De grote uittocht van ambtenaren gecancelled
Het dreigend tekort aan ambtenaren, waarvoor in 2010 werd gewaarschuwd, ontstaat niet. Ambtenaren blijven langer werken en de overheid krimpt.Dat blijkt uit een door Binnenlandse Zaken gemaakte update van De Grote Uittocht. Het rapport, in handen van Binnenlands Bestuur, komt voor de periode 2010–2020 uit op een uittocht van 4,5 op de 10 ambtenaren; 2,5 vanwege pensioen en 2 vanwege een arbeidsrelatie buiten de overheid. In 2022 wordt die 4,5 zelfs 4; 2,5 ambtenaren gaan met pensioen, 1,5 ambtenaar vindt elders een andere baan. En als na 2017 de bezuinigingen worden doorgetrokken, dan krimpt het openbaar bestuur met nog eens 10.000 banen en hoeven zelfs 2 van de 4 vertrekkende ambtenaren niet meer worden vervangen. Hun banen worden eenvoudigweg geschrapt.
Het dreigend tekort aan ambtenaren, waarvoor drie jaar geleden nog werd gewaarschuwd, ontstaat niet. Ambtenaren blijven langer werken en de overheid krimpt.
De Grote Uittocht, het rapport dat in 2010 onder auspiciën van Binnenlandse Zaken werd uitgebracht, sloeg destijds in als een bom. De publieke sector zou vanaf 2015, met name als gevolg van het massaal met pensioen gaan van de babyboomgeneratie, te kampen krijgen met een immense vervangingsvraag. In 2020 zou 7 van de 10 ambtenaren de overheid hebben verlaten. Voor het openbaar bestuur waren de cijfers iets minder ongunstig, maar in die sector zouden binnen een tijdsbestek van tien jaar nog altijd 6 van de 10 ambtenaren zijn vertrokken.
Werkelijkheid veel radicaler
BZK presenteert later deze week voor wat betreft het openbaar bestuur een update van De Grote Uittocht. Dick Hagoort, programmamanager ‘Beter werken in het openbaar bestuur’: ‘We hadden toen niet voorzien dat de crisis zich in die mate zou ontwikkelen als die zich heeft voorgedaan. De werkelijkheid is veel radicaler dan in het somberste scenario werd voorzien.’
De economische groei blijft langer uit en de verwachtingen voor de komende jaren zijn zeer matig. Om de verslechterde overheidsfinanciën op orde te krijgen, is intussen de aow-leeftijd verhoogd en zijn er aanpassingen in het ontslagrecht en de ww-duur in het vooruitzicht gesteld, alsmede de verkleining van de rijksoverheid.
Bezuinigingen op openbaar bestuur: 13 miljard
De gemiddelde mobiliteit van werknemers is afgenomen, de uittreedleeftijd gestegen, de forse bezuinigingen op het openbaar bestuur verlagen de vervangingsvraag. De bezuinigingen op het openbaar bestuur, lopen tot 2017 op tot bijna 13 miljard euro. ‘In totaal heb je als gevolg van de afslanking 43.000 fte minder in het openbaar bestuur. Dat wil zeggen, tot 2017 geteld’, aldus Hagoort.
Deel banen bij overheid wordt geschrapt
De voorspelde krapte op de arbeidsmarkt blijft uit. Rekenend met die ontwikkelingen, komt BZK voor de periode 2010–2020 niet uit op een uittocht van 6 op de 10 ambtenaren, maar van 4,5 op de10 ambtenaren; 2,5 vanwege pensioen en 2 vanwege een arbeidsrelatie buiten de overheid. Hagoort: ‘Pakken we de periode 2012 - 2022, dan wordt die 4,5 zelfs 4; 2,5 ambtenaren gaan met pensioen, 1,5 ambtenaar vindt elders een andere baan.’ En als na 2017 de bezuinigingen – door een nieuw kabinet – worden doorgetrokken, dan krimpt het openbaar bestuur met nog eens 10.000 banen en hoeven zelfs 2 van de 4 vertrekkende ambtenaren niet meer worden vervangen. Hun banen worden eenvoudigweg geschrapt.
Uitstroom 40 procent, vervangingsvraag 15 procent
Daarnaast zal door (extra) bezuinigingen het openbaar bestuur in 2021 met 25 procent zijn gekrompen. Dat komt, concluderend, neer op een vervangingsvraag van 15 procent. ‘Heel veel ambtenaren hoeven straks dus niet worden vervangen. Anders gezegd: de vervangingsvraag kan goeddeels door natuurlijk verloop worden opgevangen. Alleen wat naar arbeidsmarkt gaat, kun je vervangen met nieuw personeel’, aldus Hagoort.
UIttocht kwalitatief probleem
De vorige ‘uittocht’ was macro bezien vooral een kwantitatief probleem. Nu gaat het volgens hem om een kwalitatieve opgave. Overheden hebben voorlopig ambtenaren genoeg, de vraag is echter of er altijd wel een goede person-job-fit is. Zo is de kans op een mismatch tussen vraag en aanbod altijd aanwezig als overheden de komende jaren zijn aangewezen op voornamelijk interne vervanging. Een overschot aan bouwambtenaren bijvoorbeeld lost niet vanzelf het tekort aan juristen op.
Hoewel de pensioenleeftijd is opgetrokken naar 67 zie je dat er veel overheden zijn die nu al afscheid nemen van medewerkers die nog niet eens -wel bijna- aan hun pensioenleeftijd zitten. Daarnaast zal lang niet iedereen van de groep 65+-ers tot hun 67e blijven doorwerken.
De groep van mensen die niet meer bij de overheid willen werken houden nu hun kruit nog even droog. Dit is een spreekwoordelijke prop die in een leiding zit. De aanzuigende werking die een verbetering van de economische situatie gaan hebben zal die prop heel snel uit de leiding halen, waardoor de uitstroom van medewerkers opeens onhoudbaar kan gaan worden.
De privatisering van activiteiten via werk naar werk-constructies zorgen voor en afname van ambtenaren. Zij zijn opeens geen ambtenaar, maar doen nog in de hoofdmoot nog hetzelfde werk, waar de huidige klant en voormalig werkgever verantwoordelijk voor is. (zie het verhaal van Nobby)
De continu veranderende samenleving zal er voor zorgen en de dito positie die de overheid daarbij inneemt stelt andere eisen aan medewerkers. een groep kan daar wel aan blijven voldoen (dankzij ontwikkeling inzetbaarheid), anderen niet.
De instroom van nieuwe passende medewerkers (oog op talent en expertise) gaat een grote uitdaging worden. Er is nog veel werk aan de winkel om de overheid een aantrekkelijk imago op de arbeidsmarkt te geven.
Dus hoewel het misschien geen 70% uitstroom in 10 jaar zal zijn.... Wil ik toch aan de noodklok blijven hangen! De overheden die er nu mee aan de slag gaan zijn straks spekkoper! Dat vraagt een beetje lef, maar vooral veel realisme. Met het oog op de toekomst... en die ligt verder dan 2014 of 2015.