bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Normalisering ambtenarenrecht geen gelopen race

Normalisering ambtenarenrecht geen gelopen race

23 september 2015

Op 22 september 2015 vond in de Eerste Kamer de plenaire behandeling van het wetsvoorstel normalisering plaats. De normalisering van het ambtenarenrecht is nog geen gelopen race.

Bijna vijf jaar na de indiening van het initiatiefwetsvoorstel Normalisering rechtspositie ambtenaren vond op 22 september 2015 de plenaire behandeling van het wetsvoorstel plaats in de Eerste Kamer. Vooraf was al duidelijk dat er nog geen definitief uitsluitsel zou worden gegeven, omdat de beantwoording van de vragen door de initiatiefnemers en de minister en de daarop volgende re- en dupliek op een nader te bepalen datum zullen plaatsvinden. Tijdens de behandeling bleek dat de ministers en de initiatiefnemers daar ruim de tijd voor zullen nemen.

Net zoals tijdens de schriftelijke behandeling van het wetsvoorstel, waren de senatoren in overwegende mate kritisch. De indieners van het wetsvoorstel kregen nog wel van de SGP- en CU-fractie complimenten voor hun doorzettingsvermogen, maar daarmee was van hun kant al het positiefs gezegd.

Fundamentele kritiek

De indieners hebben bij eerdere kritische bevragingen het wetsvoorstel met name vergoelijkt door te wijzen naar de principiële keuze – gelijkwaardigheid en tweezijdigheid – die aan de normalisering van de ambtelijke rechtspositie ten grondslag ligt. Nu werd duidelijk dat de meeste fracties daar geen genoegen mee nemen.
 
De fundamentele vraag welk urgent probleem met het wetsvoorstel wordt aangepakt, blijkt nog steeds niet afdoende beantwoord. De Raad van State heeft deze vraag overigens ook al in april 2011  gesteld. Voor de meeste fracties is het onduidelijk wat het nut van het wetsvoorstel is. Daarbij wordt gevreesd voor de langdurige en complexe wetgevingsoperatie, die als gevolg van de normalisering plaats zal vinden. Minister Plasterk heeft in een eerder stadium aangegeven dat in ruim 100 wetten aanpassingen moeten worden doorgevoerd. Daarnaast is er nog talloze lagere regelgeving die zal moeten worden aangepast.

‘Het wetsvoorstel rammelt’

De senatoren namen geen blad voor de mond. Aan veel argumenten vóór normalisering ligt volgens hen geen empirische onderbouwing ten grondslag, terwijl tal van keuzes van de indieners in twijfel werden getrokken. Sommige daarvan raken aan de kern van het wetsvoorstel. Is er bijvoorbeeld wel sprake van harmonisatie als het wetsvoorstel wordt aangenomen? Of wordt het ene hybride systeem ingeruild voor het andere hybride systeem? En waarom worden politieagenten en militairen wel uitgezonderd van normalisering, maar beveiligers in overheidsdienst niet? De kwaliteit van het wetsvoorstel en het wetgevingsproces tot nu toe roepen bij de meeste Eerste Kamerleden weinig enthousiasme op.    

Senator Schalk van de SGP wees op de disbalans die door de nieuwe Wet werk en zekerheid is ontstaan tussen de situatie van ambtenaren en werknemers na ontslag. Ambtenaren gaan er na de normalisering namelijk op vooruit doordat zij een transitievergoeding krijgen naast hun bovenwettelijke uitkeringsrechten, terwijl de transitievergoeding voor werknemers een achteruitgang betekent ten opzichte van de oude kantonrechtersformule.

Ook de regeringspartijen VVD en PvdA zijn nog niet overtuigd door de indieners. PvdA-fractievoorzitter Barth geeft ronduit toe te worstelen met het wetsvoorstel. De twijfel van de PvdA-fractie zit vooral in de doelmatigheid van het wetsvoorstel, de kosten die ermee zijn gemoeid en de beperkte rol die vakbonden hebben gespeeld. De beslissing van haar fractie zal afhangen van de reactie van de indieners. Volgens Barth staat het stoplicht op oranje en zullen de antwoorden van de indieners bepalen of het op groen of rood zal springen.
 
De VVD-fractie heeft eveneens aarzelingen bij het wetsvoorstel. De VVD heeft weliswaar warme gevoelens voor het beoogde doel van het wetsvoorstel, maar de vormgeving roept zo veel vragen en onzekerheden op, dat de fractie eraan twijfelt of het oorspronkelijke doel door het wetsvoorstel zal worden bereikt. Volgens de VVD-fractie is er hoe dan ook geen sprake van echte normalisering. Verwezen wordt naar de Wet normering topinkomens, die conflicteert met het uitgangspunt van het wetsvoorstel.  Deze wet is immers leidend voor het loongebouw van (semi)publieke organisaties, en niet de principes van de markt.
Interessant was de vraag van de VVD-fractie aan de minister of de regering zelf het initiatief tot normalisering zou hebben genomen indien er geen initiatiefwetsvoorstel was ingediend door de Tweede Kamerleden en of de regering plannen in die richting heeft als het huidige wetsvoorstel in de Eerste Kamer sneuvelt. 
 

Beantwoording bepalend

Aan het eind van de plenaire behandeling werd duidelijk dat de PVV-fractie in ieder geval vóór het wetsvoorstel zal stemmen. Kox, de voorzitter van de SP-fractie, concludeerde met het oog op de zetelverdeling van de Eerste Kamer, dat het lot van het wetsvoorstel sterk afhangt van de beantwoording van de vragen door de indieners en de minister.

Nu de finale van het wetgevingsproces is ingegaan, is het in ieder geval duidelijk dat de normalisering van het ambtenarenrecht geen gelopen race is.

Luc Janssen

Telefoon 043-7600600 / Mobiel 0643871075

email

 

Open hier het Capra Dossier Normalisering Ambtenarenrecht

Om eenvoudig op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen, kunt u zich inschrijven op onze abonneeservice voor dit dossier. Wij sturen u dan automatisch de laatste updates per e-mail.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.