Ambtenaar lijkt minder integer na crisis
Bijna een kwart van de ambtenaren vermoedt praktijken op de werkvloer die niet door de beugel kunnen. Dat blijkt uit onderzoek van bestuurswetenschappers Gjalt de Graaf en Tebbine Strüwer van de Vrije Universiteit Amsterdam in opdracht van BIOS.
Bijna een kwart van de ambtenaren vermoedt praktijken op de werkvloer die niet door de beugel kunnen. Regelrechte fraude of corruptie komt voor, maar vaker gaat het om wanprestaties, verspilling en vooral intimidatie, bedreiging, pesten en vrouwonvriendelijk gedrag.
Vermoeden van integriteitsschendingen
Bestuurswetenschappers Gjalt de Graaf en Tebbine Strüwer van de Vrije Universiteit Amsterdam deden in opdracht van BIOS (Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector) onderzoek naar aard en omvang van integriteitsschendingen binnen de Nederlandse overheid. Zij deden dat door ruim 7.300 enquêtes over integriteitsschendingen, ingevuld door Nederlandse ambtenaren, te analyseren. Van deze respondenten hebben er ruim 2.000 aangegeven dat zij in de afgelopen twee jaar een integriteitsschending hebben vermoed – bijna 28 procent. De Graaf benadrukt dat het om percepties gaat. Of het in alle gevallen daadwerkelijk om integriteitsschendingen gaat, kon niet worden vastgesteld.
Ongewenste omgangsvormen
Als de aanwijzingen uit de enquête overeenstemmen met de werkelijkheid, is 2 procent van de Nederlandse ambtenaren getuige van corruptie geweest de afgelopen twee jaar. En zou 8 procent van de Nederlandse ambtenaren te maken hebben gehad met ongewenste omgangsvormen. Dat zou dus gaan om een fors aantal gevallen. ‘Op basis van eerder onderzoek hadden we een lager aantal verwacht’, aldus De Graaf.
Vergeleken met 2008, toen een soortgelijk onderzoek onder ambtenaren werd gedaan, gaf 12,8 procent aan vermoedens van ernstige misstanden te hebben gehad op het werk. In het nieuwe onderzoek is dat 28 procent, meer dan een verdubbeling. Dat kan volgens onderzoeker De Graaf en BIOS-opdrachtgever Marijn Zweegers onder andere te maken hebben met de financiële en economische crisis waarin Nederland na 2008 terechtkwam. Uit ander, kleiner BIOS-onderzoek kon volgens Zweegers diezelfde conclusie worden getrokken over slechter wordende omgangsvormen. ‘Als er overal wordt gekort en er moeten mensen uit, dan heeft dat invloed op wat er op de werkvloer gebeurt. In het bedrijfsleven is dat niet anders’, vult De Graaf aan.
Sfeer grimmig
De sfeer op sommige plekken binnen de Nederlandse overheid is er volgens de bestuurswetenschapper door de vele misstanden op het gebied van ongewenste omgangsvormen de laatste jaren bepaald niet gezelliger op geworden. Hier en daar is hij zelfs eerder grimmig te noemen.
Het grote verschil in aantallen waargenomen integriteitsschendingen tussen beide onderzoeken kan volgens De Graaf overigens voor een niet onaanzienlijk deel te verklaren zijn door een andere manier van vragen stellen. Die van 2008 waren ‘strenger’ geformuleerd, namelijk als ernstige schendingen zoals ernstig strafbare feiten en misleiding van Justitie.
Geen rooskleurig beeld dagelijkse praktijk
Of integriteitsschendingen nu meer of minder voorkomen in Nederland dan in de ons omringende landen, valt volgens hem moeilijk te zeggen. Vergelijkend onderzoek is er niet of nauwelijks. De onderzoeken van Transparancy International bijvoorbeeld zeggen hem wat dat betreft niet zoveel, omdat daarin vooral wordt gevraagd naar indrukken en beelden die mensen hebben over hoe vaak fraude en corruptie voorkomen en niet naar waarnemingen. Op de Transparancy-ranglijsten staat Nederland vrijwel standaard in de top tien van de meest integere landen. Hoewel De Graaf geen aanwijzingen heeft dat het in ons slechter is dan in andere landen, geven de uitkomsten van zijn onderzoek geen rooskleurig beeld van de dagelijkse praktijk van het openbaar bestuur. ‘Er gaat nog wel eens iets mis’, stelt hij.
Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr. 8 van deze week.
(Zie ook: www.integriteitoverheid.nl/integriteitsschendingen)
If you pay peanuts you will get monkeys!!