Advertentie

Overheden moeten niet strijden, maar samenwerken

De verhouding tussen rijk en decentrale overheden moet worden genormaliseerd en niet gejuridiseerd. Het is daarom geen goed idee om te komen tot een permanente (financiële) geschillenregeling en een Wet op het decentraal bestuur. Dat vindt de Afdeling advisering van de Raad van State.

15 april 2021
handen-schudden.jpg

De verhouding tussen rijk, gemeenten en provincies moet worden genormaliseerd en niet gejuridiseerd. Het is daarom een slecht idee om te komen tot een permanente (financiële) geschillenregeling en een Wet op het decentraal bestuur. Dat vindt de Afdeling advisering van de Raad van State.

Verhoudingen op scherp

Het dispuut over de tekorten in de jeugdzorg hebben de verhoudingen tussen rijk en gemeenten de afgelopen periode op scherp gezet. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft arbitrage ingezet, omdat het kabinet vooralsnog niet met extra geld over de brug wil komen. Over die arbitrage gaan de handen bij Thom de Graaf, vicepresident van de Raad van State, en staatsraad Jan Franssen niet op elkaar. Dat stellen zij in een interview met Binnenlands Bestuur over de recent verschenen ‘Voorlichting over de interbestuurlijke verhoudingen’. Ook de wens van een deel van gemeentelijk Nederland om een permanent gezaghebbend orgaan voor (financiële) geschillen tussen overheden in het leven te roepen, ziet de Raad van State niet zitten.

 

Strijdinstrument

De Graaf: ‘Het is beter om aan de voorkant een objectief advies uit te brengen over het benodigde budget dan aan de achterkant regels te maken voor het beslechten van financiële geschillen.’ Hij waarschuwt voor juridisering van de verhoudingen tussen rijk en gemeenten. Dat gevaar ligt op de loer als wordt besloten tot een orgaan voor (financiële) geschillen tussen overheden of een Wet op het decentraal bestuur, die op initiatief van de VNG is opgesteld. ‘Zo ga je die interbestuurlijke verhoudingen in hoge mate juridiseren. Juist vanuit die volwassen positie, ook van het lokale bestuur, is dat geen goede stap.’ ‘Dat zet de hele boel vast’, vult Franssen aan. ‘Het wordt een strijdinstrument in plaats van een samenwerkingsinstrument’, stelt De Graaf.

 

Langdurige financiële zekerheid

Belangrijker ‘instrumenten’ om de interbestuurlijke verhoudingen te verbeteren, liggen in de ogen van de Raad van State in de langdurige financiële zekerheid voor gemeenten en versterking van de positie van de minister van Binnenlandse Zaken. ‘Als de minister van Binnenlandse Zaken een sterkere rol krijgt, zal de behoefte aan zo’n Wet op het decentraal bestuur afnemen’, meent Franssen. ‘Een steviger rol van de minister van BZK moet eraan bijdragen dat conflictsituaties niet optreden.’ De Graaf: ‘Als een minister van BZK alleen maar coördineert, heb je als minister te weinig positie naar andere vakministers toe.’ De minister van BZK is nu coördinerend bewindspersoon van de decentralisaties in het sociaal domein.

 

Klassieke taken

‘De minister van Binnenlandse Zaken moet geen taak in portefeuille hebben waarbij je als het ware als vakminister met gemeenten en andere overheden zaken moet doen. De minister van BZK moet zich concentreren op de klassieke taken van Binnenlandse Zaken’, vervolgt De Graaf. ‘Hij of zij moet echt als de hoeder van de bestuurlijke verhoudingen kunnen functioneren en daarvoor het gezag hebben.’ Dit heeft gevolgen voor de portefeuille van de minister voor de komende kabinetsperiode. ‘Het ligt voor de hand dat wonen niet meer bij de minister van Binnenlandse Zaken wordt belegd. De minister moet zich kunnen concentreren op de constitutie, de bestuurlijke verhoudingen, de democratische instituties en de werking daarvan.’

 

Bewaker verhoudingen

Om de rol van de minister van BZK te versterken, moet hij of zij daarnaast als medeondertekenaar verantwoordelijk worden gemaakt voor wetten die de decentrale overheden rechtstreeks raken. Tot slot moet een overzicht van alle rijksuitgaven aan decentrale overheden aan de begroting van het ministerie van BZK worden toegevoegd. ‘Dat kan de integrale afweging bevorderen en de positie van de minister van BZK als bewaker van zuivere bestuurlijke verhoudingen versterken’, schrijft de Raad in zijn 'Voorlichting over de interbestuurlijke verhoudingen'.

 

Mandaat

Die interbestuurlijke verhoudingen moeten, nu écht, worden verbeterd, benadrukken De Graaf en Franssen. Niet alleen het rijk moet daarvoor aan de bak. De Raad van State kijkt ook nadrukkelijk naar gemeenten en provincies. De VNG en het IPO moeten professionaliseren en zorgen dat ze met voldoende mandaat zaken kunnen doen met het kabinet. Daar schort het momenteel aan. ‘We zeggen vooral: zorg voor een helder en krachtig mandaat’, aldus De Graaf. ‘We weten, ook uit eigen ervaring, hoe moeilijk het is om gemeenten en provincies op een lijn te krijgen, maar het is niettemin cruciaal voor een verstandig en volwassen gesprek tussen het rijk en de andere overheden. De koepels moeten echt met mandaat kunnen spreken.’ Het is niet alleen voor gemeenten en provincies zelf belangrijk om met een mond te spreken; dat versterkt immers de eigen positie. ‘Voor een minister van Binnenlandse Zaken maakt het ook nogal wat uit. Het is voor de minister belangrijk om te weten wie er aan tafel zit en of de gemaakte afspraken blijven staan.’


Lees het uitgebreide interview met Thom de Graaf en Jan Franssen in Binnenlands Bestuur nummer 7 van 16 april. Eerder verscheen op de website Binnenlands Bestuur artikelen uit het interview met De Graaf en Franssen over herindelingen (Provincie en rijk moeten herindeling kunnen starten) en het komende formatieproces (Gemeenten moeten bij formatie worden betrokken).

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

B. Janssen / Ambtenaar
Het zou wenselijk zijn als overheden meer zouden inzien dat hun financiën met elkaar verweven zijn, als een soort communicerende vaten. Wanneer het rijk onvoldoende middelen ter beschikking stelt voor medebewindstaken, dan moeten lokale overheden wel meer belasting gaan heffen. De belastingdruk voor burgers en bedrijven gaat hoe dan ook omhoog wanneer voorzieningen duur zijn (zoals dat abonnementstarief van WMO). Anderzijds gemeenten en provinciën die belasting ontwijken (zoals BTW) is ook vreemd? Waar zit dat morele kompas, los van dat het natuurlijk bijzonder vreemd is dat de ene overheid middelen geeft en ze via de belasting weer terughaalt. Tamelijk inefficiënt allemaal en dus liggen de verhoudingen op scherp, omdat de ene overheid de andere overheid ten gunste van zichzelf probeert te "belasten". Triest maar waar en vooral een heleboel zinloos werk.
H. Wiersma / gepens.
De Raad van State kan wel meer beweren, maar als er jaar in jaar uit communicatiegebreken/stoornissen bij het Rijk zijn, kan dit maar beter eens goed worden geregeld dan steeds maar doorgaan met halfbakken communicatie dan wel het volledig ontbreken van enige communicatie.
Advertentie