Kans op superprovincie niet laten vervliegen

De Kamerbehandeling van de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) is uitgesteld. Dit is gebeurd op verzoek van D66-Kamerlid Gerard Schouw. Als het wetsvoorstel door de Kamer wordt aangenomen, is de kans op de vorming van de eerste superprovincie vervlogen, stelt Schouw.

Alle fracties steunden dinsdag zijn voorstel om de plenaire behandeling van de Kameragenda af te voeren. Het is nog niet bekend wanneer zij wel wordt behandeld.

Vervoersregio

Onderdeel van de wetswijziging − nodig in verband met het afschaffen van de Wgr-plusregio’s −, is de vorming van vervoersregio’s in Amsterdam-Almere en Rotterdam-Den Haag en de overheveling van het bijbehorende BDU-budget naar deze steden. De verkeer- en vervoertaken inclusief de budgetten die bij andere Wgr-plusregio’s waren ondergebracht, worden wel aan de betreffende provincies overgedragen. Noord-Holland, Utrecht en Flevoland vinden dat die verantwoordelijkheid inclusief het budget ook bij de te vormen superprovincie moet komen te liggen. Zonder extra substantiële taken heeft die superprovincie geen toegevoegde waarde, zo stellen de drie Commissarissen van de Koning, en willen zij er niet verder aan meewerken.

Onderhandelingsruimte weg

De verantwoordelijkheid voor het verkeer en vervoer is niet de enige taak die de drie provincies erbij willen hebben, maar wel een hele belangrijke. Als het kabinet wat dit punt betreft alsnog over de brug komt, kan met de provincies verder worden gepraat. Als het wetsvoorstel tot wijziging van de Wgr door de Kamer wordt aangenomen, is minister Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA) ‘al zijn onderhandelingsruimte kwijt en gooit hij zijn eigen glazen in’, verduidelijkt Schouw zijn voorstel. Hij snapt dan ook niet waarom Plasterk zo hechtte aan snelle behandeling. Op initiatief van Schouw is die onderhandelingsruimte er nog wel.

Uiterst kritisch

Als de BDU-gelden alsnog aan de beoogde superprovincie worden toebedeeld, wordt de kans op verdere medewerking van de drie fusiepartners aanzienlijk vergroot, zo analyseerde Binnenlands Bestuur recent. En daarmee de kans op voldoende steun in Tweede en Eerste Kamer. Plasterk wil voor de zomer met zijn wetsvoorstel tot vorming van het eerste landsdeel komen en deze voor de Statenverkiezingen van volgend jaar door beide Kamers loodsen. Draagvlak bij de betrokken provinciebesturen zal bij de Kamerbehandeling bij dit niet onomstreden plan van de minister een belangrijke rol spelen. Vooral de Eerste Kamer, waar het kabinet geen meerderheid heeft, is uiterst kritisch. Het ontbreken van een visie op de totale (her)inrichting van het binnenlands bestuur is de senaat een doorn in het oog.