Advertentie

Correctief referendum nuttig, met wat bijsturing

Het bindend correctief referendum kan een nuttige aanvulling zijn op de representatieve democratie, maar behoeft zelf nog wel enige aankleding.

14 januari 2020

Dat concluderen de onderzoekers Frank Hendriks, Daan Jacobs en Charlotte Wagenaar van de Tilburg University in het rapport ‘Referenderen en delibereren’. Daarin worden voor Nederland serieus te nemen opties voor het bindend correctief referendum in kaart gebracht.

Publiek debat

Na welwillende adviezen van de Staatscommissie Parlementair Stelsel (2018) en de Raad van State (2019), staat het bindend correctief referendum opnieuw in de belangstelling. Begin dit jaar staat initiatiefwetgeving voor het bindend correctief referendum van SP-Kamerlid Van Raak op de agenda van de Tweede Kamer.

'Referenderen en delibereren' biedt aanknopingspunten voor wat de onderzoekers 'intelligent institutioneel ontwerp' noemen. Daarin wordt de toegevoegde waarde van het correctief referendum voor de representatieve democratie opgezocht en worden ook de mogelijke risico’s opgevangen. De oplossing schuilt onder meer in het zoeken van de combinatie met vormen van deliberatieve democratie, zoals de organisatie van publiek debat, burgerfora en aanverwante initiatieven.

Noodrem

Het correctief referendum kan volgens de onderzoekers een aanvulling zijn op de representatieve democratie vanwege onder andere de corrigerende werking in laatste instantie – een noodrem en laatste redmiddel voor wetgeving die uit de bocht dreigt te vliegen – en het waarschuwingssignaal vooraf: ‘let op, er kan een correctief referendum worden aangevraagd, kijk en luister in het voorbereidingstraject naar sterke en zwakke signalen van weerstand’. Een correctief referendum compenseert ook voor de zogeheten diplomademocratie. ‘De participatiekloof tussen hoger- en lageropgeleiden is minder groot dan bij reeds bestaande vormen van collectieve wilsvorming’, aldus de onderzoekers.

Tegelijk moet men volgens de Tilburgse wetenschappers bij correctieve referenda bedacht zijn op het risico van zwart-wit keuzes, waardoor mogelijk niet de meest betekenisvolle opties worden voorgelegd, het overhaast springen naar conclusies en onwerkbare implicaties.

Intelligent design

Geïnspireerd door experimenten en ervaringen in onder andere Zwitserland, Italië, Duitsland, de Verenigde Staten en Ierland zien zij grofweg drie manieren om deliberatie toe te voegen: ter voorbereiding van referenda, om referenda door te lichten en opvolgend op referenda. Daarnaast onderscheiden de onderzoekers drie varianten op het klassieke correctieve referendum: het correctieve referendum met gedeeltelijke verwerpingsoptie, met responsoptie voor het bestuur en met burgerlijk tegenvoorstel.

Het onderzoek wijst volgens de onderzoekers niet één ontwerp aan dat altijd en overal goed is, maar benadrukt intelligent combineren en goed inbedden. ‘Referenda zijn niet altijd geweldig, het hangt zeer van het ontwerp en de inbedding af hoe nuttig en waardevol ze zijn. Als dit fatsoenlijk is voorzien blijken referenda goed te kunnen samengaan met hoge scores op internationale democratieranglijsten. Het correctief wetgevingsreferendum is in aanleg een van de minst ingrijpende instrumenten binnen de groep van referendumvormen. Met intelligent ontwerp en goede inbedding kan de vrees voor nadelige repercussies worden ingeruild voor vertrouwen in nuttige correcties’, aldus het rapport.

Vuurwerkdiscussie

Om tot intelligent ontwerp te komen, zijn in ieder geval praktijkexperimenten nodig. Nieuwe wetgeving zou ruimte moeten bieden voor een proces van experimenteren en leren, dat met de intrekking van de Wet raadgevend referendum tot stilstand is gekomen. Leent de vuurwerkdiscussie zich voor een correctief referendum? ‘Nee, daarvoor zou er eerst wetgeving moeten zijn waar mensen een correctie op kunnen aanvragen’, zegt Hendriks desgevraagd. ‘Een ander soort referendum gaat Nederland al snel te ver – het bescheiden correctieve referendum gaat sommigen al te ver – maar juist de vuurwerkdiscussie heeft uitzonderlijke kenmerken die een experiment zouden rechtvaardigen met een variant op het Ierse model: een voorbereidend burgerforum in combinatie meet een afrondend referendum.’

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

J. Kraus
De uitdrukking “Inspraak zonder inzicht leidt tot uitspraak zonder uitzicht” is al erg oud en de Brexit discussie is daar het bewijs van. Pas na drie jaar wordt het in de UK duidelijk wat de impact is van een dergelijk besluit dat door politici was neergezet als een peulenschil. Het leven zou beter, goedkoper en welvarender worden en het tegendeel blijk nu.

Daarom moet men oppassen met referendums omdat er vaak valse motieven gehanteerd worden en de werkelijkheid altijd anders is. Dat komt omdat er eigenlijk geen goede regels zijn waar de fouten in het systeem ordentelijk verwerkt zijn. Zo was bij de Brexit het verschil te klein voor een verantwoorde uitspraak en men ziet nu dat de samenleving gesplitst is in voor- en tegenstanders, die niet meer met elkaar praten. Daarom zou een uitspraak alleen bij grote meerderheid mogen gelden; boven de 66% en onder de 33% . In het tussengebied zijn de gevoelens onduidelijk en zijn meet- en systeemfouten belangrijke vervuilers van de uitslag.

Ook de opkomst zou mee moeten tellen. Komt meer dan 66 % van de kiesgerechtigden stemmen, dan is het een belangrijk onderwerp en dient bij een keuze de raad dit te respecteren. Onder de 33% opkomst is het duidelijk dat het onderwerp niet leeft en is de raad vrij zelf te bepalen wat goed is voor de samenleving en tussen 33 % en 66 % is het meer een richting gevend advies. Kortom meer statistiek in de uitslag verwerken en vooraf deze regels duidelijk communiceren.

Advertentie