Provincies: financiële ruimte cao beperkt

De provincies zien weinig ruimte voor een salarisstijging voor hun werknemers in de nieuwe cao. De vakbonden hadden eerder aangegeven in te zetten op een loonstijging van 3,5 procent, een thuiswerkvergoeding en een budget voor thuiswerken.

De provinciale onderhandelingsdelegatie onder leiding van Gelders gedeputeerde Jan Markink, gebruiken de impact van de corona-crisis op de samenleving als argument om al te hoge verwachtingen te temperen. ‘De economie heeft enorm te lijden onder de noodzakelijk getroffen maatregelen: de financiële situatie voor de meeste bedrijven en de overheid is zeer onzeker en zal dat voorlopig ook blijven. De werkloosheid loopt flink op en zal naar verwachting nog veel verder toenemen. Bedrijven zijn genoodzaakt in overleg met vakbonden salarissen te bevriezen of bestaande afspraken over arbeidsvoorwaarden te herzien – onder andere inleveren salaris – om zo het voortbestaan veilig te stellen.’

Voorkomen werkloosheid

Door die omstandigheden is volgens de Bestuurlijke Onderhandelingsdelegatie de beschikbare financiële ruimte voor de nieuwe cao beperkt. Daarbij komt dat ook de verwachte forse stijging van de pensioenpremie uit die beperkte ruimte moet worden bekostigd. Het voorkomen van werkloosheid en zekerheid voor de medewerkers is hun ogen momenteel een groter goed dan salarisgroei.

Kortdurende looptijd

Werkgevers en vakbonden hebben de voorkeur voor een kortdurende cao. Wat de provincies betreft zal die bovendien ‘een beleidsarm karakter’ hebben. In 2021 willen ze de tijd nemen met elkaar om na jaren van zeer beleidsrijke cao’s – met onder andere het goede gesprek, het persoonlijk ontwikkelbudget, het werken met resultaatopdrachten en harmonisatie van toelagen – een pas op de plaats te maken.

Na een eerste ronde eind oktober, hervatten de sociale partners op 19 november de cao-onderhandelingen.