bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Acht keer de burger centraal in het sociaal domein

Een verslag van de eerste bijeenkomst van de Estafette vernieuwing lokaal bestuur op 19 september 2018 in Leeuwarden.

28 september 2018
Estafette2018.JPG

Een verslag van de eerste bijeenkomst van de Estafette vernieuwing lokaal bestuur op 19 september 2018 in Leeuwarden.

We leven in een tijdperk van grote maatschappelijke veranderingen. Of het nu gaat om de energietransitie, de zorg voor kwetsbaren, de leefbaarheid en veiligheid of de inrichting van onze leefomgeving, om succesvol te zijn moeten deze opgaven voldoende draagvlak hebben in de samenleving. Daarvoor is een nieuwe verstandhouding tussen burger en lokaal bestuur nodig.

De burger moet niet alleen worden geïnformeerd, maar worden gezien als gelijkwaardige partner die meedenkt, meewerkt en initiatief neemt tot nieuwe vormen van samenwerking tussen burger en bestuur. Dat is de nieuwe realiteit waaraan de lokale democratie zich zal moeten aanpassen.

Om hieraan een impuls te geven organiseert Binnenlands Bestuur, het Nederlands Gesprek Centrum en het ministerie van  Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Estafette Vernieuwing Lokaal Bestuur. In een vijftal middagbijeenkomsten rondom verschillende thema’s en op verschillende plaatsen in het land verkennen we hoe de betrokkenheid van de burger eruit kan gaan zien. Welke initiatieven spelen er, wie neemt het voortouw, hoe verloopt de samenwerking tussen burger en bestuur en wat leveren de projecten op? Welke vernieuwingen van het lokaal bestuur zijn er voor nodig?

Rattenvanger
De eerste bijeenkomst vond plaats op woensdag 19 september in het stadhuis van Leeuwarden. Tijdens deze middag was de vraag aan de orde hoe de rol van de burger in het sociaal domein vorm krijgt. Acht projecten en initiatieven presenteerden zich en werden – onder leiding van een achttal gespreksleiders – bediscussieerd. Een van die initiatieven betrof het nieuwe sociaal beleid van de gemeente Deurne. Een sociaal beleid dat stoelt op vier pijlers: ontschot, meetbaar, controleerbaar door de raad en samen opgezet en uitgevoerd met bewoners. Het belangrijkste daarbij is volgens Wil Evers, beleidsmedewerker bij de gemeente Deurne, dat je weet om wie de dienstverlening draait. De kwaliteit en producten en diensten staat niet ter discussie volgens Evers. ‘Maar je moet de mensen kennen. Je kunt ze wel een scootmobiel geven als ze daarom vragen, maar is dat werkelijk de oplossing? Je kunt beter kijken wat het mobiliteitsprobleem is. Is iemand misschien eenzaam? En los je dat op door zo iemand op een scootmobiel te laten rijden, of is er een andere oplossing voor? Om de mensen daadwerkelijk te leren kennen heeft Deurne een aantal ‘pioniers’ ingezet om signalen op te vangen of het wel goed gaat met bewoners van Deurne. Zelfs de gemeentelijke rattenvanger heeft zich voor dit team gemeld. Het geheel aan activiteiten leidde tot een verandering van beleid in de gemeente, waarbij de wens van de inwoners een centrale positie heeft gekregen binnen het bepalen van het zorgaanbod.

Dorpscoöperatie
Jacomijn de Jong uit Hollandscheveld – een dorp in de gemeente Hoogeveen - vertelt hoe een burgerinitiatief in het dorp leidde tot de oprichting van een dorpscoöperatie. Hier kunnen bewoners zich melden om antwoord te krijgen op alle zorgvragen over de Wmo en zowel professionele als vrijwillige hulp te krijgen. Bij de dorpscoöperatie hebben zich al 140 vrijwilligers spontaan aangemeld om te klussen voor hun medebewoners. Toch is de dorpscoöperatie meer dan een vrijwilligersinitiatief. De coöperatie is door de gemeente ook in staat gesteld en volledig gemandateerd om Wmo beschikkingen af te geven. Regelmatig krijgt Jacomijn de Jong de vraag of het model Hollandscheveld niet in alle gemeente uitgerold kan worden. ‘Daar krijg ik dan wat jeuk van. Onze coöperatie kan alleen maar bestaan omdat die is voortgekomen vanuit de bewoners zelf. Dat is niet iets dat je als gemeente kunt kopiëren en aan de bewoners kunt opleggen.’


