Advertentie
carrière / Nieuws

Plan voor meer jongere EU-ambtenaren

Het streefcijfer van de Europese Commissie voor Nederlandse personele vertegenwoordiging is 3,9 procent van het gehele personeelsbestand. Nederland komt echter niet verder dan 1,9 procent.

16 april 2020
europa---pixabay.jpg

Ze zijn oud en met te weinig: de Nederlandse ambtenaren bij instellingen van de Europese Unie. Buitenlandse Zaken zet daarom in op meer detacheringen van rijksambtenaren.

Nederland is ondervertegenwoordigd binnen de Europese instellingen. Het streefcijfer van de Europese Commissie voor Nederlandse personele vertegenwoordiging is 3,9 procent van het gehele personeelsbestand. Nederland komt echter niet verder dan 1,9 procent. Als de vertegenwoordiging niet op korte termijn stijgt, zal ons land zijn evenredige vertegenwoordiging in de hogere rangen niet kunnen vasthouden. Door pensionering verslechtert de vertegenwoordiging daar namelijk snel: van de vaste Nederlandse EU-ambtenaren is 22 procent 58 jaar of ouder. Daarmee is Nederland na Luxemburg, Ierland, Griekenland en Portugal de lidstaat met de meest vergrijsde vertegenwoordiging in de EU. Van alle EU-ambtenaren is 14 procent 58 jaar of ouder.

Het aantal Nederlandse ambtenaren bij de Europese Commissie laat al sinds 2008 een dalende trend zien. De ondervertegenwoordiging is volgens minister Blok van Buitenlandse Zaken onwenselijk voor zowel de Europese instellingen als voor Nederland.

Zwaar examen
Er zijn meerdere oorzaken voor de ondervertegenwoordiging van Nederland bij de EU. Het betreft onder meer het goede leefklimaat en de carrièremogelijkheden in Nederland, partnerproblematiek, het niet altijd positieve imago van de EU als werkgever en de werkcultuur binnen de EU, die op nogal wat punten afwijkt van die in Nederland.

Daarnaast blijken ook de lange Europese selectieprocedures (EPSO), met een zwaar entree-examen – het zogeheten ‘concours’ – als toegangspoortje, een belangrijke horde voor Nederlanders. Samen met lidstaten als Denemarken, Ierland en Zweden, die met soortgelijke problemen kampen, lobbyt Nederland bij de Europese Unie voor selectieprocedures die beter aansluiten op de praktijk in lidstaten.

Detachering
Het kabinet meent dat werken bij de EU een normaal onderdeel moet zijn van een carrière binnen het Nederlandse openbare bestuur. ‘Naarmate meer Nederlandse ambtenaren een deel van hun carrière in het Europees werkveld doorbrengen, bouwt de rijksdienst als geheel expertise en ervaring met EU-besluitvorming op. Dit is essentieel gezien de invloed van de Europese Unie op vrijwel alle terreinen van het Nederlandse openbare bestuur.’

De ondersteuning die de overheid daarbij kan bieden, varieert van het begeleiden van Nederlanders die een vaste baan bij de EU ambiëren, het opdoen van EU-ervaring aan het begin van een carrière in het Nederlandse openbare bestuur tot het detacheren van Nederlandse ambtenaren vanuit de rijksoverheid – of een ander onderdeel van de Nederlandse overheid – en het bevorderen van benoemingen op hoog ambtelijk niveau.

Herintroductie beurs
Wat betreft het begeleiden van Nederlanders die een vaste baan bij de EU ambiëren, zal Werken bij de EU – een onderdeel van Buitenlandse Zaken – meer inzetten op kansrijke Nederlandse ambtenaren. Voor de beginnersfuncties wordt een promotiecampagne gericht op jonge ambtenaren. Zo wordt gewerkt aan een nieuwe communicatiestrategie om de EU beter te positioneren onder studenten, bijna-afgestudeerden en young professionals. Het kabinet wil met name de instroom binnen de kleinere en minder bekende EU-trainee­ships bevorderen, zoals de traineeships van de Raad van de Europese Unie, de Europese Rekenkamer en het Europees Hof van Justitie. Verder overweegt het kabinet opnieuw beurzen te geven om te studeren aan het Europacollege in Brugge en Warschau. Die beurzen waren afgeschaft.

Trainees
Het kabinet wil meer aandacht voor werken bij de EU en voor het EU-concours voor medewerkers in het beginstadium van hun carrière. Trainees bij het rijk worden nu al aangemoedigd een van hun plaatsingen in te zetten als gedetacheerde bij de Permanente Vertegenwoordiging, of onder het National Experts in Professional Training-programma bij een EU-instelling, waarmee zij de EU leren kennen. Hoewel die rijkstrainees op moment van detacheren niet noodzakelijkerwijs een EU-carrière nastreven, nemen zij die EU-ervaring mee naar Nederland en wordt de drempel om deel te nemen aan een EU-selectieprocedure lager. Ook het Junior Professional in Delegation-programma  (JPD) biedt mogelijkheden EU-ervaring op te doen. Voor dit tweejarig programma, waarvoor lidstaten vrij zijn om boven op de twee vaste plaatsen extra plaatsen te financieren, geldt dat deelnemers vol meedraaien op een EU-delegatie. Het kabinet gaat onderzoeken in hoeverre het carrièreperspectief binnen de EU van JPD-deelnemers verbetert. Als dat significant is, beoogt het ook voor de volgende ronde in 2021 extra plaatsen te financieren.

Om op termijn tot een grotere pool van potentiële kandidaten voor topposities te komen, wijst Blok er op hoe essentieel het is om stappen te zetten in de instroom en doorstroom op lagere niveaus.

Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 8 van deze week (gratis inlog)

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie