Appingedam-uitspraak geeft duidelijkheid

In de uitspraak van de Raad van State over de vestiging van een Bristol in Appingedam is het de eerste keer dat een bestemmingsplan is getoetst aan de Europese Dienstenrichtlijn. Voor gemeenten is nu duidelijker hoe de toetsing verloopt. ‘Veel gemeenten hebben gewacht op deze uitspraak’. 

Schoenen

In Appingedam ging het om een detailhandel die zich wilde vestigen op een locatie waar alleen ‘handel in volumineuze goederen’, zoals woonwinkels en doe-het-zelfzaken, is toegestaan. In Appingedam wilde schoenenketen Bristol zich vestigen in een winkel op het Woonplein aan de rand van het stadje. Maar dat is in strijd met de brancheringsregels in het bestemmingsplan, omdat de schoenenwinkel onder reguliere detailhandel valt, en niet onder volumineuze goederen.

Richtlijn
Die brancheringsregels moeten ervoor zorgen dat de binnenstad van Appingedam levendig en vitaal blijf en voorkomen dat in het stadscentrum leegstand ontstaat. Maar de Raad van State wilde toch onderzoeken of de brancheringsregels niet in strijd zijn met de Europese Dienstenrichtlijn. In juni 2018 deed de Afdeling bestuursrechtspraak al een tussenuitspraak: de regeling was weliswaar noodzakelijk, maar de gemeente moest beter onderbouwen waarom het centrum minder aantrekkelijk wordt als de detailhandel op het Woonplein niet zou worden beperkt tot volumineuze goederen. In de uitspraak van woensdag blijkt dat de gemeente dat nu wel voldoende heeft gemotiveerd.

Duidelijkheid
En die uitspraak geeft gemeenten meer duidelijkheid, zegt Koos Seerden, directeur van Rho adviseurs, die de gemeente Appingedam samen met Trip Advocaten hielp in de motivering en de procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak. ‘In veel gemeenten spelen dit soort zaken, en veel gemeenten hebben gewacht op deze uitspraak. Nu het duidelijk is hoe de toetsing verloopt, weten gemeenten wat ze moeten doen om hun regels te onderbouwen. Uit de onderzoeken die in Appingedam zijn gebruikt is duidelijk dat een winkelgebied in een stadscentrum gebaat is bij de aanwezigheid van luxe- en modewinkels. Als die twee er niet zijn, dan is de kans op leegstand aanmerkelijk groter. Dat zijn onderzoeken waar ook andere gemeenten wat mee kunnen.’