Droomkaravaan
‘…Alleen jij?’
‘Ja, zegt het meisje dat voor de caravan van de Dream Karavaan op een groot kussen zit. ‘ De rest mocht blijven, maar ik lag eruit …’
Een flard van een gesprek. Het maakt direct duidelijk waar de Dream Karavaan voor is. Een luisterend oor, contact van mens tot mens. ‘Even de professionele jassen uit’, zegt Miranda Tamminga van dit burgerinitatief. Mensen kunnen bij ons komen aanlopen, een kopje koffie of thee drinken en hun verhaal vertellen. Meestal gaat het om kwetsbare mensen, die gehoord en erkend willen worden.’ Daarom is de Dream Karavaan regelmatig te vinden op dorpspleinen en voor gemeentehuizen. ‘We focus on what’s strong, not on what’s wrong’,  staat op de buitenkant van de caravan geschreven.

Dorpsgeest
De gemeente Súdwest Fryslân is ontstaan uit de geleidelijke fusie van een negental gemeenten, die op hun beurt ook weer waren ontstaan uit het samengaan van verschillende dorpen en kernen. De voormalige gemeente Sneek vormde het middelpunt van de nieuwe gemeente Súdwest Fryslân. Probleem bij de nieuwe gemeente was dat mensen uit de oude kernen gewend waren de bestuurders regelmatig tegen te komen en aan te spreken. Dat gevoel wilden de initiatiefnemers van de gebiedsgerichte aanpak Súdwest Fryslân, Lysbeth de Jong, Janneke Bakker, Ageeth Thibaudier, behouden. Er werden coördinatoren aangesteld per wijk en dorp, de wethouders bezoeken jaarvergaderingen van het dorpsbelang en diverse activiteiten en bijeenkomsten. Daardoor slaagde men er in het contact in stand te houden. Ook in het sociaal domein werden gebiedsteams in het leven geroepen die in nauw contact staan met de inwoners. En zo werd de dorpsgeest behouden in de, wat oppervlakte betreft, grootste gemeente van Nederland.

Pact tegen armoede
‘In 2028 zijn er in de gemeente Leeuwarden geen kinderen meer die de gevolgen van armoede ondervinden’,  zegt Janneke Dölle van het Armoedepact Leeuwarden beslist. Het armoedepact richt zich er op tot een krachtig netwerk van partners te komen gericht op het voorkomen en tegengaan van armoede in Leeuwarden. Dat netwerk ontwikkeld een gezamenlijke aanpak. Door de schaamte te doorbreken, door huiselijk geweld tegen te gaan, gezondheidsproblemen, eenzaamheid en alle andere problemen die nauw samenhangen met armoede het hoofd te bieden. ‘Niemand kiest er immers bewust voor om in armoede te leven,’ zegt Dölle. Het armoedepact in Almelo omvat inmiddels 150 samenwerkende partners. Leeuwarden is pas net van start. Toch zijn er al meer dan tien partners. En dat aantal neemt snel toe.

Dromen over kwaliteit
Bij de Dream Karavaan kunnen mensen vrijuit spreken en gehoord worden. Dat is een net iets andere insteek dan die van de Dream Machine. ‘Wij zijn dromenvangers,’ zegt Dirk Willem Postma.
Burgerparticipatie in al haar verschijningsvormen is het belangrijkste onderzoeksthema van Postma, associate lector Welzijn Nieuwe Stijl aan NHL Stenden Hogeschool en initiatiefnemer van de Dream Machine. Er wordt te weinig met kwetsbare wijkbewoners gesproken over de zorg en ondersteuning die zij nodig hebben. Deze wijkbewoners dromen niet meer: hoe zouden zij hun leven willen inrichten en wat hebben zij daar voor nodig? Met de Leeuwarder Dream Machine worden ervaringsdeskundige vrijwilligers en studenten getraind om met deze bewoners over dromen te spreken. De Dream Machine wordt gedragen door een netwerk van 14 vrijwilligersorganisaties die zich bij elkaar met zo'n 1500 vrijwilligers inzetten voor circa 6000 Leeuwarders met een ondersteuningsvraag. ‘We willen weten wat hun dromen zijn en hoe de gerealiseerd kunnen worden. Wat ervaren mensen als kwaliteit van leven en kwaliteit van ondersteuning. Zorg en ondersteuning moet meer zijn dan een beheersingsvraagstuk. We willen de dialoog terug laten keren in de zorg.’

Doen wat nodig is
Gemeente Leeuwarden organiseerde begin 2018 een ‘20 hour Challenge’ over het onderwerp dagbesteding. Een klein kernteam kreeg de opdracht om in 20 uur tijd een antwoord te vinden op de vraag of dagbesteding in Leeuwarden nog beter kan. Maatwerk en kostenbewust waren daarbij sleutelwoorden. Kan dagbesteding ook anders? Duurzamer? Slimmer? Zijn er mogelijkheden waar niemand ooit aan gedacht heeft, maar die iedereen fantastisch zou vinden? De challenge duurde in totaal 20 uur, verdeeld over een week. Het kernteam stond er tijdens de challenge niet alleen voor. Er werden experts, ervaringsdeskundigen én outsiders ingevlogen om mee te denken. Inwoners van de gemeente Leeuwarden werden in de gelegenheid gesteld om naar believen in en uit te lopen en mee te denken. De uitkomst van de challenge was het advies om in te zetten op een “alliantie”. In navolging zet de gemeenten Leeuwarden in op een alliantie van zorginstellingen en vrijwilligersorganisaties die de Wmo gaan uitvoeren. In de alliantie moeten alle werkvelden voldoende vertegenwoordigd zijn. De alliantie krijgt een lumpsum bedrag van de gemeente Leeuwarden. De in de alliantie vertegenwoordigde partijen moeten onderling afspraken maken over de verdeling van de taken en het daarbij behorende geld. Door op deze manier te ontschotten is de hoop dat de organisaties zo efficiënt mogelijk met het geld zullen omgaan en uiteindelijk goedkoper uit zullen zijn. De aanpak moet leiden tot een betere samenwerking en meer inzet van vrijwilligers. En ook de bureaucratie moet afnemen. Niet langer staat het krijgen waar men recht op heeft centraal, maar het doen wat nodig is.


Bewoners mobiliseren
Adviesraden bestonden er natuurlijk al in de IJmond-gemeenten. Per sociale wet was er een raad, vertelt Fred Kok. Als er een nota was opgesteld die naar de raad zou gaan, was er altijd wel iemand die vlak van tevoren riep: moet dit niet langs de adviesraad? Dat gebeurde dan nog even snel en dan was de participatie weer geregeld. Kok vond dit onvoldoende. Hij nam het initiatief tot de oprichting van een lokale participatieraad in de IJmond-gemeenten. De participatieraad is een groep vrijwilligers die samen met de gemeente nadenkt over manieren om inwoners te betrekken bij sociale vraagstukken en dat vervolgens ook in de praktijk brengen. En niet pas vlak voordat er een nota naar de raad gaat. Of het nu gaat om het bestrijden van taalachterstanden of in contact komen met moeilijke doelgroepen, eerst wordt er met de cliënten zelf gepraat over hun ervaringen. De participatie van cliënten en inwoners wordt geregeld door de participatieraad, die de bewoners mobiliseert en de adviezen terugkoppelt aan hen. ‘Dit leidt tot meer betrokkenheid, betere adviezen en betere kwaliteit van beleid,’ aldus Kok.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.