bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Stage lopen na je studie

Stage lopen na je studie

14 november 2013
AfbeeldingMr L.S. (Suzanne) van Loon   Medio jaren negentig studeerde ik af in Nederlands Recht aan de, toen nog, Rijksuniversiteit Limburg. Gesetteld in Zuid-Limburg richtte ik mijn pijlen op juridische banen in die regio. Die juridische banen bleken dun gezaaid. In de tussentijd had ik allerlei niet-juridische uitzendbaantjes om bezig te blijven. Het knaagde wel. Hoe langer niet werkzaam in het juridische, hoe minder interessant voor een nieuwe werkgever. Na zes maanden vond ik mijn eerste ‘echte’ baan. Hoewel dat ook geen juridische functie was, bleek het wel de goede opstap te zijn naar de carrièreladder.

Startersbeurs

Ik herinner mij niet dat in die periode van de jaren negentig, stimuleringsmaatregelen van kracht waren om werkloze schoolverlaters aan het werk te helpen. Anno 2013 is dit anders. Er worden initiatieven ontplooid om jeugdwerkloosheid te beslechten, zoals de startersbeurs. Een mooi idee om starters op de arbeidsmarkt een kans te geven door hen maximaal zes maanden ervaring op te laten doen bij een bedrijf of instelling tegen een vergoeding van € 500,- en met een bonus van € 100,- per gewerkte maand. De bonus kan na afloop worden ingezet voor een cursus, scholing of certificeringstraject.

Stage lopen

Een ander initiatief betreft het aanbieden van stageplaatsen aan afgestudeerde jongeren. Een pas afgestudeerde werkloze jongere krijgt gelegenheid om tegen een geringe vergoeding binnen een bedrijf ‘stage’ te lopen. Hij doet daarmee werkervaring op tijdens zijn ‘werkloosheid’ zodat zijn cv interessanter wordt en zijn kans op de arbeidsmarkt wordt vergroot. Klinkt prachtig en zo is het ongetwijfeld ook bedoeld. Maar is er niet zoiets als de Wet  minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml), die stelt dat er voor de verrichting van werk een minimale vergoeding gegeven moet worden? En kun je nog wel ‘stage’ lopen als je niet langer verbonden bent aan een opleidingsinstelling?

Onbetaalde stage of Wettelijk minimumloon?

Hierover zijn op 23 september 2013 Kamervragen gesteld aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher. Eén van de vragen aan de Minister was of hij kon motiveren waarom werkgevers reeds afgestudeerde jongeren die een onbetaald stage lopen niet het wettelijk minimumloon behoeven uit te betalen. De Minister antwoordde, dat voor het verrichten van stage van essentieel belang is dat een stagiair zich duidelijk onderscheidt van een gewone werknemer. De werkzaamheden van een gewone werknemer zijn hoofdzakelijk van productieve aard. Bij een stagiair staat het leeraspect centraal. Er vindt geen verdringing van reguliere arbeid plaats omdat het moet gaan om additionele plaatsen, die niet tot stand komen als de werkgever geen stagiair heeft. Als sprake is van een stage is betaling van het minimumloon niet vereist, aldus de Minister. Er is evenmin een verplichting om de stagiair een vergoeding te betalen in het kader van een stage-overeenkomst en er geldt dat uitsluitend een vergoeding moet worden betaald als dit opgenomen is in de cao waaronder de betrokkene valt.

De stage-site “Stageplaza” deed over dit antwoord navraag bij de Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Anders dan de Minister heeft geantwoord liet de Inspectie weten dat het in beginsel niet mogelijk is om iemand, zonder dat die persoon studeert, onder de noemer ‘stage’ werkervaring te laten opdoen:  “Zij brengen in een bedrijf dezelfde rechten en plichten met zich mee als werknemers. De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is dan (in beginsel) gewoon van toepassing”. Een stagevergoeding lager dan het minimumloon is dan ook niet toegestaan, aldus de Inspectie.

Vermoeden van een arbeidsovereenkomst

Als de Inspectie zou vaststellen dat een werkgever ten onrechte niet het minimumloon heeft betaald omdat van stage geen sprake zou zijn, dan is daarna het risico groter van het vermoeden van een arbeidsovereenkomst. Van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW is sprake als er arbeid wordt verricht tegen loon, gedurende zekere tijd en als er sprake is van een gezagsverhouding.

Uitgaande van ieders goede intenties bij het initiatief om jong afgestudeerden meer kansen op het vinden van werk te bieden, kan bedacht worden dat de Inspectie terughoudend zal toetsen. Van de andere kant, de wetgeving is er ter bescherming van uitbuiting van werknemers. Waar ligt de grens tussen het bieden van een kans om werkervaring op te doen aan een jong afgestudeerde en het goedkoop laten verrichten van werk door stagiaires in tijden van vacaturestops? De Inspectie zal kritisch moeten blijven.

Geen reguliere arbeid voor de stagiair

Werkgevers die bereid zijn jongeren na het afstuderen stage te laten lopen zouden de Minister om meer zekerheid moeten vragen, ter voorkoming dat zij in het gedrang komen met de Wml. Tot die tijd kan de werkgever voor zijn eigen zekerheid zorgen door de te verrichten werkzaamheden van de stagiair daadwerkelijk aanvullend te laten zijn (dus de stagiair geen reguliere arbeid te laten verrichten), in een overeenkomst duidelijk te verwoorden wat de bedoeling is van deze constructie, de duur ervan af te bakenen in de tijd en qua hoogte van vergoeding bijvoorbeeld aan te sluiten bij een vrijwilligersvergoeding (max € 150,- per maand/max € 1.500,- per jaar, inclusief onkostenvergoeding).  Op deze wijze zijn de risico’s beperkt en kan een goed initiatief vorm gegeven worden.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.