Advertentie
carrière / Nieuws

Twee derde wethouders vreest einde niet

Tweederde van de wethouders denkt redelijk positief over het vinden van een baan na het wethouderschap. Een derde verwacht dat het moeilijk wordt . Dat blijkt uit een enquête onder de leden van de Wethoudersvereniging met 190 respondenten.

24 november 2017

Een derde van de wethouders denkt na het wethouderschap moeilijk aan een baan te komen. Tweederde denkt daar redelijk positief over. Dat blijkt uit een enquête onder de leden van de Wethoudersvereniging met 190 respondenten.

Geen rooskleurige toekomst

Dat een derde van de wethouders zich zorgen maakt over het vervolg van hun loopbaan wijt Joyce Langenacker, voorzitter van de Wethoudersvereniging, aan de hoge gemiddelde leeftijd van wethouders: 55 jaar. Maar  opvallender is eigenlijk dat twee derde de toekomst nu wel zonnig inziet, want zo rooskleurig zag een loopbaan na het wethouderschap er de afgelopen jaren niet uit vonden wethouders zelf ook. Zeker bij gemeentesecretarissen staan ze er niet goed op.


Moderne rechtspositie

Toch lijkt de brief waarin zij aandacht vragen voor de rechtspositie van politieke ambtsdragers die de Wethoudersvereniging en andere belangenorganen vorig jaar naar de Kamer stuurden zijn vruchten af te werpen, want minister Ollongren zei woensdag dat de bereidheid om je voor langere tijd in te zetten voor de publieke zaak erkenning verdient. Ze refereerde aan initiatieven van de Wethoudersvereniging daartoe, maar het staat ook in haar toekomstagenda. Op één staat een moderne rechtspositie die aansluit op het politieke ambt als loopbaan.

Te optimistisch

Niettemin zijn de wethouders in de enquête aan de optimistische kant, vindt Ton Roerig, directeur van de Wethoudersvereniging. De aantrekkende economie zal ermee te maken hebben, denkt hij. ‘In 2018 organiseren wij wel opnieuw de loopbaandagen, omdat daar vraag naar is. Een deel van de wethouders die nu in de race is voor een volgende periode komt straks tot de conclusie dat die periode er niet komt.’ En dan blijkt de praktijk vrij weerbarstig. ‘Een nieuwe loopbaan beginnen is niet zo gemakkelijk als mensen denken. Ik hoop dat ze ons positief verrassen.’


Kwaliteiten verwoorden

Een probleem is dat de markt de meerwaarde van het wethouderschap niet herkent, hoort Roerig van headhunters. ‘Na je wethouderschap moet je zelf verwoorden wat je te bieden hebt, niet alleen inspireren.' Dat horen wethouders ook vaak van hun re-integratieconsulent. 'Je bent generalist, kunt uit vele vaatjes tappen en je handhaven in veel situaties en die kwaliteiten moet je vertalen naar specifieke functies. Dat kan, maar dat kost wel even moeite.’ Roerig wijst erop dat wethouders voorheen vaak op leiderschapskwaliteiten werden geselecteerd, maar nu verbindende, empathische en communicatieve vaardigheden meer gewenst zijn. ‘Die vraag is, zeker na de decentralisaties, gegroeid. Er zijn nu veel netwerken in organisaties, dus die kwaliteiten zijn belangrijk en moeten hun marktkansen na het wethouderschap ook vergroten.’


Meer ondernemers

Een andere uitkomst van de enquête is dat driekwart van de wethouders het ambt nooit heeft geambieerd. Als ze het eenmaal zijn, gaan ze wel graag door voor een tweede of derde periode. 55 procent vindt dat de houdbaarheid na twee collegeperiodes voorbij is. Het opleidingsniveau van wethouders is voor 90 procent hbo-plus/wo, 40 procent komt direct uit het bedrijfsleven. Volgens Roerig zou bij het laatste kunnen meespelen dat de enquête is uitgezet in de nadagen van de crisis. ‘De aantrekkelijkheid van het bedrijfsleven is dan minder. Daardoor kiezen meer ondernemers voor het wethouderschap.’ Er lijkt hier ook een verband te zijn met de opkomst van lokale partijen, maar dat moet nog beter worden onderzocht, aldus Roerig.’ Tot slot moeten mensen langer doorwerken. ‘Je ziet ook oudere wethouders aantreden: één is 68 jaar.’ 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie