Hengelo mocht uitkering niet schrappen om bijdrage dochter

Een echtpaar uit Hengelo ontving wekelijks een paar tientjes van hun dochter. Reden voor de gemeente Hengelo om hun aanvullende uitkering te schrappen en terug te eisen. De rechtbank Overijssel steekt hier echter een stokje voor.

Boodschappen

Het Hengelose stel kreeg sinds januari 2016 een aanvullende uitkering. Bij een rechtmatigheidscontrole in augustus 2017 bleek uit hun bankafschriften dat ze van hun dochter iedere week een paar tientjes kregen. In 2016 30 euro per week en in 2017 35 euro.  Volgens het echtpaar was dit een betaling voor boodschappen die zij voor hun dochter deden.

Extra inkomsten
De gemeente meende echter dat het hier ging om extra inkomsten, die de ouders ten onrechte niet hadden opgegeven. Daarop werd hun aanvullende uitkering geschrapt en werd hen meegedeeld dat zij een bedrag van 1085,54 bruto en een nettobedrag van 240 euro aan ten onrechte ontvangen aanvullende uitkeringen moesten terugbetalen.

Zonder voorbehoud
Op de vraag of het geld bedoeld was voor het terugbetalen van boodschappen of als extra financiële ondersteuning van de ouders, laat de rechtbank zich niet uit. Wel oordeelt de rechter dat het echtpaar de inlichtingenplicht niet heeft geschonden. Toen ze de uitkering aanvroegen, hebben ze hun bankafschriften overlegd. Daaruit bleek toen al dat hun dochter wekelijks een bedrag op hun rekening schortte. De gemeente zag daar volgens de rechtbank toen blijkbaar geen beletsel in om hen een uitkering te geven. De uitkering is ‘zonder voorbehoud’ aan het stel verstrekt, zonder dat het vaste wekelijkse bedrag ook maar ter sprake is gebracht. ‘Aan deze toekenning hebben eisers daarom de verwachting kunnen ontlenen dat het structureel ontvangen van de bedragen van hun dochter niet van invloed was op hun aanspraken op bijstand. Van schending van de inlichtingenplicht is onder deze omstandigheden geen sprake geweest’, zo stelt de rechtbank.