Advertentie

Geheimhouding gebeurt zelden weloverwogen

Het bekrachtigen van geheimhouding door de raad gebeurt zelden weloverwogen. Dat is een van de conclusies die de rekenkamers van Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag trekken na onderzoek naar hoe hun gemeenten omgaan met geheimhouding. Verder worden raadsleden te weinig gefaciliteerd en is de raad bij opheffing van geheimhouding te afhankelijk van het college. De rekenkamers zijn daarnaast bang dat door nieuwe wetgeving informatie lange tijd geheim zal blijven.

26 januari 2021
Geheimhouding-shutterstock-1304544550.jpg

Het bekrachtigen van geheimhouding door de raad gebeurt zelden weloverwogen. Dat is een van de conclusies die de rekenkamers van Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag trekken na onderzoek naar hoe hun gemeenten omgaan met geheimhouding. Verder worden raadsleden te weinig gefaciliteerd en is de raad bij opheffing van geheimhouding te afhankelijk van het college. De rekenkamers zijn daarnaast bang dat door nieuwe wetgeving informatie lange tijd geheim zal blijven.

Meer geheimhouding

Amsterdam legt het vaakst geheimhouding op: bij 136 onderwerpen en 396 documenten. Veel meer dan Utrecht (47 onderwerpen), Rotterdam (23 onderwerpen) en Den Haag (9 onderwerpen en 13 documenten). ‘Wij vinden het belangrijk’, schrijft de Amsterdamse rekenkamer, ‘dat de gemeenteraad met het college in gesprek gaat over waarom dat aantal in Amsterdam zoveel hoger ligt dan in de andere steden’.

 

Summier en plichtmatig

De motiveringen voor geheimhouding zijn meestal summier, doen plichtmatig aan en ‘vaak ontbreekt een heldere en specifieke uiteenzetting', schrijven de rekenkamers in een brief aan de gemeenteraden. Het college van een gemeente verzoekt de raad om de geheimhouding te bekrachtigen en de raad neemt daarbij de motivering over, dus een slechte motivering van het college betekent een slechte motivering voor geheimhouding.

 

‘In alle gemeenten blijft een debat over het bekrachtigen van geheimhouding vaak achterwege en is het bekrachtigingsbesluit vaak een hamerstuk’, schrijft de rekenkamer verder over deze bevinding. ‘Daarmee blijven geheime documenten mogelijk onnodig geheim.’

 

Ondersteuning

Raadsleden worden bovendien ‘te weinig gefaciliteerd bij het opleggen, bekrachtigen en opheffen van de geheimhouding’. Voor ambtenaren in Amsterdam en Utrecht zijn uitgebreide kaders, voorlichting en ondersteuning beschikbaar, maar raadsleden hebben dat ook nodig. ‘De informatie die raadsleden momenteel wordt geboden biedt hen onvoldoende handelingsperspectief om geheimhouding op te leggen, te bekrachtigen en op te heffen.’

 

In Rotterdam, waar een nieuw beleidskader tekortkomingen moet adresseren, geeft de rekenkamer de gemeente mee dat het kader weliswaar een aanmerkelijke verbetering is, maar dat de raad zélf een weloverwogen en goed besluit moet nemen en dat een beleidskader daarbij maar ten dele helpt.

 

Te afhankelijk

Een derde bevinding is dat de raad bij opheffing van de geheimhouding te afhankelijk is van het college. ‘Voor het opheffen van de geheimhouding is inhoudelijke kennis noodzakelijk. Deze kennis is bij raadsleden veelal niet in detail aanwezig, wat ze afhankelijk maakt van het college en het ambtelijk apparaat.’ Het college moet daarom bij het opleggen van geheimhouding al een moment of gebeurtenis noemen waarna de geheimhouding kan komen te vervallen, zodat de raad dit kan overnemen.

 

Lange tijd geheim

De rekenkamers spreken echter in een brief aan de Tweede Kamer hun zorgen uit over een wetsvoorstel waardoor de plicht tot bekrachtiging van geheimhouding mogelijk komt te vervallen. Geheimhouding duurt dan voort tot de raad die opheft. Als de bekrachtiging komt te vervallen en opheffing in de praktijk weinig plaatsvindt, ‘ontstaat er een groot risico dat geheime informatie voor een (te) lange tijd geheim blijft’.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie