Advertentie

‘Donner pakte ons aanbod niet op’

Johan Remkes, de nieuwe voorzitter van het Interprovinciaal Overleg (IPO), gelooft er niets van dat Noord- Holland als zelfstandige provincie verdwijnt. ‘Wij zijn in 2023 graag weer gastheer van het IPO-jaarcongres.’

07 oktober 2011

Johan Remkes speelt een thuiswedstrijd. Op het Haarlemse terras passeert de ene na de andere provinciaal bestuurder, op weg naar de ‘sociale avond’, afgelopen dinsdag op het IPO-jaarcongres. De een na de ander wordt tijdens het gesprek met Binnenlands Bestuur begroet door de Noord-Hollandse commissaris, tevens de nieuwe voorzitter van het IPO als opvolger van Jan Franssen, de Zuid-Hollandse commissaris van de koningin. Remkes kent de provinciale bestuurslaag - hij was 13 jaar gedeputeerde in Groningen - en de provincie kent hem.

‘Voor mijzelf was de benoeming per 1 juli 2010 een terugkeer in de provinciale moederschoot. Ik heb heel veel positieve gevoelens bij de provincie. Ik zeg niet dat het leuker is dan de gemeente of het Rijk. Maar de schakelfunctie van de provincie tussen Rijk en gemeenten heeft mij altijd bijzonder geïnteresseerd. Ik heb het IPO altijd goed gevolgd en ook toegesproken. Bij die gelegenheid heb ik de provincies opgeroepen iets minder een holle bolle Gijs te zijn. Dat ik dat zei, heeft ook met die schakelfunctie te maken. Dat de provincies de borst breder hebben gemaakt in het sociale domein, snap ik politiek gezien wel, maar het sociale domein is voor gemeenten. De provincie moet goed zijn in zijn kerntaken: ruimtelijke ordening, natuur en landelijk gebied.’

Randstadfusie

 

Het kabinet stoeit de laatste weken over een besluit over een mogelijke fusie van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland, maar volgens Remkes heeft de verantwoordelijke minister van Binnenlandse Zaken Piet-Hein Donner (CDA) de uitgestoken hand van de drie provincies in het afgelopen voorjaar genegeerd en daarna contraproductief gehandeld. ‘Na het verschijnen van het regeerakkoord hebben wij als commissarissen van de koningin van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland zelf het initiatief genomen. Wij wilden twee dingen: heel praktisch samenwerken en we hebben toen ook onze bereidheid uitgesproken om zeer serieus mee te werken aan provinciale samenwerkingsvormen, waaronder ook fusie. Het enige dat wij ook gezegd hebben: minister, u moet zich daaraan committeren en het liefste hebben wij dat wij dit in uw opdracht gaan doen en in samenspraak met de drie steden, Amsterdam, Almere en Utrecht. We hebben daarover overleg gehad, maar Donner wilde niet. Als de provincies willen, moeten ze het zelf maar doen, was het antwoord. Als je dat als minister zegt, valt zo’n initiatief dood voor de deur neer. Vervolgens gaf de minister ook nog signalen af over metropoolregio-achtige mogelijkheden waar de provincies in zouden opgaan. Dat bevordert de samenwerking tussen de steden en de provincies evenmin.’

Of het kabinet alsnog tot fusie besluit? Remkes zegt het niet te weten. ‘Ik heb in de gesprekken gemerkt dat het kabinet intern verdeeld is. De belangrijkste boodschap wat mij betreft is: hak de knoop door. Zolang wachten, is dodelijk voor goede bestuurlijke verhoudingen! Tegen de gasten van het IPO-congres zeg ik dat wij in 2023, als Noord-Holland weer aan de beurt is het congres te organiseren, graag weer gastheer zijn.’

Spaghetti

 

Remkes ondervindt aan den lijve dat er nog steeds sprake is van een bestuurlijke spaghetti in en rondom Amsterdam, zoals de toenmalige hoofdstedelijke wethouder Mark van der Horst de bestuurlijke drukte omschreef. Remkes was toen minister van Binnenlandse Zaken, maar slaagde er niet in om de bestuurlijke drukte te verminderen.

Aan het einde van zijn kabinetsperiode kwam op Remkes’ verzoek de commissie-Kok met het scenario om een grote Randstedelijke fusie uit te voeren. ‘In de kabinetsformatie van 2007 is dat toen dood voor de deur neergevallen. De Kamerleden die eerst vonden dat er actie nodig was, veranderden bij de formatie allemaal van toon.’

Remkes is redelijk cynisch geworden over alle structuurdiscussies. Hij geeft er de voorkeur aan vast te houden aan het Huis van Thorbecke met Rijk, provincies en gemeenten. Daarom steunt hij de voorgenomen afschaffing van de stadsregio’s, de zogeheten Wgr-plusgebieden. ‘De provincies hebben soms te veel gaten laten liggen.’

In het pleidooi van de Arnhems- Nijmeegse stadsgewest-voorzitter Jaap Modder om juist van Amsterdam een groter en sterk stadsgewest te maken, ziet Remkes niets. ‘De hooggeleerde heer Modder heeft de idee dat besturen de economische dynamiek bepalen. Rondom Amsterdam wordt op een netwerkachtige wijze samengewerkt.

Dat gaat uitstekend. De verhoudingen met de burgemeester van Amsterdam zijn goed. Bovendien zijn er talloze voorbeelden die aantonen dat het probleem niet ligt bij de bestuurlijke organisatie, zie de verdieping en de doortrekking van de A4 bij Midden-Delfland.’

Herindeling

 

De nieuwe IPOvoorzitter ergert zich aan het ontbreken van kabinetsbeleid voor gemeentelijke herindeling. Om de bestuurlijke drukte te verminderen, zou het helpen als er ‘een innerlijk consistent kabinetsbeleid voor gemeentelijke herindeling’ zou zijn.

Remkes: ‘Het is pappen en nathouden. De criteria draagvlak en regionale versterking zijn niet evenwichtig. Je kunt mij niet uitleggen dat de vorming van de grote gemeente Súdwest Fryslàn regionaal evenwichtig te noemen is. Herindelingen moeten ook duurzaam zijn.

Als minister heb ik nog een herindeling van Medemblik gedaan. Toen ik hier kwam als commissaris kwam er weer een herindeling waarin Medemblik participeert voorbij. Ik snap alle gevoeligheden best, maar ik laat mij niet zeggen dat het beleid voor gemeentelijke herindeling een serieuze aanpak van de bestuurlijke drukte inhoudt. Er zit ook nog een principiële kant aan: we krijgen als provincie meer taken op het gebied van ruimtelijke economie, natuur en landelijk gebied. Als we die willen uitvoeren, moet dat wel kunnen met een bestuurlijke organisatie die daartoe in staat is. Bovendien worden ons de duimschroeven aangedraaid: provincies krijgen minder mogelijkheden om bestuurlijke knelpunten op te lossen.’

Vraagtekens

 

Remkes wordt als nieuwe IPO-voorzitter geconfronteerd met twijfels over het nut van de koepelorganisatie. Onder andere Remkes’ eigen Noord-Holland zette vraagtekens bij het IPOlidmaatschap. Remkes liet er in zijn toespraak op het jaarcongres geen misverstand over bestaan dat hij pal staat voor de provinciekoepel. ‘Het IPO zal een IPO van de twaalf provincies zijn, of het IPO zal niet zijn.’

Remkes gaat er vanuit dat de rijen gesloten worden en dat het IPO blijft bestaan. ‘Mijn opvatting is dat wanneer één provincie afhaakt, dat materieel het einde van het IPO betekent. Je geloofwaardigheid als gezamenlijke provincies is dan aanzienlijk minder geworden. Je kunt je dat niet veroorloven. Maar ik heb niet het beeld dat het zover komt. Met het IPO zijn we serieus aan een veranderingstraject begonnen.’

Onder de druk van de provincies wordt de personeelsbezetting op het Haagse kantoor van het IPO met 30 procent gekort. Ook zal het IPO zich focussen op onderwerpen die alle twaalf provincies raken.

‘Onze prioriteit ligt bij onze kerntaken en onderwerpen die alle provincies aangaan zoals de vorming van de RUD’s, de regionale uitvoeringsdiensten, en een fatsoenlijke overgang van de jeugdzorg naar de gemeenten.'

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie