Advertentie

Actie in plaats van bureaucratie

Bij de aanpak van ondermijnende criminaliteit heeft de Taskforce Brabant Zeeland heeft gewerkt als een broodnodige ‘knuppel in het hoenderhok’. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek door het Verwey Jonker Instituut, dat vandaag openbaar wordt gemaakt.

23 september 2016

De Taskforce Brabant Zeeland heeft bij de aanpak van ondermijnende criminaliteit gewerkt als een broodnodige ‘knuppel in het hoenderhok’. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek van het Verwey Jonker Instituut, dat vandaag openbaar wordt gemaakt. Bij de aanpak van andere complexe problemen kunnen netwerkorganisaties leren van de aanpak van de Taskforce, met al zijn plussen en minnen.

Aanpak hennep

De ondermijnende criminaliteit in Noord-Brabant en Zeeland liep dusdanig de spuigaten uit, dat zes jaar geleden een Taskforce werd ingesteld in de vijf grootste steden in beide provincies. Die Taskforce moest als één overheid ‘doorpakken naar het effectief verstoren van crimineel ondernemerschap’. Dat moest lopen via drie programmalijnen en negen speerpunten, waaronder de aanpak van hennep, synthetische drugs en motorbendes. En vooral moest dit in nauwe samenwerking met gemeenten, politie, het Openbaar Ministerie (OM), de Belastingdienst en het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) worden opgepakt en uitgevoerd.

Veel actie

‘Er zou dus een enorm bureaucratisch moloch kunnen ontstaan, zoals wel vaker bij grote netwerkorganisaties het geval is, waarbij alleen maar wordt gepraat, vergaderd en papier geproduceerd, maar geen actie wordt ondernomen. Bij de Taskforce is dit niet gebeurd’, stelt Hans Boutellier, wetenschappelijk directeur van het Verwey Jonker Instituut in een toelichting op het onderzoek dat het instituut heeft uitgevoerd. ‘De Taskforce heeft de boel goed opgepookt en vooral veel actie ondernomen.’

Urgentie gestegen

Ondanks minnen, mitsen, maren en verbeterpunten tekenden de onderzoekers veel plussen op. ‘De urgentie voor de problematiek onder de directe samenwerkingspartners is gegroeid, er is veel actie ondernomen en daarbij is sprake van innovatie in de aanpak van ondermijnende criminaliteit en de samenwerking is bevorderd’, vat Boutellier samen.  Gemeenten in beide provincies zijn gemotiveerd geraakt om een bijdrage te leveren aan het tegengaan van ondermijnende criminaliteit. Gemeentelijke bestuurders weten dat de ondermijnende criminaliteit ook in hun soms (kleine) gemeenten voorkomt ‘en zijn hierdoor geprikkeld aan te slag te gaan’, aldus de onderzoekers in hun rapport Impulsen tegen ondermijning. De Taskforce Brabant-Zeeland wetenschappelijk tegen het licht gehouden. Ook is het lokale gezag beter in positie en nemen de ‘burgemeesters nu ook echt beslissingen’.

Kritiek

Kritiek was er ook. ‘Het echt integraal samenwerken en de aansturing van partners blijft een aandachtspunt. Er moet een betere balans komen tussen korte (rake) klappen en de lange termijn doelen in het verstoren van de criminele industrie. Er is onvoldoende focus op deze duurzame doelen en ook onvoldoende duidelijkheid in hoeverre er hierin resultaten worden geboekt. Monitoring ligt nu nog op acties, prestaties, niet op daadwerkelijk effect voor de maatschappij’, zo tekenden de onderzoekers op.

Korte klappen

Alle plussen en minnen tegen elkaar afgezet, komen de onderzoekers tot de conclusie dat de Taskforce heeft gewerkt, maar nog niet klaar is. De onderzoekers doen vijf strategische aanbevelingen. Een daarvan is dat er meer balans moet komen tussen degelijkheid en activisme. West-Brabant en Zeeland zijn meer actiegericht en willen vooral ‘korte klappen’ uitdelen, terwijl Oost-Brabant meer geneigd is naar de langere termijn te kijken, zo stellen de onderzoekers. Het integraal werken kan beter. ‘Winst valt er nog wel te behalen in het echt aan de voorkant elkaar al opzoeken om integraal per situatie te bekijken welke inzet van welke organisatie het beste is’, verduidelijkt Boutellier. Een andere aanbeveling is uitbreiding van het netwerk naar andere maatschappelijke organisaties, zoals woningbouwcorporaties.

Breder bruikbaar

Bij complexe problemen, waarbij met veel partijen moet worden samengewerkt en waarbij het gevoel van urgentie nog niet bij iedereen is doordrongen, kan de aanpak en werkwijze van de Taskforce bruikbaar zijn. Daarvan zijn Boutellier en Broekhuizen overtuigd. ‘Er is lef nodig om niet altijd alles volgens de geëigende weg te doen en pas op basis van een uitgewerkt plan, waarmee iedereen akkoord is, in actie te komen. Dat kan vaak niet bij complexe, maatschappij-ontwrichtende problemen. Het is de kunst om doelgericht te prikkelen en voldoende slagkracht te organiseren zonder rondom die netwerkorganisatie een gigantische bureaucratie op te tuigen.’ Bestuurlijk draagvlak is daarbij essentieel.

Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr 18 van deze week

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie