Advertentie
carrière / Nieuws

Utrecht maakt ambtelijke leidraad voor crisissituaties

De gemeente Utrecht stelt een compacte leidraad op voor de gemeentelijke organisatie over het handelen bij crises en incidenten met impact op de organisatie. De leidraad is voor ambtenaren in het stadskantoor, op straat, en op andere gemeentelijke locaties. Dit schrijft het college in een brief aan de gemeenteraad over de nafase van de tramaanslag van 18 maart 2019, waarbij vier doden vielen.

10 december 2019
Tram-Utrecht-1.jpg

De gemeente Utrecht stelt een compacte leidraad op voor de gemeentelijke organisatie over het handelen bij crises en incidenten met impact op de organisatie. De leidraad is voor ambtenaren in het stadskantoor, op straat, en op andere gemeentelijke locaties. Dit schrijft het college in een brief aan de gemeenteraad over de nafase van de tramaanslag van 18 maart 2019, waarbij vier doden vielen.

Interne nazorg professionaliseren
Ook zal de gemeente de interne nazorg professionaliseren, zodat die bij een crisis of incident sneller kan worden gestart. Het zogenaamde ‘bedrijfsopvangteam’, dat alleen werkzaam was bij de afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving, is binnenkort organisatiebreed inzetbaar. De brief aan de raad verschijnt tegelijk met het rapport ‘Een stad in stilte’ van het COT, Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement, diverse andere (landelijke) evaluaties van de tramaanslag.

Begrijpelijke keuzes
In een bijlage van de raadsbrief staan lessen die de gemeente Utrecht trekt uit die verschillende evaluaties. Het college schrijft dat uit het rapport van het COT het beeld naar voren komt van een crisisorganisatie die ‘actief handelend’ heeft opgetreden en ‘begrijpelijke keuzes’ heeft gemaakt, gezien de beschikbare informatie van dat moment ‘in een situatie die gepaard ging met dreiging, urgentie en onzekerheid’. Het rapport spreekt van een logische keuze om uit te gaan van het scenario ‘aanslag met mogelijke terroristisch motief’. ‘Hierdoor was het voor functionarissen in de crisisorganisatie duidelijk hoe er gehandeld moest worden en vond in een vroegtijdig stadium opschaling binnen de betrokken nood- en hulpdiensten plaats.’

Opschalen had sneller gemoeten
Dat opschalen had de gemeentelijke driehoek wel sneller moeten doen, blijkt uit hetzelfde rapport. ‘Dit zou de crisisorganisatie hebben geholpen qua aandacht voor de maatschappelijke impact’, aldus het COT. Eerder opschalen was de communicatie tussen allerlei verschillende instanties ook ten goede gekomen. Op 18 maart j.l. volgde eerst een overleg tussen de Utrechtse burgemeester Jan van Zanen, de hoofdofficier van justitie en de hoogste chef van de politie. ‘Parallel hieraan kan GRIP 3 al worden opgestart’, concludeert het COT. Dan hadden de burgemeesters uit de regio gelijk kunnen aanhaken en ‘mee kunnen groeien in het incident’.

Aantal 'eerste keren'
Maar het COT wijst er ook op dat er rond de tramaanslag een aantal ‘eerste keren’ waren. Voor het eerst werd in Nederland decentraal het dreigingsniveau verhoogd naar niveau 5: het hoogste niveau. Voor het eerst in Nederland is kort na een schietincident duiding gegeven dat een terroristisch motief niet kon worden uitgesloten. ‘Bij eerdere incidenten zoals in Den Haag en Amsterdam bleef die duiding vanuit de autoriteiten juist in die eerste uren uit.’ En voor het eerst gaven de autoriteiten het advies om binnen te blijven naar aanleiding van een vervolgdreiging van mogelijk terrorisme.

Geen checklist voor hoogste dreigingsniveau
‘De combinatie was uniek. Daar was nog niet op geoefend’, stelt burgemeester Jan van Zanen op de persconferentie. Hij miste een algemene checklist met hoe te handelen in het geval van het hoogste dreigingsniveau. ‘Dan doe je dit, dit en dit. Dat je kunt afvinken. Dat bestaat nog niet.’ Van Zanen wil leren van de waardevolle lessen uit het rapport en het sterkt hem daarbij dat het COT vindt dat de crisisorganisatie ‘adequaat en actief heeft gehandeld en logische besluiten heeft genomen’. ‘Wij moeten informatie beter delen. We hadden het advies om binnen te blijven duidelijker moeten omschrijven: welke maatregelen wij hadden genomen, waar die golden en hoe lang ze van kracht zouden zijn.’

Maatschappelijke organisties betrekken
Een andere les die de gemeente Utrecht leert uit de evaluaties zijn het beter betrekken van maatschappelijke organisaties. Op 18 maart was er wel contact met moskeeën, zorginstellingen, (basis)scholen en Rijkswaterstaat, maar geen of beperkt contact met vervoerders, de universiteit en de hogeschool. Een derde les is een duidelijke verbinding maken tussen maatregelen die op nationaal en lokaal niveau worden genomen. De NCTV zal de betekenis van het afkondigen van dreigingsniveau 5 verhelderen en de gemeente gaat na wat zij kan voorbereiden wanneer er acute dreigingsinformatie beschikbaar komt met een hoog risico die aanleiding geeft om het dreigingsniveau te verhogen.

Vaste basisstructuur
Een vierde les is om de opgave centraal te stellen en in te zetten op een eenduidig beeld van de situatie. Tijdens het schietincident is op bepaalde momenten bewust van de planvorming afgeweken, zoals bij de opschaling en inrichting van de crisisorganisatie. De gemeente Utrecht vindt het belangrijk om vanuit de planvorming met een vaste basisstructuur te werken. Gemeente, politie, het Openbaar Ministerie en de Veiligheidsregio Utrecht werken daarom aan een structuur mét de nodige flexibiliteit die past bij de opgave die de betreffende crisis vraagt. In de planvorming wordt dit nader uitgewerkt.

Alarmeringsafspraken naleven
Een vijfde les is het creëren van bewustwording van de alarmeringsafspraken tussen de gemeente Utrecht en de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) en zorgen dat deze worden nageleefd. De VRU gaat investeren in naleving van de procedures rondom het alarmeren van functionarissen van de gemeente Utrecht. Tijdens het schietincident ging de alarmering niet goed, waardoor meerdere crisisfunctionarissen niet zijn gealarmeerd. Niettemin konden zij toen persoonlijk worden benaderd.

Herinneringsplek
De enorme hoeveelheid aan desinformatie maakte het werk ontzettend ingewikkeld, aldus Jan van Zanen. Hij zegt veel berichten terzijde te hebben geschoven. ‘Behalve het ‘ben je veilig pap’ van mijn kinderen.’ Het college schrijft in de raadsbrief dat de gebeurtenissen op 18 maart en het leed dat daarbij zoveel mensen is aangedaan, diepe indruk heeft gemaakt op de Utrechters. Daarom komt op het 24 Oktoberplein een herinneringsplek ter nagedachtenis aan het incident. ‘Een plek waar ruimte is voor verdriet en verbondenheid. Het ontwerp van deze plek verbeeldt de golf van ongeloof en verdriet die door de stad Utrecht ging na het schietincident’, aldus het college. Volgend jaar begint de inrichting van de plek, die op 18 maart 2020 klaar moet zijn, precies een jaar na de aanslag.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie