Een op drie vuurwerkafstekers doof voor verbod

Afgaande op de uitkomst van de enquête gaat een particulier vuurwerkverbod de politie handenvol werk bezorgen rondom de jaarwisseling. Ruim zes op de tien vuurwerkafstekers zeggen in zo’n situatie (waarschijnlijk) te stoppen met het zelf afsteken van vuurpijlen en knallers. Ten opzichte van 2017 – toen 57 procent aangaf dan te zullen stoppen – is dat aandeel weliswaar gegroeid, maar 29 procent van de vuurwerkafstekers is niet van zins zich de traditie te laten afpakken. Een op de tien zegt nog niet te weten wat in die nieuwe situatie te doen.

Een algemeen vuurwerkverbod voor particulieren kan rekenen op de steun van 48 procent van de Nederlanders. Dat beeld is sinds 2015 stabiel, met uitzondering van een kleine daling in 2016. Als zo'n verbod wordt gecombineerd met een vuurwerkshow op een centrale plaats in de gemeente komt het aandeel voorstanders uit op een meerderheid van 55 procent.

Ter rechterzijde is men overwegend tegen een particulier vuurwerkverbod: CDA (63 procent tegen), VVD (61 procent), FvD (59 procent) en PVV (53 procent). Ook een nipte meerderheid van 50 Plus-stemmers (53 procent) is tegen een verbod. Twee op de drie Nederlanders zijn vóór strengere handhaving van de afsteektijden. Dat aandeel groeit licht ten opzichte van vorige jaren. Ook onder vuurwerkafstekers stijgt het draagvlak voor strenger handhaven (van 34 naar 39 procent). Het idee om de afsteektijden strenger te handhaven kan op brede steun rekenen onder verschillende kiezersgroepen. Kiezers van 50 Plus (77 procent), SP (74 procent), Partij voor de Dieren (71 procent), Groen- Links (71 procent) en ChristenUnie (70 procent) zijn hiervan het vaakst voorstander. Het draagvlak is verhoudingsgewijs het kleinst onder VVD-kiezers (50 procent). 

(lees hier het achtergrondartikel)