Advertentie

Ambtenaren zitten vooral elkaar in de weg

Gemeenten zoeken steeds meer de samenwerking met hun inwoners, zetten in op inclusieve democratie of overheidsparticipatie en experimenteren met democratische innovaties. Dat stelt andere eisen aan het vakmanschap van de ambtenaar en behelst beduidend meer dan het ophalen of voorleggen van ideeën.

11 oktober 2019
eens-en-oneens.jpg

Gemeenteambtenaren in de participatiesamenleving hebben andere vaardigheden, een andere werkhouding en soms meer vrijheid nodig om hun werk goed te kunnen doen. Eigen collega's blijken de grootste hindermacht. 

Dat blijkt uit onderzoek van Tilburg University in zes gemeenten. De onderzoekers spraken met een groep ambtenaren, variërend van wijkmanagers tot projectleiders en beleidsadviseurs.

Gemeenten zoeken steeds meer de samenwerking met hun inwoners, zetten in op inclusieve democratie of overheidsparticipatie en experimenteren met democratische innovaties. Dat stelt andere eisen aan het vakmanschap van de ambtenaar en behelst beduidend meer dan het ophalen of voorleggen van ideeën.

‘Werken op het raakvlak van gemeente en gemeenschap vraagt om een open houding ten aanzien van het vraagstuk in kwestie en de verschillende perspectieven daarbinnen en ten aanzien van het proces, zonder het streven naar concreet resultaat los te laten’, aldus de onderzoekers. ‘Het vraagt om verbindend optreden, tussen mensen, processen en middelen en om ‘bricolage’: in staat zijn ‘met vaak beperkte middelen iets nieuws te creëren’.

Ambtenaren lopen daarbij tegen grenzen op. De eigen organisatie biedt weliswaar houvast, maar kan ook in de weg zitten. Vasthouden aan al te strikte beleid- en wetgeving, tijdgebrek en werkdruk, traditionele vormen van sturing en management, politiek en vooral de hardnekkige verkokering staan volgens de ambtenaren het werken met buiten in de weg.

Die barrières worden met name ervaren tussen ambtenaren onderling. Collega’s stonden stipt op nummer één, wanneer het gaat om wat hindert binnen de organisatie. Ambtenaren hebben vooral behoefte aan ruimte in de vorm van flexibel te besteden tijd, geld en beslissingsmacht, ondersteund door bestuurlijke rugdekking en draagvlak, en een heldere visie op participatie en samenwerking. De aanbeveling is om ‘binnen’ meer structureel ruimte te maken voor ‘buiten’ en met gevarieerde teams te werken.

Reacties: 12

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Cor / beleidsmedewerker
Ik reageer op het artikel in de digitale uitgave van BB, dus als ik op basis daarvan de plank hier mis sla dan hoor ik het graag.



Uit het artikel maak ik op dat er gepleit wordt voor meer besluitvormende bevoegdheden de zogenaamde 4e macht. Dit lijkt me, diplomatiek uitgedrukt, niet wenselijk.
Wottsjer
Die hindermacht was ooit bedacht om eenduidigheid, rechtszekerheid en wat dies meer zij te borgen. Ik zou er eerst eens goed over na denken voor ik dat onnadenkend als hinderlijk en ouderwets bij het 'oud vuil' zou parkeren.

Voor je het weet komt de zich miskend voelende meedenk-burger zijn recht halen en dan heb je niets in handen. Dan halen die klagers hun gelijk, op kosten van de gemeenschap, weer.
Mark
Ik denk dat dat voor elke domein geldt. Zolang er beleidsambtenaren zijn, wordt er beleid gemaakt. Daar worden ze voor betaald dus gaan ze dat doen. Bij de gevolgen staan ze niet stil. Of dat nu gaat over het Sociaal domein of het ruimtelijk domein met de stikstof crisis die we nu hebben. Het gaat om maakt iemand wel of geen beleid. Vervolgens heeft het vaak enorme praktische gevolgen die we dan proberen op te lossen. Maar de oplossing is vaak heel simpel. Schrap de beleidsregels.
Niels / Ambtenaar
Herkenbaar artikel. Eens met conclusies. Maar ook een teveel aan participatie heeft een donkere kant als het adagium wordt "overal #ja op te zeggen". Ik pleit voor een goede balans!
realist / adviseur
@Niels

Van een teveel aan participatie kan nooit sprake zijn. Zolang als men blijft binnen de verplichte wettelijke kaders (,als die er zijn) is alles mogelijk. Volgens mij is het oude denken "Wij weten wat goed is voor u" niet meer van deze tijd.

H. Hinderink / jurist
Het heeft in een netwerksamenleving meerwaarde om goed na te denken over de aanpak, opzet en regie van participatieprocessen en wie daarbij worden betrokken. Dit met het oog op het goed inventariseren en analyseren van belangrijke vraagstukken, doelstellingen, achterliggende (algemene, sectorale, individuele) belangen en het uitwisselen van gedachten op basis van argumenten. In een interactief proces van netwerkcoöperatie kunnen oplossingsrichtingen worden verkend, met daarbij aandacht voor de vraag vanuit welke rol en (wettelijke) verantwoordelijkheden de overheid en/of andere partijen aan oplossingen (kunnen) bijdragen. Daar ligt een uitdaging, als stepping stone voor het zoeken naar draagvlak en waar nodig (of vereist) bestuurlijke besluitvorming op basis van een zorgvuldige afweging van belangen. Dit vormt een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur.
participant / Projectleider
Mijn inziens is het uiterste van beide (beleid of paticipatie) nooit goed en moet het in een goede harmonie zijn. Beleid is er en waar nodig wijken we gemotiveerd af.



Al te vaak gezien dat bij participatietrajecten niet altijd het beste resultaat behaald worden. Vaak zijn het toch de hardroepers of simpel weg de mensen die tijd hebben om deel te nemen, degene die inbreng geven gelijk krijgen of hun eigen doelstellingen behalen.

Sommige initiatieven zijn super maar dat wil niet zeggen dat iedereen er achter staat echter op dat moment hadden ze geen tijd, weten ze niet dat het speelt of durft men het niet te zeggen.



Zo ook intern bij het ambtelijk apparaat, het is en blijft goed dat er beleidmakers zijn die kritische vragen stellen etc. wel ben ik het er mee eens dat afwijken van het beleid makkelijker moet kunnen en dat men meer open-minded moet zijn om nieuwe dingen te proberen de afwijken van het beleid.
Cor / beleidsmedewerker
Mooi om direct onder elkaar bijdragen van de pragmaticus (Participant) en de theoreticus (Participant in de discussie) te zien. Bij de laatste spat het academische er vanaf zonder naar de implicaties en gevaren van (doorslaande) burgerparticipatie te kijken. De pragmaticus benoemt de gevaren wel door o.a. te wijzen op de roeptoeters die (denken te) weten wat goed voor hen en de ander is. Wij hebben al eens te maken gehad met een "denktank" die mee mocht praten over de ruitelijke ordening van het buitengebied. U raadt het al, deze club bestond volledig uit witte mannen met een academische achtergrond.
Hans / afdelingsmanager
Beleid op individueel niveau, zoals in het sociaal domein, is in mijn ogen volkomen oninteressant: ze doen maar. Beleid met 3-den werking, zoals het omgevings- en milieubeleid vind ik wel belangrijk en interessant. Er zijn ook grote belangen mee gemoeid.
Herman Nijskens
Natuurlijk zitten ambtenaren elkaar in de weg ieder vanuit hun eigen rol. Het draait om rechtmatig handelen en toezicht daarop. Beleid is bindend voor de gemeente gemotiveerd afwijken zal uitzonderlijk moeten zijn. Zo niet dan deugd het beleid niet. Dat uitvoerenden flexibel te besteden tijd willen kan ik niet plaatsen. Een taak moet efficiënt en effectief gedaan worden daarmee zijn zowel middelen als tijd de begrenzende factor. Een flexibele visie is ook een vreemde, bouw dan die flexibiliteit in de visie.
ieder op een eiland
ambtenaren phhhh, wat een zooi en wat een haantjes zonder spierballen . Man werk samen voor de bv NL en niets anders , zijn de problemen zo de wereld uit. Lutsers
H. Wiersma / gepens.
Als iedereen binnen zijn eigen vakgebied werkt vanuit een overall/paraplu-visie voor de gehele organisatie (dat heet samenwerken) hoeft niemand elkaar in de weg te zitten.
Advertentie