Bereidheid burgerparticipatie stopt bij troep opruimen

 Als het moet, zijn Nederlanders zonder morren bereid te zorgen voor familieleden die ziek of hulpbehoevend zijn. Maar het opruimen van hondenpoep in de eigen buurt gaat de meesten te ver. Ook het legen van afvalbakken, het schoonmaken van bekladde muren en het corrigeren van hangjongeren zijn volgens de gemiddelde Nederlander bij uitstek taken voor de overheid. Dat blijkt uit een peiling van onderzoeksbureau TNS NIPO naar burgerparticipatie.

Van de regering moet Nederland veranderen in een participatiesamenleving: minder leunen op de overheid en meer zelf doen. Koning Willem-Alexander benadrukte het dinsdag nog eens in zijn troonrede.
 
Sociale welstandsklasse 

De belangrijkste voorwaarden voor een succesvolle participatiemaatschappij zijn volgens TNS NIPO de mate waarin mensen in de buurt contact met elkaar hebben en de sociale welstandsklasse (een combinatie van opleidingsniveau en inkomen). Mensen die vaak een praatje maken met hun buren en tot de hogere sociale welstandsklassen behoren, zijn het meest bereid mee te werken aan buurtactiviteiten.

Hogere klassen met weinig contact
Hoe minder contact met de buren, hoe minder graag men de handen uit de mouwen steekt. Vooral de hogere klassen met weinig contact zijn het minst te porren voor een eigen bijdrage.

Het grootste deel van de Nederlanders (58 procent) heeft af en toe contact met de buren. Een op de vijf zegt de deur plat te lopen en 18 procent heeft weinig contact. Van de ondervraagden maakt 2 procent nooit eens een praatje met buurtbewoners.