Advertentie
carrière / Achtergrond

‘Je krijgt er een punthoofd van’

Overal in de Westerse wereld zet vergrijzing de pensioenstelsels onder druk. Nederland heeft inmiddels pensioenakkoord. Hoe staat het bij onze buren? Belgische ambtenaren zijn tevreden, maar het stelsel staat onder enorme druk.  

05 juli 2019

Ook buurlanden worstelen met pensioenstelsels

België
‘Het kan toch niet dat de contractuele personeelsleden die de overheid steeds meer aanwerft in feite het slechtst beschermd zijn’, vraagt Ria Janvier, hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen, zich af. Al jaren houdt zij zich bezig met de sociale bescherming van overheidspersoneel en daarbij kaart zij meerdere problemen aan. Dat wordt haar niet altijd in dank afgenomen.

‘Nadat ik mijn eerste studie hiernaar veertien jaar geleden had gedaan, moest ik bijna beveiligd worden omdat ik de vraag durfde te stellen of het statuut waar ambtenaren onder vallen, afgeschaft moet worden.’

Net als in Nederland kent het pensioenstelsel in België drie pijlers voor de pensioenopbouw – wettelijk, aanvullend en individueel – maar anders dan in Nederland bouwen ambtenaren niet automatisch pensioen op in de tweede pijler. ‘Het wettelijk pensioen is zeer goed geregeld’, zegt Janvier, ‘dus men gaat ervan uit dat dat voldoende is.

Er kleeft voor ambtenaren een nadeel aan het stelsel. ‘Het kan vandaag of morgen gewijzigd worden. Dat zou natuurlijk aanleiding geven tot stakingen, betogen, heel Brussel ligt plat, maar je kan vanaf morgen zeggen: we doen het helemaal anders. Je bent dus niet zeker van je pensioen in de toekomst. De tweede pijler biedt veel meer zekerheid, die is onaantastbaar.’   

Toch staat het volgens Janvier buiten kijf dat ambtenaren bijna alleen maar voordelen genieten van de wettelijke pensioenafspraken. Het pensioen van de gemiddelde ambtenaar is bijvoorbeeld meer dan twee keer zo hoog als dat van de gemiddelde werknemer. Fijn voor de ambtenaar, maar erg duur om te betalen. Een bijkomend probleem is dat de Belgische overheden steeds meer gebruik maken van een andere personeelsgroep. Geen ambtenaren, maar contractanten. Ambtenaren worden eenzijdig aangesteld en vallen onder een statuut, maar contractanten hebben een arbeidsovereenkomst en vallen onder het arbeidsrecht, net zoals werknemers in de privésector.

Janvier: ‘Contractuele personeelsleden bij de overheid moeten het stellen met een gewoon werknemerspensioen. Voor een aanvullend pensioen zijn ze afhankelijk van de goodwill van verschillende overheden. Vlaamse lokale besturen zijn voortrekkers op dit vlak, maar dat gaat niet van dien aard dat je het pensioen van ambtenaren evenaart.’

‘Jaar na jaar stijgt het aantal contractanten. Voor veel overheden zijn zij veel goedkoper.’ Dat komt omdat de lopende ambtenarenpensioenen worden betaald via een omslagsysteem. Het percentage dat de overheden moeten betalen wordt gebaseerd op het salaris van de actieve ambtenaren. Contractanten in dienst nemen zorgt er dus voor dat de overheden minder hoeven bij te dragen, maar daarmee wordt de basis waarmee de pensioenen betaald worden, kleiner. ‘Dat is natuurlijk een vicieuze cirkel.’ Tegelijkertijd komen de babyboomers eraan die binnenkort hun pensioen moeten ontvangen.

‘Alle ambtenaren zijn heel tevreden, maar het stelsel staat enorm onder druk’, aldus Janvier. Het harmoniseren van het stelsel gaat echter niet makkelijk. ‘Het zou goed zijn om een aanvullend pensioen voor contractanten te verplichten, maar je kunt dat niet van bovenaf opleggen.’ En geen politieke partij die zijn vingers wil branden aan het afnemen van ambtenarenprivileges. ‘Bovendien kun je de ambtenaren hun opgebouwde rechten niet zomaar ontnemen’, zegt ze.

Er zijn wel enkele aanpassingen gedaan. De pensioenleeftijd is nu bijvoorbeeld 65, maar stijgt naar 66 in 2025 en 67 in 2030. Voor elke wijziging moeten er echter ook overgangsmaatregelen komen en die maken het stelsel ook weer complexer. ‘Je krijgt er een punthoofd van. Er zit geen enkele consistentie in. Je moet uit goed hout gesneden zijn om een ambtenarenpensioen te kunnen berekenen’, zegt ze. ‘Ik leef graag in België, maar qua wetgeving is het een verschrikkelijk land.’

Duitsland
Het meest opvallende aan het Duitse systeem is dat ambtenaren een pensioen ontvangen, maar daar niet voor hoeven bij te dragen. Ambtenaren in Duitsland, samen ongeveer 9 procent van de beroepsbevolking, hebben hun eigen pensioensysteem. Andere burgers ontvangen een Rente, waaraan ze moeten bijdragen, maar Duitse ambtenaren hoeven geen bijdrage te leveren om het Pension te ontvangen.

Het Pension zou ook nog eens voordeliger zijn: sommige bronnen melden dat ambtenaren zo’n 68 procent ontvangen van het salaris dat ze net voor pensionering genoten, terwijl de gemiddelde werknemer 48 procent krijgt. Dat kan er ook mee te maken hebben dat de salarissen van Duitse ambtenaren naar beneden zijn bijgesteld omdat zij geen bijdrage hoeven te leveren. Ook in Duitsland zijn hervormingen doorgevoerd om het pensioenstelsel te ontlasten. Dankzij een grote hervorming in 2009 zal de pensioenleeftijd tot 2029 stijgen van 65 naar 67. En sinds 2011 is er in principe geen mogelijkheid meer om voor 63 jaar met pensioen te gaan. ‘ Je kunt ambtenaren hun opgebouwde rechten niet zomaar ontnemen’

Verenigd Koninkrijk
Sinds 2007 geldt voor nieuwe ambtenaren de middelloonregeling, waarbij het pensioen afhankelijk is van het gemiddelde loon, en niet meer de eindloonregeling, waarbij het pensioen afhankelijk is van het laatst verdiende loon voor pensionering. Tot voor kort waren de pensioenleeftijden voor mannen en vrouwen ongelijk, maar sinds vorig jaar kunnen ze allebei met 65 met pensioen. Inmiddels stijgt de leeftijd alweer verder naar 67 in 2028 en misschien nog verder.

Frankrijk
Sommige zeggen dat de Franse ambtenaren het te makkelijk hebben: wie eenmaal binnen is, heeft in feite een baan voor het leven, en het resulterende pensioen is aanzienlijk gunstiger dan een werknemer met een vergelijkbare carrière. Zo’n 5,5 miljoen mensen werken voor het Franse overheidsapparaat en hun macht maakt hervormingen moeilijk. De Franse pensioenhervormingen moeten van 42 bestaande onderdelen één coherent systeem maken. Maar president Macron is van plan om zich aan zijn campagnebelofte te houden dat de pensioenleeftijd van 62 niet omhoog gaat, waarmee het tekort op de Franse pensioenbalans dus niet wordt bestreden. Maar 62 is het wettelijke minimum – wie doorwerkt tot 67 ontvangt het volle pensioen.   

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie