Ollongren: ‘Elke gemeente een onafhankelijke rekenkamer’
Op die manier wil de minister de controle op de doelmatigheid van lokaal beleid verbeteren. Het belang daarvan is alleen maar groter geworden door de aanzienlijke uitbreiding van het gemeentelijke takenpakket in het sociale domein en de miljarden die daarmee zijn gemoeid. En door de komende decentralisaties in het fysieke domein – de invoering van de Omgevingswet – wordt dat belang volgens haar nog groter.
Raadsleden mogen geen lid meer zijn van een lokale rekenkamer. Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) komt met een wetsvoorstel dat gemeenten verplicht te werken met een onafhankelijke rekenkamer.
Op die manier wil de minister de controle op de doelmatigheid van lokaal beleid verbeteren. Het belang daarvan is alleen maar groter geworden door de aanzienlijke uitbreiding van het gemeentelijke takenpakket in het sociale domein en de miljarden die daarmee zijn gemoeid. En door de komende decentralisaties in het fysieke domein – de invoering van de Omgevingswet – wordt dat belang volgens haar nog groter.
Onvoldoende uitvoering
Nu geeft de wet gemeenten nog de ruimte te bepalen hoe die controle op de doelmatigheid van beleid wordt uitgeoefend. Aan die vrijheid wil Ollongren een einde aan maken, met name omdat sommige gemeenten er misbruik van maakten door er niet of nauwelijks invulling aan te geven. Zo was er in zo’n vijftig gemeenten jarenlang sprake van zogeheten slapende rekenkamers: ze bestonden slechts op papier. ‘Aan de wettelijke plicht om met behulp van een rekenkamerfunctie te voorzien in onderzoek naar de doeltreffendheid, de doelmatigheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur, wordt in deze gemeenten onvoldoende of zelfs geheel geen uitvoering gegeven’, aldus de minister in de Memorie van Toelichting. Die route wil ze met de nieuwe wet de pas afsnijden. ‘Het al dan niet instellen van een rekenkamer mag geen onderwerp van gemeentelijk beleid zijn.’
Verantwoord niveau
Het schrappen van de rekenkamerfunctie uit de wet – dat wil zeggen het verbieden van een rekenkamer(commissie) met daarin raadsleden – ziet de regering als een noodzakelijke voorwaarde om het rekenkameronderzoek ter ondersteuning van de controlerende taak van de raad in het hele land op ‘een verantwoord niveau’ te brengen. Raadsleden mogen straks nog slechts een adviserende rol hebben. Dat houdt in dat ze kunnen meedenken over de onderzoeksprogrammering en de wijze waarop de rekenkamer haar rapporten presenteert aan de raad. Maar adviserende leden hebben geen stem in het vaststellen van de onderzoeksprogrammering van de rekenkamer, de onderzoeksfase of bij het vaststellen van rapporten, aanbevelingen en conclusies. Raadsleden kunnen als adviserende leden geen stem uitbrengen in de onafhankelijke rekenkamer en kunnen ook niet de voorzitter zijn.
Geen extra geld
Dat het wetsvoorstel ook gevolgen heeft voor gemeenten waar een rekenkamerfunctie met raadsleden wel naar behoren functioneert, is volgens de minister geen reden uitzonderingen mogelijk te maken. ‘Voor gemeenten waar een volwaardige rekenkamerfunctie naar behoren functioneert, zal de omvorming tot een onafhankelijke rekenkamer een kleine stap zijn’, aldus de minister.
Op extra geld van het rijk hoeven de gemeenten als gevolg van de wetswijziging overigens niet te rekenen. In het verleden zijn volgens de minister middelen aan het gemeentefonds toegevoegd ten behoeve van de rekenkamer. Met andere woorden, er wordt reeds rekening gehouden met de kosten. Materieel verandert het wetsvoorstel de taken van gemeenten niet, dus acht de regering het oorspronkelijke budget toereikend. En omdat gemeenten worden aangespoord gemeenschappelijke rekenkamers te vormen, is er volgens de minister straks sprake van meer efficiëntie.
Het wetsvoorstel Versterking decentrale rekenkamers is vandaag in consultatie gegaan.
Nu zijn er uitstekende voorbeelden waar het geregeld is dat vanuit de raad wel degelijk geadviseerd wordt aan rekenkamer(commissie), maar niet door aanwezigheid bij de vergaderingen. Er zijn voorbeelden waarbij deelname van raadsleden aan rekenkamercommissie uitstekend functioneren.
In de jaren negentig zijn er al vele discussies geweest over de zogenaamde onafhankelijkheid. Alsof de velen die betrokken zijn bij onderzoeksbureaus en lid en/of lid van meerdere rekenkamers altijd onafhankelijk met open blik een onderzoek uitvoeren. Helaas, dit is zeker lang niet altijd het geval. Raadsleden kunnen zelfs zeer kritische rapporten produceren, wellicht nog kritischer dan door zgn. externen is mijn ervaring. Het hangt, zoals met alles, af van de mensen en de cultuur in een gemeente.
De rekenkamerfunctie is in de wet gekomen dank zij de lobby vanuit de ervaringen in het land, waaronder van mijzelf. Gemeenten meer zeggenschap over hoe zij de dingen voor zichzelf willen regelen zou toch de insteek zijn? Onafhankelijk is een dubieuze term, het gaat om kritisch durven zijn. Externen of raadsleden, er is geen verschil, het gaat altijd om de personen die het doen. Beiden kunnen kritisch zijn of juist niet te kritisch.
Ik ben zeer teleurgesteld in de NVRR en Algemene Rekenkamer dat zij dit wetsvoorstel steunen, juist bij kleinere gemeenten heb ik een rekenkamercommissie met raadsleden kunnen activeren. Zelf was ik raadslid/fractievoorzitter in de jaren negentig en voorzitter van een rekenkamercommissie waar we zeer kritische maar vooral ook bruikbare onderzoeksrapporten produceerden, die lang als voorbeeld zijn gehanteerd in het land.
Geen aanpassing van de wet dus en zeker niet verplicht gezamenlijk. Laat elke raad invulling geven wat bij hen past en maak het allemaal niet te groot. Het gaat tenslotte maar een een controle instrument van de raad, niet minder en niet meer.
Regels schrappen in de Gemeentewet? Daar ben ik een groot voorstander van, maar niet de regels die keuzemogelijkheden bieden. Er zijn heel wat andere regels die echt wel geschrapt kunnen worden.