Advertentie
sociaal / Nieuws

Marktdenken te ver doorgeslagen in Jeugdwet

Gemeenten moeten differentiëren in tarieven en kwaliteitseisen zwaarder laten meewegen bij inkoop en contractering van jeugdzorg. Dat stellen de samenwerkende jeugdbranches in reactie op het Jaarbeeld 2019 van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), waarin zij een aantal knel- en zorgpunten signaleert.

28 mei 2020
aanbesteden-contract.jpg

Gemeenten contracteren massaal nieuwe kleine aanbieders en lijken daarbij meer naar de prijs dan naar de kwaliteit te kijken. Gemeenten moeten differentiëren in tarieven en kwaliteitseisen zwaarder laten meewegen bij inkoop en contractering. Dat stellen de samenwerkende jeugdbranches in reactie op het Jaarbeeld 2019 van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), waarin zij een aantal knel- en zorgpunten signaleert.

Zorgelijk

Zo stelt de IGJ meer signalen binnen te krijgen van vermoedelijke zorgfraude en zorgverwaarlozing. Daarnaast constateert de IGJ dat veel kleine nieuwe jeugdaanbieders niet aan de gestelde kwaliteits- en veiligheidseisen voldoen. Zorgelijk, vinden de gezamenlijke jeugdbranches. ‘Het is het zoveelste teken dat het marktdenken te ver is doorgeslagen in de Jeugdwet’, aldus voorzitter Hans Spigt van de samenwerkende jeugdbranches BGZJ (Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, VGN en VOBC). ‘Gemeenten contracteren massaal nieuwe kleine aanbieders en lijken daarbij meer naar de prijs dan naar de kwaliteit te kijken. Het is terecht dat de Inspectie hier aandacht voor vraagt. De professionaliteit en de borging van veiligheid moeten echt op orde zijn, je werkt immers met vaak al kwetsbare kinderen.’

Differentiatie

De Inspectie maakt zich ook grote zorgen over financiën. Grotere jeugdzorgaanbieders verkeren in financiële problemen door ontoereikende tarieven en andere keuzes van gemeenten, zoals ambulante trajecten en kleinschalig verblijf. Vooral de (bovenregionale) gespecialiseerde jeugdhulp stond vorig jaar onder druk. De samenwerkende jeugdbranches hebben hierover al vaker aan de bel getrokken. Zij vinden dat gemeenten moeten differentiëren in tarieven en kwaliteitseisen zwaarder moeten laten meewegen bij inkoop en contractering.

Goed verdienen

Gemeenten willen hetzelfde tarief aan grote regionale als kleine aanbieders betalen, stellen de gezamenlijke jeugdbranches BGZJ. Grote regionale aanbieders bieden volgens BGZJ echter een brede scala aan hulpvormen, terwijl kleine aanbieders zich maar met een deelterrein bezighouden. Grote aanbieders investeren daarnaast veel in kwaliteit, professionalisering en kennisontwikkeling, stelt BGZJ-voorzitter Spigt. De kleine aanbieders voldoen in de ogen van Inspectie vaak niet aan alle professionaliteitseisen. ‘Zo’n kleine aanbieder verdient goed aan dat tarief, terwijl de grote aanbieder het voor dat tarief simpelweg niet kan doen. Gemeenten moeten hierin gaan differentiëren en kwaliteitseisen zwaarder gaan meewegen bij de inkoop en contractering.’

Te vrijblijvend

De Tweede Kamer debatteert volgende maand met minister Hugo de Jonge (VWS) en Sander Dekker (rechtsbescherming) over hun plannen om het jeugdzorgstelsel te verbeteren. De VNG vindt die te ver gaan en heeft daar een eigen plan tegenover gezet. De jeugdbranches vinden die gemeentelijke plannen te vrijblijvend.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

K.M. Schaap / afdelingshoofd burger- en bestuurlijke zaken
De enige manier om de jeugdzorg in stand te houden is door het betaalbaar te houden. Dat kan als je er voor zorgt dat de juiste zorg alleen terecht komt bij degenen die het echt nodig hebben en niet zelf kunnen betalen.

Iedereen heeft tegenwoordig een hoogbegaafd of dyslectisch kind of een kind met ADHD. In een aantal van die gevallen zouden de ouders daar misschien ook zelf mee kunnen dealen (of de benodigde hulp zelf kunnen betalen).
H. Wiersma / gepens.
@Broadcaster, Helemaal mee eens. Ook méér doen aan preventie zal helpen, bijv. meer voorlichting aan de ouders.
Advertentie