Lastenstijging waterschappen ‘laagste van alle overheden’
Het valt volgens minister Plasterk van Binnenlandse Zaken relatief gezien wel mee met de stijging van de waterschapsbelastingen. ‘In veel gevallen wordt een grotere stijging van het ene tarief gecompenseerd door een minder grote stijging van een ander tarief.’
Het valt volgens minister Plasterk van Binnenlandse Zaken relaief gezin wel mee met de stijging van de waterschapsbelastingen. ‘In veel gevallen wordt een grotere stijging van het ene tarief gecompenseerd door een minder grote stijging van een ander tarief.’
Dat schrijft de PvdA-bewindsman aan de Tweede Kamer in reactie op een rapport van het Centrum voor onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo). In dat rapport, ‘Kerngegevens ontwikkeling waterschapsheffingen 2009-2015’, staat dat de waterschapsbelasting voor ingezetenen de afgelopen 4 jaar met gemiddeld 4,4 procent per jaar is gestegen, terwijl de zuiveringsheffing jaarlijks met 2 procent omhoog ging.
Meerdere tarieven
Het Coelo heeft volgens Plasterk de ontwikkeling van de tarieven bij de waterschappen van de afgelopen jaren op een rij gezet en laten zien dat de ontwikkeling van tarieven per waterschap verschilt. Die verschillen zijn volgens de minister mede te verklaren omdat waterschapsbelastingen regionale belastingen zijn. De hoogte ervan hangt af van de inrichting van het gebied, de specifieke taken van het waterschap en de eisen die aan het gebied worden gesteld.
Daarnaast is het volgens Plasterk zo dat huishoudens en bedrijven meerdere tarieven betalen. ‘In veel gevallen wordt een grotere stijging van het ene tarief gecompenseerd door een minder grote stijging van een ander tarief. Daarom zou ook moeten worden gekeken naar wat een huishouden en een bedrijf in totaliteit aan waterschapsbelastingen betaalt’, zegt hij. Verder wijst de minister erop dat de stijgingen die het Coelo weergeeft niet zijn gecorrigeerd voor inflatie. ‘Uit het jaarlijkse overzicht van de Unie van Waterschappen over de ontwikkeling van de waterschapsbelastingen blijkt al enkele jaren dat de ontwikkeling van de belastingopbrengsten van de waterschappen, in vergelijking met de overige decentrale overheden over de periode 2006-2014, de laagste stijging kent’, aldus de minister.
Nadere verkenning bekostiging
Hij wijst er bovendien op dat de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) Nederland gebruikt als een mondiale referentie op het gebied van waterbeheer tegen relatief lage kosten. De OESO constateert onder andere dat het Nederlandse waterbeheer een stabiele financiële structuur kent, ‘maar dat er voor de lange termijn ook een aantal uitdagingen zijn om het bekostigingssysteem duurzaam en toekomstbestendig te maken.’ Het gesignaleerde bekostigingsvraagstuk wordt volgens Plasterk ‘nader verkend.’
Reacties: 9
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Grappig dat hij de periode aanpast naar 8 jaar. Hij weet prima dat alle andere overheden de afgelopen 4 jaar wel hebben bezuinigd, dus... pas je de periode aan. Er zijn kleine leugens, grote leugens en statistieken :-).