bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Jeugdzorg Brabant voorzichtig weg naar boven ingeslagen

Structurele veranderingen in de jeugdzorg nodig

BMC
01 juli 2022
Jeugd

Begin 2021 was de situatie bij Jeugdbescherming Brabant (JBB) zorgelijk. Het ziekteverzuim en het verloop waren hoog en de inspectie stelde de zorgregio waar JBB onderdeel van is onder verscherpt toezicht. JBB kondigde een cliëntenstop (instroomstop) af en er werd een crisisorganisatie ingericht. BMC kreeg de opdracht om een projectteam en -organisatie op te zetten. Inmiddels is voorzichtig de weg naar boven ingeslagen en loopt een onderzoek naar de succesfactoren van de aanpak. BMC-partner en programmamanager Mariëtte van Leeuwen, projectmanager Sanne Winkels en onderzoeker Eva Wingelaar vertellen erover.

Mariëtte van Leeuwen steekt het niet onder stoelen of banken. ‘Wat we aantroffen toen we binnenkwamen was een crisissituatie. JBB heeft eerst moeten beslissen om een cliëntenstop in te stellen om iets van lucht te creëren. Het personeel kon de kwaliteit van dienstverlening voor kinderen niet meer garanderen. Dat was een heftige beslissing. Gemeenten kwamen daarna in actie en gaven de financiële ruimte om te werken aan een oplossing terwijl het werk doorging. Er was weliswaar een instroomstop, maar met de op dat moment al binnengekomen 70-80 opgelegde “maatregelen” moesten we het dak repareren terwijl het regende.’

Functiedifferentiatie

Bij een crisissituatie hoort een crisisorganisatie. Die kwam er. Van de financiële injectie van de Brabantse gemeenten werden nieuwe externe medewerkers aangetrokken. De crisisorganisatie ging parallel daaraan op zoek naar een nieuwe aanpak met meer ruimte voor functiedifferentiatie. Van Leeuwen: ‘Een knelpunt binnen de jeugdbescherming is de SKJ-registratie, die is voortgevloeid uit het Besluit Jeugdwet. Jeugdbeschermers voeren vrijwel altijd (ook) taken uit waarvoor die SKJ-registratie verplicht is. Dat is een barrière: registratie kost geld en tijd. Door functiedifferentiatie kun je taken waarvoor een registratie strikt genomen niet nodig is uitbesteden aan medewerkers die zo’n registratie niet hebben. Door ter ondersteuning duo-krachten, juridisch medewerkers, zittingsvertegenwoordigers en werkbegeleiders in te zetten, zorgen we dat medewerkers mét SKJ-registratie het werk doen dat ze leuk vinden en waarvoor ze zijn opgeleid. Dit zorgt voor meer werkplezier en minder werkdruk.’

Positieve energie

Sanne Winkels ging in september 2021 aan de slag als manager van de crisisorganisatie. Inmiddels, sinds 15 december van het vorig jaar, is het crisisteam ondergebracht in de reguliere organisatie. Het was de opdracht van Winkels om de crisisorganisatie te borgen in de staande organisatie. Zij herkent het verhaal van Van Leeuwen. ‘Door de werkdruk was het voor medewerkers voortdurend aanpoten. Er was geen financiële ruimte om te investeren in het binden en boeien van medewerkers en die haakten als gevolg daarvan letterlijk af. Door de crisissituatie veranderde dit. Doordat het crisisteam keek naar creatieve mogelijkheden kwam positieve energie vrij; medewerkers waren blij dat er wat gebeurde. We zagen ook dat de werkwijze van het crisisteam ervoor zorgde dat jeugdzorgwerkers die de jeugdbescherming eerder de rug toe hadden gekeerd interesse hadden in de nieuwe werkwijze. Nu is het zaak om die energie om te zetten in permanente verbeteringen waar ook andere regio’s van (kunnen) leren.’

Praktijkgestuurd onderzoek

Hier komt het onderzoek (zie paragraaf 'Living Lab Brabant' onderaan dit artikel) van Eva Wingelaar in beeld. Zij doet praktijkgestuurd onderzoek naar de succesfactoren in Brabant. ‘Tijdens de cliëntenstop zijn positieve ervaringen opgedaan met functiedifferentiatie en een andere ondersteuningsstructuur rondom jeugdbeschermers. Het is mijn rol om daaruit werkzame en succesvolle elementen te destilleren, maar ook om te kijken wat niet werkt en waarom. En we willen natuurlijk ook weten of de nieuwe werkwijze “financieel uit kan”. In een lerend netwerk gaan we met deze vragen aan de slag. We willen vooraf niets invullen, we werken ook niet met hypotheses, dat past niet in deze manier van onderzoek. Door in gesprek te gaan met zoveel mogelijk betrokkenen willen we de factoren voor duurzame verbetering vinden. We verwachten in de zomer de eerste onderzoeksresultaten.’

Toekomst

Voorlopig zijn Van Leeuwen en Winkels ook nog volop aan de slag. 1 september moet er zicht zijn op een sluitende begroting voor 2023 en zou hun opdracht erop moeten zitten, een uitdaging zegt Van Leeuwen. ‘Er zijn bovendien structurele veranderingen in de jeugdzorg nodig. Je kunt veel zonder, maar niet alles.’ Van Leeuwen en Winkels denken dat deze aanpak ook op andere plekken werkt. Sanne Winkels: ‘Het probleem beperkt zich niet tot Brabant. Overal zijn personeelstekorten en staan de budgetten onder druk.’ Van Leeuwen vult aan: ‘Jeugdbeschermers zijn moeilijk te vinden. Ondersteuners zijn wel beschikbaar en voor een ander salaris. We verwachten dat deze nieuwe ondersteuningsstructuur zorgt voor minder verzuim en minder uitval, en daardoor goedkoper is. Het mes snijdt zo aan meerdere kanten: er is minder druk op het budget, er is minder verloop en ziekte onder het personeel én ouders en kinderen voelen zich verbonden aan een jeugdbeschermer. Vaak vinden ouders het niet vervelend dat ze verschillende gezichten tegenover zich hebben maar wel dat ze hun verhaal telkens opnieuw moeten vertellen. Als ik in het ziekenhuis kom vind ik het ook logisch dat een chirurg me opereert en een anesthesist me verdooft, maar ik zou het heel vervelend vinden dat ik als patiënt telkens moet uitleggen waarom ik er ben.'

Living Lab Brabant: actieonderzoek in een Lerend Netwerk

BMC is in 2021 gestart met een veranderaanpak voor Jeugdbescherming Brabant. We zetten in op het verstevigen van de ondersteuningsstructuur rondom jeugdbeschermers samen met alle betrokkenen in de jeugdhulpketen. Daardoor ontstaat rust in de organisatie, krijgen jeugdbeschermers meer grip op hun taken en ervaren zij weer eigenaarschap over hun werkzaamheden. Als gevolg hiervan ontstaat ruimte voor samenwerking, begeleiding en ontwikkeling van jeugdbeschermers. Deze factoren dragen afzonderlijk en in combinatie bij aan een stabiele werksituatie, waardoor het waarborgen van de veiligheid en ontwikkeling van kinderen in gezinnen weer centraal staat. Gedurende de instroomstop binnen Jeugdbescherming Brabant zijn de eerste ervaringen opgedaan met de vernieuwde ondersteuningsstructuur rondom jeugdbeschermers. Deze veelal positieve geluiden vormen de aanleiding voor een onderzoek naar de werkzame elementen uit de aanpak.

Contact


Mariëtte van Leeuwen
partner jeugd
06 31 65 08 82
mariette.van.leeuwen@bmc.nl

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.