Minister gaat niet over mondkapjes boa’s

De uitrusting van boa`s zoals met bodycams, steekwerende vesten en beschermingsmiddelen tegen besmetting met het coronavirus, zoals mondkapjes zijn ‘in essentie’ een verantwoordelijkheid van de werkgevers van de boa`s. Dat schrijft minister Grapperhaus op vragen van D66-Kamerlid Monica den Boer. ‘Zij beoordelen op lokaal niveau met welke uitrusting een boa wordt toegerust.’ 

Verzoek om mondkapjes
Twee weken geleden vroeg voorzitter Richard Gerrits van vakbond BOA-ACP nog voordat de lokale noodverordeningen naar aanleiding van de coronamaatregelen van het kabinet warene uitgevaardigd om mondkapjes, handschoenen, bodycams en pepperspray voor boa’s. ‘Als boa’s samenscholingen moeten tegengaan en boetes gaan uitschrijven, willen wij en zijzelf dat zij voldoende beschermd zijn tegen besmetting en dus mondkapjes, handschoenen en desinfecterende middelen tot hun beschikking krijgen.’ De bond had aan werkgevers, zoals gemeenten, gevraagd of ze die middelen voorhanden hebben. ‘Daar werd heel divers mee omgegaan’, zei Gerrits toen.

Helderse boa's krijgen mondmaskers
De minister wijst voor die verantwoordelijkheid dus naar onder meer de gemeenten. Deze week liet het college van B&W van Den Helder weten dat Helderse boa’s geen pepperspray en wapenstokken krijgen, maar vanwege de coronacrisis wel worden uitgerust met beschermingsmiddelen, zoals met brillen en mondmaskers. Volgens de burgemeester moet de overheid ‘zuinig’ en ‘zorgvuldig’ omgaan met geweldsmiddelen.

Verdedigingsmiddelen
Begin maart liet Greetje Bos, voormalig officier van justitie en huidige VVD-wethouder van de gemeente Breda, nog in Binnenlands Bestuur weten dat ze wil dat boa’s worden uitgerust met verdedigingsmiddelen als de wapenstok en pepperspray. ‘We kunnen bij het ministerie in Den Haag vragen om bijzondere geweldsmiddelen, maar het ministerie geeft pas zijn akkoord als het van het lokale OM en de politie een positief advies heeft gekregen.’

Zelfde toetsing
Dat antwoord geeft minister Grapperhaus ook aan Kamerlid Den Boer die naar de opmerkingen van Bos refereerde. ‘De wijze van beoordeling en toetsing blijft ook thans, met de COVID19 crisis, van toepassing.’ Vooralsnog ziet de minister ook geen noodzaak tot aanpassing van de training, opleiding en professionalisering van boa’s als zij beschikking zouden krijgen over nieuwe taken, bevoegdheden, of middelen.

'Geen signalen slechte samenwerking'
Over de samenwerking tussen boa’s en de politie zegt Grapperhaus dat ‘op steeds meer plaatsen gezamenlijke briefings worden gehouden, gezamenlijk wordt gesurveilleerd en desgevraagd informatie wordt overgedragen’. De samenwerking vindt plaats op basis van goede afspraken die op lokaal niveau worden gemaakt. ‘Ondanks dat de intensiteit van samenwerking nog niet overal op gelijk niveau is, heb ik vooralsnog geen signalen ontvangen dat dit in de praktijk tot problemen leidt. Voor handhaving van maatregelen vanwege de huidige noodverordeningen is dat niet anders.’

Gebruik C2000 'in onderling overleg'
Gerrits noemde het ook wenselijk dat boa’s aangesloten zijn op het communicatiesysteem C2000. ‘Boa’s krijgen dan gemakkelijker back-up als dat nodig is. Nu moeten ze eerst zelf bellen met 112 en worden dan pas doorgeschakeld. Het gaat erom dat je elkaar weet te vinden.’ Op de vraag van Den Boer of alle boa’s zijn uitgerust met een goed werkende portofoon antwoordt Grapperhaus: ‘Of, en zo ja, hoeveel, portofoons door een aangewezen gebruiker van C2000 aan een organisatie in gebruik worden gegeven, wordt in onderling overleg tussen de werkgevers van boa`s en de aangewezen gebruiker bepaald.’ Dit ‘gelieerdengebruik’ is altijd op vrijwillige basis van de organisatie en gericht op de OOV-taak van de aangewezen gebruiker, aldus de minister. Dit geldt ook voor het gebruik van C2000-portofoons door boa’s die gelieerd zijn aan de politie. ‘Iedere gebruiker van het C2000-netwerk kan door middel van de noodknop op zijn of haar portofoon contact opnemen met de meldkamer.’