Advertentie

Donner is daadkrachtig in vertragen

4 jaar heeft een kabinet - formeel - om hervormingen effectief wettelijk door te voeren. De parlementaire historie leert dat er feitelijk 3 tot 3,5 jaar beschikbaar is. Een minister moet daarom voortvarend beginnen.

23 september 2011

ANALYSE

Hij moet in zijn eerste jaar wetsvoorstellen voor een andere koers bij het parlement indienen om nog tijdens zijn kabinetsperiode groen licht te krijgen van Tweede en Eerste Kamer.

 

Minister van Veiligheid en Justitie, Ivo Opstelten (VVD), heeft die aloude les goed in zijn oren geknoopt. De wettelijke procedure voor de invoering van de Nationale Politie is in sneltreinvaart in gang gezet. Vooruitlopend op de parlementaire goedkeuring benoemde Opstelten kwartiermakers die de invoering van de Nationale Politie al ter hand nemen. Wat men ook vindt van de nationalisering van de politie - in gemeenteland bestaat de vrees dat de politie nog verder van het lokaal bestuur komt te staan - Opstelten heeft de condities geschapen om formeel deze reorganisatie in de komende maanden succesvol door het parlement te loodsen.

 

Dat de ene minister de andere niet is, toont minister van Binnenlandse Zaken Piet-Hein Donner (CDA). Hij moet een andere reorganisatie uit het regeerakkoord, die over een kleiner, effectiever openbaar bestuur, door het parlement loodsen. Het gaat om het verminderen van bestuurders, de afschaffing van de stadsregio’s en de deelgemeenten in Amsterdam en Rotterdam, de invoering van een infrastructuurautoriteit in de Randstad en als klapstuk en boegbeeld van modernisering en vernieuwing, de vorming van een Randstadprovincie.

 

Er zijn bijna 12 maanden verstreken sinds het VVD-CDA-minderheidskabinet de voorstellen voor een kleinere overheid lanceerde. Het wachten is echter nog steeds op concrete voorstellen. Donner toont zich vooral daadkrachtig in het spel van vertragen. In december beloofde Donner dat hij in maart met zijn visie zou komen op het openbaar bestuur plus een praktische uitwerking van de voorgestelde reorganisaties.

 

Sinds maart laat Donner via zijn zegslieden voortdurend weten dat het nog enkele weken duurt. Zelfs deze week liet een zegsman desgevraagd weten dat het nog zeker enkele weken gaat duren, dat het kabinet eerst over de visie moet besluiten en dat het betreffende visiestuk nog niet eens de voorportalen van het kabinet heeft bereikt.

 

Donner permitteert het zich zelfs in zijn begroting om niet eens meer te streven naar de fusie van Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht en Flevoland. Hij gaat ‘de bestuurlijke samenhang (en eventueel samengaan) van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland in ogenschouw nemen’. Daarmee oogstte Donner een reprimande van VVDfractievoorzitter Stef Blok, die het allemaal te langzaam en te weinig vindt wat Donner doet (zie ook ‘Duwtje nodig’, pagina 15) .

 

De vraag is onderhand of Donner het regeerakkoord op de genoemde punten wel wil uitvoeren? Wie niet wil, kan nee zeggen of zich verschuilen in vertragende procedures. Of stuurt de minister bewust aan op uitstel vanwege zijn naderende overstap naar de Raad van State?

 

In politiek Den Haag geldt Donner als de voornaamste kandidaat om Tjeenk Willink, die met pensioen gaat, op te volgen als vice-voorzitter van het belangrijkste adviesorgaan van het kabinet. De overstap is, zo valt in CDA-kringen te beluisteren, al geregeld; in Donners opvolging wordt voorzien door een kandidaat van buiten Den Haag met meer oog voor het lokaal bestuur.

 

De aanstaande transfer naar de Raad van State kan een verklaring zijn waarom Donner geen haast maakt met het ter hand nemen van de reorganisatievoorstellen. Donner verkleint het risico dat hij straks als vice-voorzitter van de Raad van State over zijn eigen voorstellen moet adviseren. Dat is voor hem persoonlijk prettig, maar past niet bij een minister die zich een behartiger van staatsrechtelijke uitgangspunten en verantwoordelijkheden acht.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie