Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Burger is kind van de rekening

Hogere leges, langere wachttijden aan de balie; de burger draait op voor de bezuinigingen, zo verwachten ambtenaren blijkens een BB-enquête. Maar minder geld leidt ook tot creativiteit: ‘Als je over de schrik heen bent, zie je kansen ontstaan.’

29 april 2011

Niet langer is Terneuzen de laatste gemeente in Nederland die geen rioolbelasting heft. Vanaf dit jaar gaan de 55 duizend inwoners daarvoor wel betalen: zo’n 100 euro per huishouden. ‘Door de bezuinigingen kunnen we niet anders’, zegt Steven de Waal, hoofd van de afdeling samenleving bij de gemeente. De burger betaalt de rekening.

En niet alleen in Terneuzen, blijkt uit een enquête die Binnenlands Bestuur in samenwerking met Hay Group onder ruim 1.800 lezers uitvoerde. Zo’n 1.250 lezers vulden de enquête in. Bijna de helft (47 procent) van de ondervraagde ambtenaren geeft aan dat de burger extra zal moeten betalen voor de dienstverlening van hun organisatie. Dat terwijl de kwaliteit van die dienstverlening ‘minder zal zijn’, zegt 53 procent. ‘Doorloop- en wachttijden voor de burger zullen toenemen’, verwacht 44 procent. En die burger zal meer zelf moeten doen, denkt liefst 81 procent van de respondenten.

Over de effecten die de burger van de bezuinigingen gaat merken, zijn de gemeenteambtenaren het somberst. Méér dan de helft (52 procent) voorziet hogere lokale belastingen voor de burger. ‘De sterkteberekening van een bouwconstructie door een extern bureau werd altijd uit de gemeentekas betaald. Die rekening leggen we nu bij de burger neer’, zegt Klaas Akkerman, manager publiekszaken van de gemeente Dongeradeel. De Friese gemeente kijkt scherp naar de kosten, die nog eens toenemen doordat het Rijk steeds meer taken naar de gemeenten overhevelt zonder een financiële tegemoetkoming. ‘We ontkomen niet aan hogere leges’, zegt Akkerman. Dongeradeel gaat ook dienstverlening aan de balie ontmoedigen. ‘De balie is ons duurste klantcontact en als de burger op het internet een reis kan boeken, kan hij ook digitaal zijn verhuizing doorgeven. We willen de dienstverlening zoveel mogelijk digitaal laten plaatsvinden. Met de telefoon als ondersteuning.’

Als de balie maar wel bemand blijft voor de grote groep ouderen die geen gebruik maakt van het internet, zegt Cees Meesters, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB). ‘Het feit dat je minder middelen tot je beschikking hebt, mag je niet op hen verhalen’, benadrukt de voorzitter.

Meesters is verbaasd over de negatieve uitkomsten van de enquête. ‘Kostenreducties hoeven niet tot een slechtere dienstverlening te leiden. Integendeel, doordat je genoodzaakt bent je creativiteit aan te boren, kan de kwaliteit zelfs verbeteren.’ Die gedachte leeft niet bij de deelnemers aan de Binnenlands Bestuur-enquête.

Bezuinigingen als aanzet tot kwaliteitsverbetering? Daarmee is slechts 27 procent het eens. Wel gelooft 53 procent dat minder middelen de focus kunnen versterken op taken die écht belangrijk zijn.

Rem op externen

‘Kwaliteitsverbetering’, zegt Meesters, ‘begint bij herijking van de kerntaken en vervolgens kijken hoe je die zo efficiënt mogelijk organiseert. Bijvoorbeeld door de gemeentelijke basisadministratie beter te benutten en te stoppen met de burger te gebruiken als postbode tussen het ene en het andere overheidsorgaan. Hem vragen om allerlei uitreksels is volstrekt onnodig; die gegevens zijn gewoon beschikbaar in het computersysteem.’

Dienstverlenende taken kunnen tegen lagere kosten ook aan kwaliteit winnen door regionale samenwerking, zegt Meesters. Zowel in Ten Boer, Groningen als in Losser en Enschede werpt de schaalgrootte vruchten af. Ook waterschappen doen er hun voordeel mee en kunnen zo toch de muskusrattenbestrijding in stand houden. Hans van Poelwijk van waterschap Rivierenland: ‘Rijk en provincie betaalden elk een derde (ruim 1 miljoen euro) mee aan de muskusrattenbestrijding, maar nu moet het waterschap de 3,5 miljoen euro alleen opbrengen. Door samen te werken met vier andere waterschappen kunnen we materieel veel doelmatiger inzetten en met minder chefs toch dezelfde service blijven verlenen.’

Eduard Kerssemakers, voorzitter van FAMO, de vereniging van middelenmanagers bij de overheid, plaatst daar een kanttekening bij. ‘Het kost 2 à 3 jaar voordat zo’n samenwerkingsmodel geld én een goed product oplevert. Culturen moeten één worden, ambtenaren die vertrekken moeten financieel tevreden worden gesteld en de blijvers zullen moeten wennen aan veel meer werkdruk. Dat zal leiden tot extra ziekteverzuim en andere problemen. De bezuinigingen als een blessing in disguise is echt te simpel gedacht.’

Driekwart van de geënquêteerde ambtenaren voorziet een verhoogde werkdruk, 43 procent verwacht dat de werksfeer daardoor aanzienlijk zal verslechteren. Dat kan de dienstverlening aan de burger geen goed doen, zegt Kerssemakers. De kwaliteit daarvan is volgens hem ook in het geding door de rem die op de inhuur van externen wordt gezet. ‘Daardoor heeft het ambtelijk apparaat straks bepaalde kennis niet meer in huis.’

Maar een nog veel ingrijpender consequentie van de bezuinigingen: ‘In gemeenten met 30 duizend of minder inwoners, dat zijn er vierhonderd in Nederland, zal een capaciteitsprobleem ontstaan. E-dienstverlening kan dat niet volledig oplossen.’

Schaalvergroting

In 2005 deed de commissie-Jorritsma een reeks aanbevelingen over gemeentelijke dienstverlening in 2015: de gemeenten zouden dan hét loket van de overheid en dé poort tot publieke dienstverlening moeten zijn, zonder burgers en bedrijven op te zadelen met onnodige administratieve lasten.

Volgens Cees Meesters worden de uitgangspunten van de commissie door de bezuinigingen niet ondermijnd. De samenwerkingsverbanden en schaalvergroting waarmee overheden hun kosten hopen te reduceren, worden juist aanbevolen door de commissie, aldus de NVVB-voorzitter. De commissie-Jorritsma schreef in 2005 ook: ‘Burgers, bedrijven en instellingen vragen als klant hoge kwaliteit tegen een betaalbare prijs.’

De Groningse fusiegemeente Oldambt, vorig jaar ontstaan uit de samenvoeging van Winschoten, Scheemda en Reiderland, denkt de prijs betaalbaar te kunnen houden door ‘slimmer’ te werken en door burgerparticipatie. ‘Wij hebben een links college, dat loopt niet warm voor lastenverzwaring’, zegt Geert Heiminge, manager Publiekszaken. ‘Als gemeente bestáán we voor dienstverlening, dat is onze core business, dus daar willen we liefst óók niet aan tornen. Wij proberen de burgers in beweging te krijgen. Daarvoor moet je als bestuur gekend zijn bij hen. Wij hebben 26 kernen. Daar laten we dus heel veel ons gezicht zien. Ook om de burgers te vragen wat zij belangrijk vinden: dat het gras in de openbare ruimte tijdig gemaaid wordt of dat twee openluchtbaden open blijven. Vervolgens maakt de politiek een keuze.’

Meer betalen

In Terneuzen hebben de burgers die keuze gemaakt: méér betalen, waardoor alle voorzieningen in stand kunnen blijven. ‘Natuurlijk speelt mee dat we een krimpregio zijn. Er is aan voorzieningen al veel ingeleverd in Zeeuws-Vlaanderen’, zegt Steven de Waal. Zelfs het groenonderhoud blijft zoals het is en de vijf openluchtbaden, die toe zijn aan renovatie, krijgen die opknapbeurt. ‘Daar zijn ettelijke miljoenen mee gemoeid’, aldus De Waal. ‘Dat betekent dat de toegangskaartjes omhoog moeten, maar ook dat we de zwembaden alleen nog open doen in de drukke maanden juni, juli en augustus.’

Terneuzen houdt alle werkprocessen tegen het licht om daar overbodige stappen uit te halen. ‘Als je over de eerste schrik heen bent, merk je dat er kansen ontstaan’, zegt De Waal. De helft van de deelnemers aan de Binnenlands Bestuur-enquête deelt die mening.

Door het wegnemen van overbodige handelingen in de dienstverlening kan meer dan 10 procent op de organisatiekosten worden bezuinigd, denken deze ambtenaren. Niet dat elke gemeente daarmee uit de brand is. Een kleinere maar slagvaardige overheid biedt een krimpgemeente als Kerkrade weinig soelaas, zegt wethouder van dienstverlening Will Terpstra van Burgerbelangen. ‘Wij hebben juist méér ambtenaren nodig. Het inrichten van voorzieningen voor minder mensen vraagt heel veel werk en geld. Wij hebben geen winstgevend grondbedrijf.’

Kerkrade zal taken moeten afstoten, aldus Terpstra. ‘Want de voorzieningen die we echt belangrijk vinden, willen we op een aanvaardbaar niveau houden.’

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Peter de Vries / adviseur, Nieuwegein
Volgens FAMO-voorzitter Eduard Kerssemakers in het artikel ‘Burger is kind van de rekening’, in Binnenlands Bestuur nr. 17, zijn er in Nederland vierhonderd gemeenten met 30 duizend of minder inwoners. Ik hoop dat de vakkennis van zijn leden beter is, want van de 418 gemeenten hebben 158 gemeenten meer dan 30 duizend inwoners. Dus resteren slechts 260 gemeenten met 30 duizend inwoners of minder en van die gemeenten zit een aantal al aardig tegen de 30 duizend aan (inwonertallen per 1-1- 2010 volgens CBS).
Advertentie