bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Geen algemeenverbindendverklaring voor de Cao Gemeenten

Minister verklaart Cao Gemeenten niet algemeen verbindend. Van enkele argumenten kan de juistheid worden betwist

31 oktober 2019
Sanne-Dassen.jpg

De VNG heeft op 2 september 2019 bij de Minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid een aanvraag ingediend om voor de cao-bepalingen van de Cao Gemeenten een algemeenverbindendverklaring (avv) te verkrijgen.

Indien de Minister cao-bepalingen avv verklaart, worden deze bepalingen verbindend voor alle werkgevers en werknemers die werkzaam zijn in de betreffende bedrijfstak. Ten aanzien van de sector gemeenten was het de bedoeling dat – behoudens uitzonderingen – alle gemeentelijke werkgevers en werknemers gebonden zouden worden aan de bepalingen van de Cao Gemeenten.

De Minister heeft in zijn brief van 3 oktober 2019 laten weten dat hij geen avv zal verlenen. Hij voert daartoe meerdere argumenten aan. Van enkele argumenten kan de juistheid worden betwist.


Binding aan de cao volgens de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst (Wet cao)

In de eerste plaats het standpunt ten aanzien van de binding aan de Wet cao. Artikel 9 Wet cao regelt dat alle betrokken leden van de bevoegde vereniging(en) van werkgevers en werknemers die partij zijn bij de cao vanaf het moment van het aangaan van de cao daaraan zijn verbonden. De Minister stelt in dat kader dat op grond van artikel 9 Wet cao aan de werkgeverszijde sprake is van een ‘volledige dekking’, omdat alle gemeenten lid zijn van de VNG. Dit is juist.

Ten aanzien van de werknemerszijde, geeft de Minister in zijn brief van 3 oktober 2019 aan dat op basis van artikel 14 Wet cao óók aan de kant van de werknemers sprake is van een volledige dekking. Dit standpunt is onjuist, althans van ‘dekking’ in de zin van binding aan de cao is geen sprake.

Binding van werknemers kan namelijk enkel worden gerealiseerd door lidmaatschap (artikel 9 Wet cao), een algemeen verbindend verklaring, of, door een individuele afspraak (in een incorporatiebeding) dat een cao van toepassing is op de arbeidsverhouding.

Artikel 14 Wet cao verplicht de werkgever om de cao toe te passen op de ongebonden, niet-georganiseerde werknemer. Artikel 14 Wet cao verplicht de ongebonden werknemer echter niet om het aanbod van de cao te accepteren. Het artikel creëert dus geen gebondenheid van de werknemer aan de cao. Overigens kan de ongebonden werknemer ook niet afdwingen dat de werkgever de cao jegens hem toepast. De vakbonden kunnen wel afdwingen dat een werkgever die de cao niet aanbiedt aan zijn ongebonden werknemers, daartoe alsnog wordt verplicht.


Bijzondere omstandigheden in verband met de Wnra

In zijn brief van 3 oktober 2019 stelt de Minister dat de redenering dat avv nodig of gewenst is voor de een-op-een-overgang van de ambtelijke aanstelling naar de nieuwe cao niet gevolgd kan worden. De Minister voert in dat kader aan dat de overgang van rechtspositie op basis van de Wnra van rechtswege zou plaatsvinden.

Ook bij deze opvatting kunnen vraagtekens worden gezet. De overgang van de rechtspositieregeling naar de nieuwe cao geschiedt niet van rechtswege, althans dat volgt niet uit de Wnra.

Wellicht doelt de Minister op artikel 14 Wnra dat regelt dat aanstellingen van rechtswege worden omgezet in arbeidsovereenkomsten. Dit artikel regelt echter niets over de overgang van de rechtspositieregeling naar een cao. De Minister kan ook nog artikel 17 lid 3 Wnra voor ogen hebben gehad, maar dit artikellid regelt slechts dat een rechtspositieregeling voor een overheidswerkgever en zijn ambtenaren verbindend blijft als ware het een cao, voor zover en voor zolang er op 1 januari 2020 geen cao is gesloten waarbij een overheidswerkgever partij is. Die bepaling kan overigens op verschillende manieren worden uitgelegd, maar duidelijk is wel dat daarmee niet de binding van rechtswege van de ambtenaar aan de Cao Gemeenten wordt gerealiseerd.


Alleen individuele afspraak bindt alle werknemers aan de Cao Gemeenten

Voor gemeentelijke overheidswerkgevers betekent het uitblijven van een avv dat de ongeorganiseerde werknemers niet gebonden zijn aan de cao. De gemeentelijke werkgever die ervoor wil zorgen dat alle werknemers zijn gebonden aan de Cao Gemeenten, dient daarover individueel met de werknemers overeenstemming te realiseren, bijvoorbeeld door het aanbieden van arbeidsovereenkomsten met een incorporatiebeding.


Sanne Dassen

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Piet Lunenburg / gepensioneerd arbeidsjurist
De visie van Sanne vindt ook steun in de wetsgeschiedenis van de Wnra. In de nadere memorie van antwoord van de initiatiefnemers van het wetsvoorstel, Eerste Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 32 550, G, staat op bladzijde 16 het volgende. “Hoe worden niet-vakbondsleden gebonden aan een cao, wanneer hun aanstelling (zonder incorporatiebeding) van rechtswege wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst? Het voorgestelde derde lid van artikel 17 Ambtenarenwet impliceert, dat de nog niet door een cao vervangen rechtspositieregeling verbindend blijft voor alle overheidswerknemers. Met de toevoeging «als ware het een cao» is niet bedoeld om daarbij onderscheid te maken tussen vakbondsleden en niet-vakbondsleden. Dan had immers ook geregeld moeten worden welke vakbonden geacht moeten worden de fictieve cao te hebben aangegaan; en dat is niet gebeurd. Indien de fictieve cao is opgevolgd door een echte en ook indien vóór het inwerkingtreden van de wet een echte cao tot stand komt, is na het inwerkingtreden van zo’n cao artikel 14 van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst in beginsel toereikend om te bereiken dat overheidswerkgevers de bepalingen van een cao ook nakomen jegens niet-vakbondsleden. Daarenboven kunnen overheidswerknemers ervoor kiezen in individuele arbeidsovereenkomsten een incorporatiebeding op te nemen, waardoor de cao’s die van toepassing zijn op het dienstonderdeel waarbij de ambtenaar werkzaam is, telkens in individuele arbeidsovereenkomsten wordt geïncorporeerd.”
H. Wiersma / gepens.
Nog afgezien van deze matige CAO voor gemeenteambtenaren toch wel erg slordig dat dit CAO-werkgeversproces van de zijde van VNG - Sociale Zaken nogal rammelt.