Advertentie

Gemeenten krijgen handreiking salafistische organisaties

Het kabinet heeft voor gemeenten en lokale partners een normatief kader opgesteld waarmee bepaald kan worden of er sprake is van grensoverschrijdend gedrag van een salafistische organisatie. Het blijft in Nederland echter juridisch onmogelijk om salafistische organisaties te verbieden.

29 februari 2016

Het kabinet heeft voor gemeenten en lokale partners een normatief kader opgesteld waarmee bepaald kan worden of er sprake is van grensoverschrijdend gedrag van een salafistische organisatie. Het blijft in Nederland echter juridisch onmogelijk om salafistische organisaties te verbieden.

Alleen bij gevaar voor vrijheid optreden

Minister Asscher schrijft in een Kamerbrief over de concretisering voor de aanpak van salafisme. Volgens de minister kunnen burgemeesters bijeenkomsten van salafistische organisaties niet verbieden. Dat kan alleen bij strafbare gedragingen die de vrijheden van burgers in gevaar brengen. In de brief worden de betreffende artikelen uit het Wetboek van Strafrecht weergegeven. Onder meer opruiing tot openbaar gezag en terrorisme, aanzetten tot haat, discriminatie en geweld, deelnemen aan een terroristische organisatie en terrorisme werven worden strafbaar genoemd.

Onderscheid onwenselijk en onrechtmatig  

Asscher schrijft dat er onderscheid is aan te brengen tussen gedragingen die onwettig zijn en gedragingen die in meer of mindere mate onwenselijk zijn. Deze verschillende gedragingen vragen volgens hem elk om een andere reactie. Daarbij kan interactie en dialoog worden aangegaan maar aanspreken en confronteren is ook een optie. Tot slot is ‘verstoren en handhaven’ ook een maatregel. ‘Daarbij kan er een veelvoud van concrete maatregelen en acties aan de orde zijn, van verschillende juridische maatregelen tot andersoortige acties en initiatieven vanuit de overheid en de bredere samenleving.’

Steun voor gemeenten

Om lokale partners te steunen bij hun omgang met ‘problematische gedragingen gemotiveerd door het salafisme’ is er een normatief kader opgesteld om de kennis hierover bij gemeenten te vergroten. ‘Om een goed oordeel te vellen is helderheid nodig over wanneer, waarom en in hoeverre een bepaalde gedraging als problematisch kan worden gezien. Er zijn handvatten nodig om de respons vorm te geven’, zo schrijft Asscher. Met de gemeenten wordt onder meer besproken hoe zij om moeten gaan met organisaties die predikers met ondemocratische leerstellingen uitnodigen, het niet erkende onderwijs, de subsidiëring van of samenwerking met salafistische organisaties.

Ultimum remedium 

De inzet van het strafrecht wordt door Asscher gezien als een ‘ultimum remedium’. 'Veel problematisch gedrag is niet strafbaar en de strafrechtelijke handhaving kan niet eerder worden aangewend dan nadat een strafbaar feit is geconstateerd. In eerste instantie moet daarom worden ingezet op het voorkómen van eventueel strafbare feiten zoals discriminatie, haatzaaien of opruiing.' 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie