Advertentie
carrière / Nieuws

Werken bij provincie is oudere, blanke mannenzaak

Vergeleken met de totale beroepsbevolking werken er zelfs meer vrouwen bij de overheid dan gemiddeld. Deze vrouwelijke ambtenaren zijn gemiddeld jonger en vaker hoger opgeleid.

08 juli 2016

Het personeelsbestand bij provincies bestaat nog steeds grotendeels uit mannen. Gemiddeld is 60 procent man, en 40 procent vrouw. Op provinciehuizen is het ambtenarenapparaat qua afkomst niet divers te noemen. Gemiddeld bestaat 7,3 procent uit westerse en 4,3 procent uit niet-westerse allochtonen. Zuid-Holland heeft meer allochtonen in dienst; alles bij elkaar zo’n 21 procent. De provincie Friesland heeft de minste. Slechts 5 procent van de provincieambtenaren is westers allochtoon en 0,5 procent niet-westers. Dat is minder dan 4 fte op een personeelsbestand van meer dan 700. Dat blijkt uit cijfers van de Personeelsmonitor Provincies van het A en O-fonds.

Provincie loopt achter
Wat betreft het vrouwelijke aandeel in de organisatie lijken de provincies flink achter te lopen. Gemiddeld gezien doet het volledige Nederlandse ambtenarenapparaat het namelijk nog niet eens zo slecht. Uit het onderzoek 'Werken in de Publieke Sector 2015' blijkt dat steeds meer managementposities bij de overheid worden ingenomen door vrouwen. Daarnaast stijgt het aantal vrouwen dat in de publieke sector werkt jaarlijks.

Meer vrouwelijke ambtenaren
Vergeleken met de totale beroepsbevolking werken er zelfs meer vrouwen bij de overheid dan gemiddeld. Deze vrouwelijke ambtenaren zijn gemiddeld jonger en vaker hoger opgeleid. In de leeftijdscategorie 30-34 jaar werken er zo'n 60 duizend vrouwen bij de overheid tegen 40 duizend mannelijke. In 2004 werkten er nog in drie sectoren meer vrouwen dan mannen. In 2014 is dat het geval in zes sectoren: vijf binnen het taakveld onderwijs en nu ook bij de Rechterlijke Macht. De provincie wijkt dus af van dit beeld.

Provincieambtenaar is 49,1 jaar
Zoals ook bij andere overheden hebben provincies te kampen met vergrijzing. De gemiddelde leeftijd is in 2015 opnieuw gestegen, de gemiddelde leeftijd ligt op 49,1 jaar. Het jaar daarvoor was dit nog 48,7 jaar. Overigens zijn de vrouwelijke ambtenaren die bij de provincie werken gemiddeld jonger namelijk 47,3 jaar terwijl hun mannelijke collega’s gemiddeld 50,6 jaar oud zijn. Overigens lijkt het leeftijdsverschil tussen mannen en vrouwen wel steeds kleiner te worden. Het aandeel jonger dan 35 jaar daalde licht van 10 naar 9 procent. Het aandeel van 50-plussers steeg van 48 naar 52 procent.

Zeeland heeft geen 60-plussers
Gemiddeld is zo’n 16 procent van alle provincieambtenaren ouder dan 60 jaar. In de provincie Gelderland ligt dat een stuk hoger; rond de 20 procent. Opvallend is dat de provincie Zeeland over slechts 1,2 procent 60-plussers beschikt. Dat komt door een omstreden VUT-regeling enkele jaren terug waarbij alle 57-plussers met een regeling naar huis werden gestuurd.


Weinig jongeren

Jongeren zijn slecht vertegenwoordigd in het personeelsbestand van provincies. Gemiddeld is slechts 8,4 procent tussen de 25 en 34. Jongeren onder de 25 zijn helemaal een zeldzaam fenomeen op provinciehuizen, niet meer dan een half procent zit in de leeftijdsgroep. Waarbij Gelderland (1201 medewerkers) én Utrecht (830 medewerkers) de kroon spannen met ieder slechts één 25-minner op de werkvloer.

Reacties: 12

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Marcel / criticus
Ook weer zo'n niets zeggend onderzoek. Hoeveel procent van de beroepsbevolking is man / vrouw ... dus is de verhouding 60/40 zo gek? Hoeveel (niet)westerse allochtonen wonen er in Friesland? Is het dan zo verwonderlijk dat ze zo weinig vertegenwoordigd zijn of is het een (goede) afspiegeling van de bevolking. Zo zeggen de percentages natuurlijk niet erg veel.

Naleven van goede verhoudingen is meer dan prima, maar doe het dan ook in de goede verhoudingen. En misschien nog wel belangrijker: beoordeel de (potentiële) werknemers op hun kwaliteiten, niet op hun geslacht, afkomst of ander niet ter zake doende aspecten.
Jaap Wiersma
Feitelijk klopt de kop van dit artikel natuurlijk helemaal: de oudere, blanke man is (sterk) oververtegenwoordigd bij de provincies. Maar: werken bij de provincie gaat over veel meer dan het personeelsbestand. De uitdagingen waar een provincie voor staat zijn een zaak van iedereen: oudere blanke mannen maar ook jonge, allochtone vrouwen, academisch geschoolde veertigers en beroepsprofessionals die net een MBO-diploma hebben gehaald. Het beeld dat mensen van (het werk van) de provincies hebben, is nog te vaak vaag of negatief of ontbreekt in zijn geheel. Daar ligt een prachtige uitdaging want provincies doen wel degelijk uitdagend, nuttig werk waar het gaat om slim ruimtegebruik, duurzame energie, innovatieve economie, verbindingen op de weg en over water, maar ook spreekwoordelijk tussen gemeenten, bedrijven en andere organisaties, you name it. Misschien wel een mooie opgave voor een jong communicatietalent?
Anoniem / Bezorgde burger
Leeftijdsopbouw is met name voor de continuiteit van een organisatie van belang (overdracht). De verdere verdeling moet niet hoeven uitmaken. Het gaat om de beste man of vrouw op de juiste plek.



Dat dit soort onderzoeken naar 'afspiegeling' steeds weer terugkomen bij met name overheidsorganisaties is ergerlijk. Want als je die afspiegelingsdiscussie zuiver wilt spelen moet je ook 1% pedo's aannemen, 3% criminelen, dan nog LHBT groepen, godsdiensten, opleiding, huidskleur, politieke voorkeur, woonlocatie (noord - zuid) enz. enz. Anders is er nog steeds geen sprake van afspiegeling en ben je in feite bezig met (positieve) discriminatie. Wordt daar je organisatie beter van?



Kortom, ophouden met dit soort onderzoeken, want het leidt tot niets wil je de discussie zuiver voeren. Nogmaals, de beste man of vrouw op de juiste plek.
Arnold / gemeentemabtenaar
Eens met anoniem. Bovendien: is het niet zo dat niet Westerse allochtonen gemiddeld genomen heel wat minder educatie hebben genoten dan de "oude blanke mannen". En voor werk bij de provincie is nu eenmaal meer opleiding nodig dan alleen algemeen voortgezet onderwijs.
anoniem
Of het nou wel of niet een echte afspiegeling is maakt mij nog niet eens zoveel uit. Wat ik interessanter vind is de vraag of een jonge, al dan niet allochtone homoseksuele, man kans maakt om in het provinciebestuur te komen??!

Albert Joosse / projectmanager bij provincie
Als het gaat om vertegenwoordiging, afspiegeling, evenredigheid en dergelijke met betrekking tot ambtelijke organisaties, wordt m.i. vergeten dat we daarvoor nou juist democratisch gekozen volksvertegenwoordigers en bestuurders hebben. En natuurlijk, de ambtelijke organisaties achter onze volksvertegenwoordigers moeten ook goede feeling hebben met de maatschappij. Maar dat hangt niet alléén af van de %% leden uit bevolkingsgroepen die werkzaam zijn bij die organisaties. Het is dan ook overdreven om daar steeds weer, zoals in dit artikel, de nadruk op te leggen. Waar het om gaat, is dat de gekozen volksvertegenwoordigers de maatschappij kunnen leiden, gesteund door een capabel professioneel apparaat. Grosso modo hoeven we daarover in ons land niet te klagen. En wie zich onvoldoende vertegenwoordigd voelt, moet in elk geval naar de stembus zodra die gereed staat. Zich verkiesbaar stellen (of ten minste politiek actief worden) is ook zo'n recht.
Henk de B.
Goedbeschouwd wordt er bijna verwijtend geschreven over een hoge gemiddelde leeftijd en een overdosering van mannen bij provinciale ambtenaren. Onbesproken bliijf, dat het verschijnselen betreft die het gevolg vormen van bewuste besluiten zijn om de wet- en regelgeving dusdanig aan te passen dat er langer doorgewerkt moet worden en VUT-regelingen onmogelijk zijn gemaakt.

Provincie Zeeland, die een eigen maatregel tegen een vergrijzend Ambtenarenbestand heeft willen treffen, is naar de strafbank verwezen.

Misschien moet er iets minder geklaagd worden, als er koekjes van eigen deeg ontstaan,
Janneke
@Albert. Helemaal mee eens. Negatieve toon is niet nodig.
Jack
Afspiegeling op zich is een doel dat niets van doen heeft met het functioneren van de organisatie. Indien wordt uitgegaan van functionaliteit kan bewust gekozen worden voor een vrouw, man, Turk, Duitser, katholiek, moslim, e.d.

Indien met uit principiële overwegingen een afspiegeling wil zijn, is dat alleen maar acceptabel/haalbaar als men kiest om een afspiegeling van de beroepsbevolking in een bepaalde regio te zijn. Dus niet: afspiegeling van de samenleving.
Kaas !
Dit zie je bij meer overheden, zoals de Publieke Omroep, sommige witten mannen weten niet van ophouden.
Jan
In zes sectoren van de overheid, lees ik hier, werken meer vrouwen dan mannen. Maar daarover verschijnt nooit een artikel om die scheve verhouding recht te trekken of daar schande overvte spreken.....
hans van Oerle
Als in een overheidsorganisatie het aandeel niet-westerse allochtonen of het aandeel leidinggevende vrouwen sterk achterblijft, dan lijkt mij dat altijd reden om je achter de oren te krabben, te analyseren waar dat aan ligt. Als overheid maken we immers terecht een punt van het streven naar emancipatie en acceptatie en tegen iedere vorm van discriminatie. Dan wil je wel zeker weten dat je die mooie uitgangspunten ook zelf naleeft. Om die reden vind ik dit soort onderzoeken wel degelijk interessant en bruikbaar.
Advertentie