Advertentie
carrière / Achtergrond

Op cursus? Ja, graag

Ambtenaren leren graag. Meer dan medewerkers van andere beroepsgroepen laten zij zich bijscholen. En dan ook nog vaak op eigen initiatief. Nadeel is wel dat het dagelijkse werk blijft liggen.

08 februari 2019

Ontwikkelcultuur meest ingebakken in publieke sector

In opdracht van Binnenlands Bestuur voerde I&O Research een onderzoek uit om te achterhalen hoe werkenden in zowel de publieke als private sector invulling geven aan de kabinetswens te zorgen voor een sterkere leercultuur op de werkvloer. De gedachte achter die wens is dat mensen de eigen regie voeren over hun loopbaan, zodat zij zich kunnen ontwikkelen en hun eigen keuzes kunnen maken. Dat moet bijdragen aan een soepel functionerende arbeidsmarkt, omdat men vooruitkijkt en niet gaat bijscholen bij werkloosheid en dreigend baanverlies.

Aan het onderzoek deden 2.736 mensen mee, waaronder ruim 2.000 ambtenaren. Wat opvalt is dat de behoefte om je als werknemer gedurende je loopbaan te blijven ontwikkelen door het volgen van trainingen en cursussen onder ambtenaren groter is dan onder medewerkers in het bedrijfsleven: bij ambtenaren bestaat die behoefte bij ruim acht op de tien, in het bedrijfsleven is die behoefte er bij 70 procent van de werkenden. De reden om een cursus of training te volgen is voor de meeste werkenden, maar vooral bij ambtenaren, om het werk beter te doen en het verwerven van kennis en vaardigheden die nuttig zijn of die ze interesseren. Bij werkenden in het bedrijfsleven wegen argumenten als het behalen van een certificaat, het opdoen van nieuwe (commerciële) kansen en het minimaliseren van baanverlies zwaarder.

Intrinsieke motivatie
Binnen de overheid blijkt de regie om een cursus of opleiding te volgen al grotendeels bij de werknemer zelf te liggen: ambtenaren nemen zelf het initiatief hiervoor. Precies dus zoals minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het graag ziet. De helft van de ambtenaren neemt zelf het voortouw bij het volgen van een cursus of training en 28 procent doet dit in overleg of samen met zijn of haar leidinggevende/ werkgever. Eén op de vijf geeft aan dat de leidinggevende of werkgever het initiatief neemt. Onder de andere beroepsgroepen is dit aandeel hoger: bij 38 procent is de cursus of training geïnitieerd door werkgever of leidinggevende. Slechts één op de drie werkenden in het bedrijfsleven neemt zelf het initiatief daarvoor.

Ambtenaren hebben volgens de onderzoekers duidelijk meer de intrinsieke motivatie om aan bijscholing te doen en om zichzelf te ontwikkelen. ‘Ambtenaren voelen zich meer verantwoordelijk voor de eigen ontwikkeling en minder verplicht door de werkgever of leidinggevende om aan bijscholing te doen dan werkenden in andere beroepsgroepen’, aldus I&O-onderzoeker Melle Conradie. ‘Ze willen zich blijven ontwikkelen gedurende hun hele loopbaan, juist door het doen van trainingen en cursussen. Slechts één op de zes ambtenaren voelt zich door de werkgever verplicht om regelmatig een cursus of training te volgen. Bij werkenden in het bedrijfsleven is die groep bijna dubbel zo groot.’

Een kanttekening daarbij is dat het niet voor elke ambtenaar geldt: 12 procent vindt bijscholing onbelangrijk en niet per definitie bijdragen aan zelfontplooiing. Dat speelt nog iets meer in het bedrijfsleven: daar zegt 17 procent geen cursus nodig te hebben voor de eigen ontwikkeling.

Luxe
In totaal volgde bijna een kwart van de ambtenaren en iets meer dan één op de drie werkenden vanuit het bedrijfsleven geen cursus of training in het afgelopen jaar. ‘De meest genoemde reden onder beide groepen is dat men hier geen behoefte aan heeft. Onder ambtenaren is tijdsgebrek relatief vaak een drempel of laten de werkzaamheden het niet toe’, licht I&O-onderzoeker Roy van der Hoeve toe. ‘In het bedrijfsleven geven twee op de tien werkenden aan dat het in de bedrijfstak niet gebruikelijk is om een cursus of training te volgen.’ Learning on the job is daarbij net zo van belang als een cursus, training of workshop, geven zij aan. Ambtenaren doen blijkens het onderzoek nu al veel op het gebied van bijscholing: de meesten volgen regelmatig cursussen en trainingen, veelal meerdere keren per jaar. Zij hebben ook de mogelijkheid om dat binnen de werktijd te doen: twee op de drie bijscholingsuren vinden volledig plaats binnen werktijd en nog eens een kwart geeft aan dat de meeste uren tijdens werktijd zijn.

Die ‘luxe’ hebben werkenden in andere beroepsgroepen aanzienlijk minder. Ruim een kwart van de werkenden in het bedrijfsleven volgt (meestal) een cursus in de eigen tijd. Onder ambtenaren doet maar 9 procent dat. Ambtenaren worden tijdens het werk iets meer gestimuleerd door hun werkgever om een cursus of training te volgen dan in het bedrijfsleven. Dat de ontwikkelcultuur al meer ingebakken is in de overheid , blijkt ook als er wordt gevraagd naar het komende jaar: driekwart van de ambtenaren wil een cursus doen en 39 procent gaat dit naar eigen verwachting ook zeker doen. Over het algemeen is de categorie ‘zeker wel’ volgens de onderzoekers een goede voorspeller van gedrag. Onder de werkenden in het bedrijfsleven liggen die verwachtingen met 34 procent lager.



Afbeelding


Keerzijde
Toch is er ook een keerzijde aan de bijscholing: het dagelijkse werk blijft liggen. Hoewel ambtenaren aangeven veel te l eren en de verkregen kennis goed te benutten tijdens het werk, geeft het merendeel van hen (51 procent) ook aan dat de dagelijkse werkzaamheden blijven liggen tijdens de cursus. Dat speelt minder in het bedrijfsleven: van de werknemers daar zegt 47 procent dat dat niet het geval is. Het kan ermee te maken hebben dat bij de overheid de lengte van de gevolgde cursus of training doorgaans iets langer is dan onder de andere beroepsgroepen. Een op drie gevolgde cursussen of trainingen duurt bij ambtenaren een dag(deel), en bij een iets kleiner deel (30 procent) is de lengte twee tot drie dagen. Bijna de helft van de werkenden uit het bedrijfsleven doet een cursus of training van een dag(deel) en bij een kwart duurde dat twee tot drie dagen.

Een andere mogelijke verklaring voor de constatering van ambtenaren dat werk blijft liggen is dat zij relatief vaker dan andere beroepsgroepen een cursus of training volgen: de meerderheid volgde minimaal twee cursussen of trainingen in het afgelopen jaar. Ambtenaren richten zich daarbij vaker op externe cursussen en seminars of workshops, terwijl de andere beroepsgroepen iets vaker een cursus op afstand volgen zoals een online- of schriftelijke cursus.


Afbeelding


Baas betaalt
Het zijn in de publieke sector voornamelijk – net als in het bedrijfsleven – de werkgevers die de financiering van de cursussen of trainingen verzorgen: bij acht op de tien werkenden wordt de cursus gefinancierd door de werkgever. ‘Onder ambtenaren gebeurt dat iets vaker vanuit een vooraf vastgesteld cursusbudget’, aldus Melle Conradie. ‘Een op de tien werkenden uit het bedrijfsleven betaalt de cursus of training uit eigen zak. Onder ambtenaren komt dat minder vaak voor.’

Een opvallende uitkomst van het onderzoek is dat slechts een enkele ambtenaar het IKB – individueel keuzebudget voor gemeenteambtenaren – daarvoor inzet. ‘Dit terwijl 88 procent van de gemeenteambtenaren aangeeft IKB te hebben.’


Witte boorden agressie
De inhoud van de bijscholingen is divers: ambtenaren richten zich meer op de vakinhoudelijke kennis zoals juridische zaken of het sociaal domein, terwijl het bedrijfsleven vaker vaktechnische cursussen of trainingen volgt. Ook nemen ambtenaren iets vaker deel aan trainingen op het gebied van communicatievaardigheden, teamsamenwerking en proces- en projectmanagement. Vijftien procent van de ambtenaren volgde een andere cursus of training. Genoemd worden bijvoorbeeld ‘agressietraining’, ‘debattraining’, ‘loopbaancoaching’, ‘mindfullness, ‘yoga’ en ‘een privacytraining’. Andere opvallende cursussen die ambtenaren noemen zijn ‘vinoloog’ en ‘trainer hormoonfactor’. Bijzondere cursussen die werkenden in het bedrijfsleven hebben gevolgd zijn ‘objectief rapporteren’ en ‘witte boorden agressie.’


Afbeelding


Verantwoording
I&O Research hield van 7 januari tot en met 20 januari 2018 een online onderzoek onder werkende burgers en ambtenaren. In totaal deden 2.013 ambtenaren die werkzaam zijn bij gemeenten, provincies, waterschappen, het rijk of uitvoeringsorganisaties mee aan het onderzoek. Deze werden geselecteerd uit het I&O Research Panel of kregen een uitnodiging via Binnenlands Bestuur. Ook hebben in totaal 723 werkenden uit andere beroepsgroepen de vragenlijst ingevuld. Die zijn benaderd uit het I&O Research Panel.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie