bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Ongeschiktheid voor de functie, herplaatsingsinspanning en re-integratiefase

Ongeschiktheid voor de functie, herplaatsingsinspanning en re-integratiefase: nieuwe jurisprudentie.

03 september 2013

AfbeeldingMr. M.J. (Marion) Kolijn-van de Merwe

Nieuwe jurisprudentie

Een ambtenaar bij de gemeente is ongeschikt voor zijn functie anders dan wegens ziekte of gebrek. De kritiek op het functioneren is aan betrokkene voorgelegd aan de hand van concrete voorbeelden en er is betrokkene een duidelijke termijn gegund om het functioneren op het vereiste niveau te brengen. Daarbij is hem bovendien de nodige ondersteuning door bijvoorbeeld coaching of opleiding geboden. Helaas wordt desondanks het vereiste niveau niet bereikt. Is het college gehouden om na te gaan of betrokkene elders in de organisatie kan worden herplaatst?

Volgens vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (zie bijvoorbeeld CRvB 21 december 2006, TAR 2007/53) is er geen wettelijk voorschrift is dat het bevoegd gezag verplicht een herplaatsingsonderzoek te doen voordat ontslag wegens ongeschiktheid wordt verleend. Dat ligt anders wanneer sprake is van bijzondere omstandigheden. Deze omstandigheden kunnen bijvoorbeeld gelegen zijn in een langdurig dienstverband waarin tot voor kort wel goed werd gefunctioneerd.

De jurisprudentie van de Centrale Raad heeft zich ontwikkeld vóór de invoering van hoofdstuk 10d CAR/UWO. Sinds genoemde datum geldt er bij een ontslag wegens ongeschiktheid voor de functie anders dan wegens ziekte een zogenaamde re-integratiefase waarvan de duur afhankelijk is gesteld van de duur van de aanstelling bij de betreffende gemeente. Door de invoering van deze bepalingen kan zich de situatie voordoen dat sprake is van bijzondere omstandigheden die volgens de Centrale Raad van beroep aanleiding geven om voorafgaand aan het ontslagbesluit een herplaatsingsonderzoek te doen, terwijl daarnaast ook een re-integratiefase gaat lopen vanaf het moment van het ontslagbesluit. Dit lijkt dubbelop, want op die manier wordt het college verplicht zowel voorafgaand aan als na het ontslagbesluit herplaatsingsonderzoek te doen, terwijl met de re-integratiefase het moment van ontslag juist is uitgesteld om een onderzoek gedurende een re-integratiefase te kunnen laten plaatsvinden.

De gemeente Leeuwarden vond dit ook teveel van het goede. Zij had aan een medewerkster ontslag wegens ongeschiktheid voor de functie verleend na een uitgebreid verbetertraject. Uiteraard was er voorafgaand aan het ontslagbesluit wel bezien of er nog andere mogelijkheden intern waren maar dat was richting betrokkene niet expliciet onder vermelding van overwogen functies gecommuniceerd. Betrokkene kwam in bezwaar, beroep en hoger beroep tegen het ontslag.

De Rechtbank stelde zich op het standpunt dat het ontslagbesluit moest worden vernietigd omdat op grond van bijzondere omstandigheden een herplaatsingsonderzoek had moeten plaatsvinden. De gemeente Leeuwarden werd in de gelegenheid gesteld aan te tonen dat er ten tijde van het ontslagbesluit geen functies beschikbaar waren waarvoor betrokkene in aanmerking kon komen. Daarin slaagde de gemeente, zodat de rechtbank de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand liet.

De medewerkster kwam tegen het oordeel van de Rechtbank in hoger beroep. De gemeente Leeuwarden stelde eveneens hoger beroep in. Daarbij werd door de gemeente primair gesteld dat er geen bijzondere omstandigheden waren en subsidiair dat, zo deze er al waren, sinds 1 juli 2008 een re-integratiefase na ontslagbesluit was ingevoerd, dat de jurisprudentie ten aanzien van de herplaatsingsinspanningen bij bijzondere omstandigheden van vóór die invoering dateerde en dat beiden zich met elkaar op gespannen voet bevonden. Immers, langs deze weg zou voor het college zowel voorafgaand aan het ontslagbesluit als daarna een herplaatsingsinspanning gelden.

De Centrale Raad van Beroep deed op 27 juni 2013 (ECLI:NL:CRVB:2013:758) uitspraak in de zaak en oordeelde dat sinds de invoering van de re-integratiefase het voor de bevoegdheid van het college om over te gaan tot ontslag wegens ongeschiktheid anders dan wegens ziekte het in beginsel niet meer noodzakelijk is dat het college ten tijde van het ontslagbesluit voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. Ook de vraag of dat vervolgens na het ontslagbesluit is gebeurd kan in het kader van een (hoger) beroep tegen het ontslagbesluit niet worden beantwoord. Daarvoor zal een medewerker bezwaar/ beroep moeten instellen tegen de effectuering van het ontslag.

Enkele maanden voordat het tot deze uitspraak kwam, was de Centrale Raad al in de gelegenheid zich over dit onderwerp uit te laten. Op 4 april 2013 werd namelijk uitspraak gedaan in een hoger beroepzaak die eveneens een ongeschiktheidsontslag van de gemeente Leeuwarden behelsde (LJN BZ6739). Daarbij had de ambtenaar zich eveneens op het standpunt gesteld dat voorafgaand aan het ontslagbesluit herplaatsingsinspanningen gepleegd hadden moeten worden en was in hoger beroep gekomen tegen het oordeel van de rechtbank dat vanaf 1 juli 2008 de re-integratiefase geldt en dat er ook geen sprake was van bijzondere omstandigheden die op grond van het zorgvuldigheidsbeginsel tot een herplaatsingsonderzoek voorafgaand aan het ontslagbesluit noopt.

De Centrale Raad had al bij die gelegenheid kunnen aangeven dat na 1 juli 2008 een voorafgaand herplaatsingsonderzoek in beginsel niet meer noodzakelijk is. De Centrale Raad nam echter de uitspraak van de Rechtbank over en voegde daar nog aan toe dat ten aanzien van de herplaatsingsmogelijkheden voldoende aannemelijk was gemaakt dat er geen passende functie voorhanden was, daarmee impliciet de lijn volgend dat sprake zou kunnen zijn van bijzondere omstandigheden die tot een voorafgaand herplaatsingsonderzoek aanleiding geven.

De lijn zoals deze op 4 april 2013 nog bestond is op 27 juni 2013 verlaten. Daarbij dient echter nog wel een kanttekening te worden geplaatst. Met de woorden ‘in beginsel’ lijkt de Centrale Raad nog wel een mogelijkheid te willen openhouden dat er zich omstandigheden kunnen voordoen waarin toch voorafgaand aan het ontslagbesluit een herplaatsingsonderzoek aan de orde dient te komen. Wellicht wordt daarmee gedoeld op gevallen waarbij ten tijde van het ontslagbesluit evident een herplaatsingsmogelijkheid voor handen was.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.