Advertentie

Het stembureau: Stemmen zonder politiek

Leden van het stembureau zitten deze verkiezingen verstopt achter mondkapjes, handschoenen en spatschermen. Maar verder is veel hetzelfde, ziet verslaggever Michiel Maas als stembureaulid. Bij de logistiek en organisatie van het uitbrengen van je stem is de politiek opvallend afwezig.

17 maart 2021
stembureau.jpg

Leden van het stembureau zitten deze verkiezingen verstopt achter mondkapjes, handschoenen en spatschermen. Maar verder is veel hetzelfde, ziet verslaggever Michiel Maas als stembureaulid. Bij de logistiek en organisatie van het uitbrengen van je stem is de politiek opvallend afwezig. 

Als een wat oudere vrouw haar stempas en identificatie uit haar tas probeert te wurmen, valt er ineens een PvdA-verkiezingsfolder uit. Het is het eerste politieke pamflet dat ik vandaag zie. Voor een stembureaulid zijn verkiezingen eigenlijk vooral non-politiek. Ik ben nog geen kiezer tegengekomen die zijn voorkeuren kenbaar maakte, en als stembureauleden onderling hebben we het tijdens rustige momenten over van alles en nog wat. Maar niet over de politiek of politici. De vrouw stopt de folder verontschuldigend weer in haar tas.

 

We wisselen als stembureauleden om het halfuur van taak. Een stembureau moet met minimaal vier leden bemenst worden, maar wij zijn met vijf. Soms is het wat drukker, maar storm loopt het nooit dus het is een riante bezetting. Standaard controleren twee mensen de stempassen en identificatie en delen de stembiljetten en potloden uit. Een derde lid zit naast de stembus en controleert of alles in de stemhokje ordelijk verloopt. Een vierde lid staat bij de deur en controleert of bezoekers mondkapjes dragen en afstand houden. Het houdt de voorzitter van het stembureau vrij om vragen te beantwoorden van stembureauleden en kiezers. Al vroeg in de dag zijn we een geoliede machine en nemen taken moeiteloos van elkaar over. Als we van positie wisselen, ontsmetten we de tafels, stoelen en stemhokjes (als ze vrij zijn).

 

De coronamaatregelen zijn makkelijk op te volgen. Het is routine geworden na een jaar van maatregelen, en zowel de stemmers als de stembureauleden draaien dezelfde plaat: mondkapje op, handen wassen, afstand houden. Alleen bij stempascontrole kan het lastig zijn, vooral als brildragers binnenkomen uit de koude buitenlucht, en de brillenglazen beslaan. We kunnen voor een identiteitscontrole vragen of mensen hun mondkapje even willen afdoen.

 

Maar de sfeer is onveranderlijk vriendelijk. We groeten de kiezers bij binnenkomst, wensen ze succes bij het uitbrengen van hun stem en een fijne dag bij het verlaten van het stembureau. Er wordt altijd teruggegroet. In de zeldzame gevallen dat we iemand niet kunnen laten stemmen, meestal vanwege het vergeten van een identiteitsbewijs of het niet juist invullen van een volmacht, reageren mensen begripvol. Als we mensen wijzen op de juiste looprichting omdat ze de verkeerde in- of uitgang nemen, reageren ze altijd met een verontschuldiging. We helpen bij vragen over het invullen van het stembiljet, maar vragen of mensen naar ons toe komen. Stemmen in het stemhokje doe je immers alleen.

 

Ondanks de mogelijkheid tot briefstemmen komen er toch nog veel ouderen in persoon naar het stembureau. Als ik een echtpaar vraag waarom, is het antwoord duidelijk. ‘We wonen tegenover het stembureau. De dichtstbijzijnde brievenbus is drie straten verder.' Maar het is voor hen ook gewoon een uitje. 'Zo vaak stemmen we niet, tenslotte.’ Voor anderen is stemmen vooral een plicht. Ze willen snel hun stem uitbrengen en meteen weer weg. Een van de vroegste bezoekers komt met een eigen stempas en een volmacht van zijn vrouw. ‘Ze heeft haar been gebroken,’ zegt hij spontaan, terwijl ik de stempassen controleer. Maar er is een probleem: hij heeft van zijn vrouw geen identiteitsbewijs, of kopie daarvan, meegenomen. Van zichzelf wel, dus hij mag zijn stem wel uitbrengen, maar die van zijn vrouw niet. Maar als hij dat eerste doet, kan hij later niet terugkomen om alsnog voor zijn vrouw te stemmen. Terwijl ik het hem uitleg, kijkt hij me ijzig aan. Dan zucht hij. ‘Ik heb geen zin om weer terug te komen voor die extra stem. Pech gehad.’ Hij pakt zijn stembiljet aan en beent naar het stemhokje.

 

Als er een jonge vrouw binnenkomt controleer ik haar stempas, en geef het stembiljet en het meeneemstempotloodje. ‘Nee, niet nodig,’ zegt ze. ‘Ik heb al een pen.’ Ik ben even in verwarring. ‘We hebben er een potlood voor hoor,’ zeg ik, en ik wapper met het belachelijk kleine potloodje. ‘En u moet het vakje wel rood inkleuren.’ ‘Het is een rode pen.’ Ze laat het me zien. ‘Een potlood kan straks uitgegumd worden, en een pen niet.’ Ze knipoogt vriendelijk en loopt al naar het stemhokje voordat ik begrijp wat ze bedoelt. Uitgummen van stemmen? Hoe kan je dàt nou denken!

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie