Advertentie
carrière / Nieuws

Gemeente Rotterdam faciliteert leerstoel integriteit

De gemeente Rotterdam heeft een bijzondere leerstoel Integriteit van het lokaal bestuur aan de Erasmus Universiteit Rotterdam mogelijk gemaakt. In de Week van de Integriteit wordt deze met de benoeming van dr. Leonie Heres vandaag voor het eerst bezet. ‘Integriteitsbeleid is vaak nog reactief en gefragmenteerd.’

01 december 2021
stadhuis-rotterdam.jpg
Coolsingel, RotterdamShutterstock

De gemeente Rotterdam heeft een bijzondere leerstoel Integriteit van het lokaal bestuur aan de Erasmus Universiteit Rotterdam mogelijk gemaakt. In de Week van de Integriteit wordt deze met de benoeming van dr. Leonie Heres vandaag voor het eerst bezet. ‘Integriteitsbeleid is vaak nog reactief en gefragmenteerd.’

Gefeliciteerd met uw benoeming. De functie is mogelijk gemaakt door de gemeente Rotterdam. Hoe dat zo?
‘De gemeente kent veel ontwikkelingen op het terrein van integriteit en integriteitsbeleid. Er zijn al veel stappen gezet, maar ze constateerde ook dat er een gebrek is aan wetenschappelijke kennis, zeker ook op het terrein van bestuurlijke integriteit. Daar is behoefte aan voor een goed actief integriteitsbeleid en om dat als gemeente te faciliteren.’

En wat betekent dit precies? In hoeverre bepaalt de gemeente Rotterdam wat u gaat doen?
‘Ik ben bij de Erasmus Universiteit Rotterdam benoemd. Het is een wetenschappelijke leeropdracht met verschillende activiteiten, waaronder het begeleiden van een promotieonderzoek. De gemeente bepaalt niet hoe ik onderzoek of wat de uitkomsten zijn, maar hun vragen vormen samen met wetenschappelijke literatuur een belangrijk uitgangspunt voor de onderwerpen en thema’s die in het onderzoek van de leerstoel aan bod komen. Dat gaat ook over bredere vragen in het lokaal openbaar bestuur, zoals het borgen van integriteit en omgaan met maatschappelijke ontwikkelingen die de integriteit in het publieke domein beïnvloeden. Er is academische vrijheid. De leerstoelopdracht is inzicht leveren voor het lokaal openbaar bestuur en bijdragen aan het bevorderen van integriteit.’

En hoe is uw onafhankelijkheid geborgd?
‘Dat de leerstoel zich richt op integriteit vraagt bij uitstek om extra moreel bewustzijn. Maar dat biedt tegelijkertijd ook een buffer: ik kan deze rol nu eenmaal niet vervullen als mijn onafhankelijkheid niet goed is geborgd. Daarom is het inderdaad belangrijk dat de onafhankelijkheid zowel in mijn taak en rol, maar ook organisatorisch en persoonlijk goed is geregeld. Het is een academische functie bij een universiteit. Dat komt met academische verplichtingen en waarborgen, zoals de VSNU gedragscode wetenschappelijke integriteit waar ook ik me op kan beroepen. Daarnaast ziet een curatorium toe op de leerstoel en heb ik op persoonlijk vlak dingen georganiseerd om mijn eigen onafhankelijkheid te kunnen bewaken. Ik doe wel onderzoek met oog voor de impact op de praktijk. ‘De gemeente’ is voor mij nadrukkelijk ook ‘de burgers van de gemeente’. Ik zal dus ook oog hebben voor wat in het publieke belang is van de gemeente. Er is invloed van de gemeente, in die zin dat zij relevante vragen en inzichten uit de praktijk aandragen die ook wetenschappelijk gezien belangrijk zijn om te onderzoeken. De onderzoeksvragen bepalen we in samenspraak. Soms kan een vraag uit de praktijk relevant zijn voor het onderzoek. Maar er is geen oneigenlijke invloed in de zin dat ik beperkt zou zijn in mijn academische vrijheid. Zou de functie er zijn gekomen zonder de gemeente Rotterdam? Waarschijnlijk niet. Op deze manier wordt juist het onderzoek naar integriteit in het lokaal bestuur gestimuleerd. Naar bestuurlijke integriteit wordt maar beperkt onderzoek gedaan, terwijl het onderzoek van belang is en we daar waarde aan hechten. De leerstoel die de gemeente heeft ingesteld is dus wel een stimulans.’

U deed eerder onderzoek naar oneigenlijke druk in opdracht van de gemeente Rotterdam. In hoeverre is het nodig om integriteit daar meer op de kaart te zetten?
‘Je moet het in bredere zin bekijken. Er is in gemeenteland wel aandacht voor, maar die aandacht is versnipperd en gefragmenteerd op verschillende plekken of bij één organisatie in de ondersteuning. Vaak is integriteitsbeleid ook reactief, een vertaalslag mist. In hoeverre speelt het een rol in dagelijks werk? Vaak komt integriteit erbij of pas in beeld als het misgaat. We bespreken het bij een speciale werksessie, maar het is niet een integraal onderdeel van hoe we werken. Daar is nog een slag te slaan. Er is beperkt onderzoek naar, terwijl er veel vragen over zijn waar we nog onvoldoende antwoord op hebben. Dat is absoluut wel nodig, want als het aan integriteit ontbreekt dan doet dat afbreuk aan het vertrouwen in de overheid.’

De bijzondere leerstoel is bedoeld om onderzoek naar publieke integriteit, en bestuurlijke integriteit in het bijzonder, een stevige impuls te geven. Dat gaat dus verder dan de ambtenarij, u kijkt ook naar bestuurders. Wat gaat u precies doen?
‘Bij bestuurlijke integriteit ga ik onderzoeken wat werkt om dat goed te kunnen borgen. Ambtelijk en bestuurlijk zijn nooit helemaal te scheiden, zie ook mijn onderzoek naar oneigenlijke druk. Ik mag daarnaast een promovendus begeleiden die onderzoek gaat doen naar de effectiviteit van de governance van integriteit op lokaal niveau. Wat werkt daarin wel en niet? De gehele integriteitszorg wordt onder de loep genomen: systemen, werkwijzen, leiderschap. Het gaat om hoe het geborgd is, dus moet je eerst onderscheiden hoe het nu wordt geborgd. Welke vormen zijn te onderscheiden? Wat is meer of minder effectief? Wat is de beste manier? Of kijken naar specifieke vormen, manieren van inrichten die aansluiten bij systemen of deelorganisaties. De context is van belang. Ik verwacht dat er een gedeelde basis is die sowieso op orde moet zijn, maar ook dat je op bepaalde aspecten variatie moet bieden. Soms moet je meer hard controls hebben bij een bepaald organisatieonderdeel of bij bepaalde functies. Misschien moet je het bij kleine gemeenten ook anders organiseren dan in grotere gemeenten. En mogelijk speelt ook het type integriteitsschendingen een rol.’

Integriteitsbeleid is vaak nog reactief en gefragmenteerd. Het lijkt slagkracht te missen. Waar maakt u dat uit op?
‘Dat gaat dan over het integriteitsbeleid in publieke organisaties in Nederland in algemene zin. Ik heb bij de gemeente Rotterdam nog geen empirisch onderzoek gedaan, maar over de hele linie zitten we in een transitiefase waar publieke organisaties langzaam maar zeker willen toewerken naar meer lerende systemen en naar integrale inbedding van integriteit in het openbaar bestuur en meer op de werkvloer. Mijn vermoeden is dat dit in Rotterdam niet wezenlijk anders is dan elders. Ik kan me voorstellen dat ik op basis van het onderzoek aanbevelingen over integriteit over de hele breedte doe, niet uitsluitend voor de burgemeester, de wethouder of het raadslid. Ja, het college van B&W heeft hierin een speciale rol en verantwoordelijkheid, maar je moet je verantwoordelijkheid voor de integriteit van de organisatie pakken vanuit iedere rol, zowel bestuurlijk als ambtelijk. Er zullen inzichten uitkomen waar de gemeente en de gemeentelijke organisatie hun voordeel mee kunnen doen.’

Wat gaat er gebeuren met de kennis die u straks opdoet? Ik lees over interactieve werksessies, trainingsmateriaal, praktische handreikingen en uitlegvideo’s. De leerstoel heeft ‘een belangrijke netwerkfunctie binnen de wetenschap en tussen wetenschap en praktijk’. Wat moet ik me daarbij voorstellen?
‘We willen wetenschappelijke inzichten zo naar buiten brengen en bruikbaar maken dat het effect kan sorteren. Het is publiek geld, dus moet het voor een breed publiek toegankelijk zijn om werkelijke impact te hebben. Ik wil mensen bereiken die er iets mee kunnen, een brugfunctie vervullen tussen wetenschap en de praktijk. Dat kan ook andersom: van werkvloer naar wetenschap. Soms gaan dingen nu eenmaal moeilijker dan op papier. Waarom is het dan moeilijk? Het gaat erom om integer gedrag ook realistisch haalbaar te maken. Daarvoor moeten we ons meer verdiepen in de werkvloer en zullen we ook op de werkvloer onderzoek doen. Integriteit moet je ook in het dagelijkse werk goed borgen.’

 



Gemeente Rotterdam over benoeming

Het initiatief voor een bijzonder hoogleraar Integriteit van het lokaal bestuur is al vijf jaar geleden genomen, vertelt Nicolien Badura, coördinator bestuurlijke integriteit van de gemeente Rotterdam. ‘In Rotterdam speelden integriteitsvraagstukken waar weinig antwoorden op voorhanden waren. Het wetenschapsgebied is vrij klein, bij bedrijfskunde is het iets groter dan bij bestuurskunde. De EUR had er geen specialisme in. De burgemeester vond het mooi en waardevol als er een bijzonder hoogleraar integriteit zou zijn die een impuls kan geven in het denken over integriteit. We zijn er heel trots op dat die samenwerking nu gestalte krijgt.’
De gemeente bekostigt de leerstoel van 0.2 fte en de promovendus fulltime voor vijf jaar. Mogelijk komt er op termijn een leergang op de universiteit. ‘We willen ook symposia organiseren met de burgemeester en andere bestuurders.’ De onderzoekers mogen bij de gemeente in de keuken kijken. ‘Gebruik het als onderzoeksveld, stel vragen, het stadhuis is open om binnen te kijken. We hopen hierin op zinnige ontwikkelingen.’ Om de onafhankelijkheid te bewaken is er een curatorium, waarin mensen van de universiteit en de gemeente zitten. Heres is ook op incidentele basis inzetbaar voor actuele kwesties. ‘Als er iets is met een wethouder, dan kunnen we haar bellen.’
Ontwikkelingen op integriteitsgebied gaan op Europees niveau hard, merkt Badura op. ‘Er is nu ook een Nederlandse lobbyregeling voor bewindspersonen en gemeenten zoeken ook de norm. Wat zijn goede voorbeelden? Wat zijn logische regelingen voor collegeleden, voor raadsleden en voor ambtenaren?’ Aanbevelingen van Heres kunnen in de gedragscode komen en ze kan passende oplossingen opperen voor lokaal niveau. ‘Hoe kunnen wethouders hun carrière naderhand voortzetten?’
Het heeft lang geduurd voor de leerstoel er kwam, omdat de universiteit en de gemeente samen een structuur moesten maken, een samenwerkingsovereenkomst die in voordeel van beiden zou zijn. ‘Wat als in een publicatie de gemeente er niet goed vanaf komt? Er is academische vrijheid, dus we brengen geen wijzigingen in wetenschappelijk onderzoek aan, maar mogen het vooraf wel op vertrouwelijkheid scannen, zodat die informatie niet naar buiten komt. We doen ook geen check op onderwerpen. En als we een 5 krijgen, zeggen we niet dat het een 7 is.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie