D66-senator wil degradatie wethouder voorkomen
Een rechtstreeks door burgers gekozen burgemeester degradeert wethouders vrijwel zeker tot randfiguren. Wat dat betekent voor het niveau van de wethouders(kandidaten), laat zich volgens staatsrechtgeleerde Hans Engels raden. Engels plaatst in zijn deze week uitgesproken inaugurale rede als bijzonder hoogleraar van de Oppenheim-leerstoel aan de Rijksuniversiteit Groningen kritische kanttekeningen bij de gevolgen van een direct door de bevolking gekozen burgemeester
Een rechtstreeks door burgers gekozen burgemeester reduceert wethouders vrijwel zeker tot randfiguren. Wat dat betekent voor het niveau van de wethouders(kandidaten), laat zich volgens staatsrechtgeleerde Hans Engels raden.
Engels plaatst in zijn deze week uitgesproken inaugurale rede als bijzonder hoogleraar van de Oppenheim-leerstoel aan de Rijksuniversiteit Groningen kritische kanttekeningen bij de gevolgen van een direct door de bevolking gekozen burgemeester. Pikant, want behalve hoogleraar is Engels senator voor D66 – de partij die het felst pleit voor een rechtstreeks gekozen burgemeester.
Verlies centrale positie in gemeentebestuur
Mocht het in het komend decennium uiteindelijk tot zo’n direct gekozen burgemeester komen, dan dwingt dat volgens Engels tot nadenken over de vraag wat dat zou kunnen betekenen voor de positie en rol van de wethouders. Het democratische mandaat van de burgemeester, of dat nu aan de bevolking of aan de raad wordt ontleend, zal hem binnen het college het politieke en bestuurlijke primaat opleveren. ‘Zeker in het geval van een direct door de burgers gekozen burgemeester zullen de wethouders ontegenzeggelijk de centrale positie en rol die zij nu binnen het gemeentebestuur innemen verliezen en al snel in de verdrukking komen’, aldus Engels. Het is volgens hem zeer goed denkbaar dat zij zullen worden gerekruteerd door de gekozen burgemeester als formateur in de collegevorming. ‘En daardoor van hem afhankelijk worden’, zegt hij.
Terugkeer naar 'burgemeestersland'
Bovendien zullen de bevoegdheden die wethouders nu nog hebben als lid van het college in meer of mindere mate overgaan naar de burgemeester. Engels: ‘Nederland is dan niet langer een wethoudersland, maar een burgemeestersland. We keren dan min of meer terug naar de tijd van de wethouders als assistenten van de burgemeester. Het is de vraag of dat perspectief bij de huidige stand van het lokaal bestuur als vruchtbaar kan worden aangemerkt. Over het rekruteringsbereik en het niveau van de wethouder moet men zich in mijn ogen in die situatie niet veel illusies meer maken.’
Wethouder bestuurlijk randfiguur
Zaak is het dan, uit oogpunt van kwalitatief goed lokaal bestuur, het ambt van wethouder ook in de nieuwe situatie aantrekkelijk te houden. De meest kansrijke mogelijkheid ziet Engels daarvoor in het nu al inzetten op de formele verzelfstandiging van de wethoudersfunctie, ‘zodat wethouders niet volledig van een ander orgaan afgeleide bestuurlijke randfiguren worden.’
Engels pleit ervoor het wethoudersambt meer te verzelfstandigen in de vorm van een zogeheten individuele bevoegdheidstoedeling: het delegeren van collegebevoegdheden aan de individuele wethouder, zodat deze voortaan onder eigen verantwoordelijkheid bestuurlijke besluiten kan nemen. De wethouder wordt dan een regulier bestuursorgaan. Om delegatie van collegebevoegdheden aan individuele wethouders mogelijk te maken is wel een aanpassing van de Gemeentewet nodig.
Te veel eerbied voor polderen
Gevolg is dat er minder nadruk komt te liggen op collegiaal bestuur. Dat laatste is bij de huidige stand en de komende ontwikkeling van het lokaal bestuur volgens Engels ook niet langer vol te houden. ‘Het Nederlandse openbaar bestuur te veel eerbied voor de historie van overheidsinstituties en voor de bestuurscultuur van polderen, schikken en plooien. Dit ontzag, niet zelden ingegeven door politieke en conservatieve belangen, belemmert de voor het behoud van legitimiteit noodzakelijke hervormingen van ons politieke stelsel en onze bestuurlijke organisatie, en daarmee een toekomstbestendige doorontwikkeling van het decentraal bestuur.’
Reacties: 13
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Indien een partij niet de meederheid behaald, ga je coalitie vormen. De grootste partij levert de burgemeester net als de minister president.
Als dit in het kabinet geen problemen oplevert, waarom zou dat dan problemen opleveren in een gemeente?
Een lijsttrekker van een partij gaat de verkiezingen in met als doel de grootste partij te worden en grootste partij levert de burgemeester. De grootste partij stelt college samen al dan niet i.s.m andere partijen. De wethouders kunnen uit de net gekozen raad komen of worden elders gezocht.
Dus dat moet goed gaan. Een minister president is ook duidelijk een lid van een partij en hij hoort toch boven de partijen te staan? Dat kun je toch ook verwachten van een burgemeester?
Kwaliteit is nogal relatief. Naar wie laat je je neus hangen. Naar actieve buurtverenigingen, naar ambtelijke vrienden, naar natuurinstellingen etc.
Welke benoemde burgemeester heeft meer kwaliteit dan de wethouders?
Vraag is of dat wenselijk is na zaken zoals Van Rey.
Slecht voorstel vanaf het begin, de gekozen burgemeester moet met touwtjes gerepareerd worden via de wethouders.
Laat maar zitten. Zorg dat een burgemeester door de gemeenteraad gekozen wordt, zoals nu ook al. Of schaf ze af en geef de bevoegdheden aan de wethouders.
Veel beter.