Advertentie
carrière / Nieuws

Kans op ongelukken door te forse krimp

Nederland telt als gevolg van de bezuinigingsoperaties van de afgelopen jaren steeds minder ambtenaren. Het gevaar is niet alleen een tekortschietende publieke dienstverlening, maar ook een groter wordende kans op politieke ongelukken.

12 januari 2018

Vooral in het lokaal bestuur krimpt het personeel, zo blijkt uit de Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD 2017), een tweejaarlijkse uitgave van de bijzonder leerstoelen van het CAOP. De wetenschappers Frits van der Meer en Gerrit Dijkstra laten zien dat die daling voor een deel, maar zeker niet in het geheel, wordt gecompenseerd door een sterke toename van het personeel van de gemeenschappelijke regelingen.

Vanaf Rutte I (2010) is een omvangrijk bezuinigingsbeleid voor het openbaar bestuur in gang gezet, waarvan het eerste begin overigens al in de nadagen van het kabinet- Balkenende-Bos te zien was. De personele consequenties zijn gegeven de korte periode van Rutte I (2010-2012) volgens Van der Meer en Dijkstra over de hele linie – rijksdienst, veiligheidssectoren en lokaal bestuur – nog iets ingrijpender geweest dan bij Rutte II (2012-maart 2017).

Binnen de centrale overheid blijken het vooral de zelfstandige bestuursorganen en Defensie te zijn die bij voortduring krimpen. Bij de politie volgt die daling pas in Rutte II, waarbij in het bijzonder het aantal aspiranten daalt en niet de omvang van het uitvoerend personeel. In de ministeries is relatief gezien vooral gedurende Rutte I sterk gesneden.

De oorzaak van de krimp moet volgens de onderzoekers vooral worden gezocht in de bezuinigingen in het openbaar bestuur en de stelselveranderingen en bezuinigingen in voornamelijk de zorg.

Waarschuwing
Ze plaatsen een waarschuwing bij de krimpende omvang van het ambtelijk apparaat, omdat in een complexer wordende samenleving en economie volgens hen een noodzakelijke behoefte aan collectieve actie bestaat. ‘De fixatie op personeelskrimp van het bestuur als lakmoes proef voor een moderne samenleving is daarom al te simpel en verdient heroverweging. Allereerst zou moeten worden gekeken wat voor ambtelijke dienstverlening gegeven de overheidstaak wenselijk is en dan pas of er met een hervorming ook bezuinigingen zijn te bereiken. Vraagstukken van de inrichting van en arbeid bij het openbaar bestuur lijken bij aanvang van Rutte I en II, maar ook bij de Balkenende-kabinetten en daarvoor die van Kok, voor partijen niet voldoende belangwekkend om op te nemen in een regeerakkoord, gegeven ook de inzet van partijen bij de verkiezingen.’

Van der Meer en Dijkstra betwijfelen of de kwaliteit van het openbaar bestuur als gevolg van de krimpoperatie is toegenomen. Vaak wordt pas achteraf duidelijk of en wat er precies is misgegaan, zoals bijvoorbeeld bij de Belastingdienst. Maar niet alleen die korte-termijneffecten op de kwaliteit zijn volgens hen van belang. Zij vragen zich af of het openbaar bestuur en de ambtelijke dienst – gegeven de gebrekkige politieke interesse – in staat zijn om zich aan te passen aan de ook door de politieke partijen herkende maatschappelijke uitdagingen. ‘Op de korte baan springt dit niet zo in het oog.

Ook internationaal scoort de Nederlandse publieke dienst nog goed, maar ook daar wordt de druk op die kwaliteit gezien’, aldus de wetenschappers onder verwijzing naar de naar het midden tenderende positie van Nederland in het recente internationaal vergelijkende International Civil Service Effectiveness Index. ‘Het wijst er wel op dat een zelfgenoegzaamheid niet op zijn plaats is.’

Zeker op de langere termijn is een gebrekkige politieke aandacht van partijen voor het openbaar bestuur volgens hen ‘nogal onverstandig’ te noemen. ‘Zowel inhoudelijk ten gevolge van een tekortschietende publieke dienstverlening als politiek vanwege de groter wordende kans op politieke ongelukken.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie