij het ondermijningsartikel in de APV wilde behandelen. Eind vorige maand gebeurde dat. Volgens Koning geeft het proces aan hoe kritisch de raad is op de invoering. ‘Het is een vergaand middel voor een college om in de APV te hebben, dus wilden we het zeer zorgvuldig inpassen.’ Het aanwijzen van een gebied, een gebouw of een branche waarvoor het verboden is om zonder vergunning van de burgemeester bedrijfsactiviteiten uit te oefenen moet een ‘last resort’ zijn voor een burgemeester, vinden Koning en de overgrote meerderheid van de raad.

Waarborgen
In de commissievergadering hebben raadsleden daarom om aanscherpingen gevraagd. ‘We zijn kritisch op het geven van te grote bevoegdheden aan de burgemeester. Vorig jaar nog hebben burgemeesters uit verschillende andere gemeenten er zelf ook op gewezen dat je hen daarmee kwetsbaar maakt en zij zo een soort sheriffs worden. Die zorgen delen wij. Daarom hebben we weliswaar een ondermijningsartikel mogelijk gemaakt, maar wel met de nodige waarborgen.’ Waarborgen zijn: een scherpe definitie van leefbaarheid, een samenhangcriterium en een definitie van ‘slecht levensgedrag’. Verder vroeg GroenLinks-fractievoorzitter Heleen de Boer burgemeester Van Zanen een stappenplan aan het ondermijningsartikel toe te voegen: een soort escalatieladder, die hij eerst moet doorlopen voordat hij in een branche, gebied of gebouw een vergunningsplicht kan invoeren. De burgemeester heeft toen al die wijzigingen verwerkt in een aangepast raadsvoorstel.

Nieuwe jurisprudentie
In de raadsvergadering vonden D66 en andere partijen het noodzakelijk het ondermijningsartikel nog verder aan te passen. Zo stelt amendement A16 stelt dat bij vergunningaanvragen de burgemeester ‘concreet en ondubbelzinnig’ openbaar maakt welke gedragingen en feiten bij de beoordeling van het levensgedrag in relatie tot de bedrijfsmatige activiteiten kunnen worden betrokken. ‘Daarmee biedt onze gemeente rechtszekerheid aan de vergunningsaanvrager. Dit amendement werd, op de ChristenUnie na, door de hele raad gesteund. Een ander amendement (A19) stelt dat om een vergunning te weigeren ‘leefbaarheid’ nooit een criterium op zich kan zijn. Deze werd door de hele raad aangenomen. Volgens Koning heeft de raad daarmee haar rol gepakt. ‘Met de waarborgen wordt ook nieuw territorium betreden. Dat is spannend en kan voor nieuwe jurisprudentie zorgen.’

Maatwerk in toetsing
De burgemeester moet straks bij elke nieuwe vergunningsaanvraag vooraf aangeven op welke wijze die wordt getoetst langs de verordening. Zo kan een aanvraag voor een grote supermarkt anders worden getoetst dan bijvoorbeeld voor een kapperszaakje. ‘Ik kan me voorstellen dat je voor sommige voorgenomen bedrijfsactiviteiten, zoals een taxionderneming, sterk toetst op of een vergunningsaanvrager een verleden heeft met verkeersovertredingen, dat is minder relevant bij een kapperszaak. In beide gevallen kan een veroordeling van minder dan vijf jaar geleden voor witwassen wel relevant zijn.’ Tot een periode vijf jaar mag een strafblad de vergunningsaanvrager achtervolgen. Zijn de strafbare feiten langer geleden, dan is het minder relevant, al naar gelang type activiteit. ‘Ook bij levensgedrag is dat belangrijk, want wat als het over wildplassen gaat? Met de definitie van slecht levensgedrag is er proportionaliteit aangebracht. Dat sluit ook goed aan bij recente uitspraken inzake de drank- en horecawetgeving en Bibob.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie