Advertentie
carrière / Achtergrond

‘Een zeker pensioen is schijn’

Het laatste kwartaal maakte van 2018 een slecht jaar voor ABP. Het gewenste pensioenakkoord kwam er niet en de markten zakten in, waardoor 10 miljard euro verdampte. ABP-voorzitter Corien Wortmann-Kool over dekkingsgraden en het nieuwe pensioenstelsel.

22 februari 2019
pensioen.3.jpg

Interview met ABP-voorzitter Corien Wortmann-Kool

Na het derde kwartaal leken de cijfers gunstig, maar het vierde kwartaal van 2018 zorgde ervoor dat het een teleurstellend jaar werd. Hoe snel merkten jullie dat?
Corien Wortmann-Kool: ‘We zagen in de loop van het vierde kwartaal dat de aandelenmarkten heel erg in mineur waren en dat de rente een dalende trend vertoonde. En beide zijn nadelig voor onze dekkingsgraad. Over het hele jaar is het vermogen met 10 miljard euro afgenomen, maar onze verplichtingen zijn door die lagere rente met 20 miljard toegenomen. Die rente tikt heel zwaar door in onze verplichtingen. Maar we kijken niet naar een kwartaal. We kijken naar de lange termijn. De komende jaren zit het er niet in dat we de pensioenen kunnen verhogen. Om verlaging in 2020 te kunnen voorkomen, hebben we eind 2019 een beleidsdekkingsgraad van minimaal 104,2 nodig. We zijn het jaar begonnen met een beleidsdekkingsgraad van 101,5 en we zijn het jaar geëindigd met 103,8. We hebben nu dus net vier tiende te weinig.’

Als ik 10 miljard euro zou zien verdampen, zou ik me afvragen of dit het begin is van een nieuwe trend. Maken jullie je zorgen daarover?
‘Wij zien dat de toekomst onzekerder is geworden. Punt één is de rente. Die is nog belangrijker dan de rendementsontwikkeling. Eén tiende procent renteverlaging betekent een forse toename van verplichtingen, waarbij je al het snel hebt over 10 miljard euro. Punt twee is de onzekerheid op de markt door Trump, de Brexit en de handelsoorlogen. Dus wij verwachten, alhoewel we over de afgelopen 25 jaar gemiddeld jaarlijks 7 procent rendement hebben gehaald, dat we de komende vijf jaar gemiddeld rond 5 procent rendement zullen halen. We hebben die verwachtingen naar beneden moeten bijstellen, maar het is nog steeds dik positief. We verwachten niet dat het laatste kwartaal van 2018 maatgevend is.’

Wat horen jullie hierover van jullie deelnemers?
‘Het is voor deelnemers heel moeilijk te begrijpen dat bijna iedereen er in zijn loonzakje op vooruitgaat, maar dat de pensioenen niet verhoogd kunnen worden en het risico bestaat dat ze verlaagd worden.’

In maart zijn er stakingen, wat verwachten jullie daarvan?
‘Het zijn de vakcentrales die daarin het initiatief nemen. In het overleg tussen werkgevers, vakcentrales en kabinet ging het niet alleen over het pensioenakkoord, want dat was bijna rond, maar het is stukgelopen over de vroegpensioenboete en op de stijging van de AOW-leeftijd. Over die AOW-leeftijd zeg ik: schoenmaker, blijf bij je leest. Daar heb ik geen opvattingen over. Maar ik was eind januari nog op de nationale onderwijsbeurs en daar merkte ik bij de deelnemers zorg over de AOWleeftijd en of ze die wel halen.’

Begin februari stuurde minister Koolmees (Sociale Zaken, D66) een brief over de stappen die het kabinet de komende periode zal zetten voor de vernieuwing van het pensioenstelsel. Wat vindt u van die brief?
‘Inhoudelijk bevat hij weinig nieuws. Ik ben blij te zien dat Koolmees de vaart erin probeert te houden, want de tijd dringt. Het is wel cruciaal dat hij samen met sociale partners tot een akkoord komt, want pensioen is en blijft een arbeidsvoorwaarde.’

Hoe snel kan een nieuw akkoord verwacht worden?
‘Liever vandaag dan morgen. Het is een onderwerp voor de lange termijn en het is zo belangrijk voor miljoenen Nederlanders dat ik hoop dat partijen – regering en oppositie, vakcentrales en werkgevers – hun verantwoordelijkheid nemen om dat pensioenakkoord te sluiten.’

Verwachten jullie dat de beleggingen zich herstellen?
‘De komende jaren verwachten we met deze mix uit te kunnen komen op een rendement van ongeveer 5 procent, maar wij zijn wel actief aan het kijken naar kleine verschuivingen in onze portefeuille, en dan heb ik slechts over enkele procenten, richting private equity, vastgoed en infrastructuur. En wij zijn op zoek naar nieuwe gebieden. De beleggers van APG zijn aan het kijken naar China.’

Er wordt op onze website actief gereageerd op nieuws over pensioenen. Toen er een bericht verscheen over ABP’s investering van 500 miljoen euro in groene hypotheken, schreef iemand dat het rendement op die hypotheken veel te laag is en dat ABP gewoon geld moet steken in kernenergie en Russisch gas.
‘Daar kan ik een heel helder antwoord op geven, want dat vroeg ik mij ook af toen ik hier kwam. Wij hebben die 399 miljard belegd in allerlei categorieën, van risicovol tot zekerheid op de lange termijn. Dat zijn communicerende vaten. Die hypotheken vergelijken wij met obligaties en die bieden een stuk zekerheid en een wat lager rendement.’

De Nederlandsche bank schreef in januari dat de beleidsdekkingsgraad voor de hele sector in 2018 met 0,6 procent daalde naar 108,4 procent. Waarom zitten jullie daaronder?
‘Er zijn ondernemingspensioenfondsen die er veel beter voor staan, maar zij hebben bedrijven achter zich – of het nou KLM is of Shell of Unilever – die door de jaren behoorlijk veel miljoenen in het fonds hebben moeten stoppen. Dat soort bijstortverplichtingen kennen wij niet. Verder zie je dat de grote bedrijfstakpensioenfondsen, met uitzondering van de bouw, toch een beetje in dezelfde range zitten. Daar zit ABP eigenlijk aan de bovenkant. En de hele sector zag een daling van 0,6 procent, terwijl wij in 2018 een stijging zagen van ruim 2 procent.’

Wat zijn de knoppen waar ABP nog aan kan draaien? Is behalve pensioenverlaging het verhogen van premies nog een mogelijkheid?
‘We hebben de afgelopen jaren de premies al fors moeten verhogen. Werkenden dragen bij aan het gezond houden van het fonds door meer premie te betalen, maar het is niet realistisch om verlaging van pensioenen te voorkomen door premies verder te verhogen. Werkenden werken al één dag per week voor hun pensioen. Dat is fors. Er is niet veel ruimte voor verdere verhoging. Men richt zich erg op het voorkomen van verlaging, maar ik vind het nog belangrijker dat wij nu al tien jaar lang de pensioenen niet kunnen verhogen. Ik kan niet meer verkopen dat we in het huidige stelsel een buffer moeten hebben van 100 miljard euro, omdat we daarvoor een beleidsdekkingsgraad van 125 procent nodig hebben, voordat we de pensioenen mogen verhogen.’

Dan komen we bij het nieuwe stelsel uit. Wat moet er veranderen?
‘Wij willen graag naar een ander pensioencontract, om drie redenen. De eerste is dat mensen veel sneller van baan veranderen. Het huidige pensioencontract werkt toch vooral als je je hele loopbaan bij hetzelfde bedrijf blijft werken. De tweede reden is meer flexibiliteit en keuzemogelijkheden, zoals de keuze om een bepaalde periode meer of minder premie te betalen. De derde reden dat wij graag andere rekenregels willen is dat als het economisch beter gaat, het dan ook goed gaat met je pensioen.

En als het slechter gaat, iedereen ook de broekriem moet aanhalen. Ik kan nu niet uitleggen dat wij eerst torenhoge buffers moeten aanleggen voordat wij de pensioenen kunnen verhogen. In die nieuwe situatie zou verhoging sneller kunnen. Ik vind het echter belangrijk om het eerlijke verhaal erbij te vertellen, en dat is dat als het slecht gaat, verlaging ook eerder een mogelijkheid is. Het gaat erom dat er een directe relatie is tussen economische ontwikkeling en hoeveel je als pensioenuitkering krijgt. Want er is geen wereld waarin het pensioen alleen maar omhoog kan gaan.’

Bij dit pensioencontract is de hoogte van het pensioen minder zeker, omdat het uitgaat van de waarde op het moment van pensionering.
‘Klopt. Je gaat meer kijken en communiceren wat er in de persoonlijke pot zit. Wij zijn daarmee aan het experimenteren, op MijnABP, waar mensen kunnen zien wat zij aan pensioen kunnen verwachten bij goed weer en bij slecht weer.’

Wordt dat nu al getoond, wat mensen krijgen bij goed weer en bij slecht weer?
‘Dat gaat komen, dat is in ontwikkeling.’

In november mislukte het pensioenoverleg. In hoeverre zaten de drie door u genoemde redenen in het akkoord?
‘Wat betreft de eerste twee redenen gaven onze berekeningen aan dat het akkoord zoals het er lag voor onze deelnemers goed zou kunnen werken. Er zat geen uitspraak in over de rekenregels, daar heeft de minister net de Commissie Parameters voor ingesteld, onder leiding van Jeroen Dijsselbloem. Die commissie gaat zich over de rekenregels uitspreken.’

Volgens sommigen is die rekenrente te conservatief. Die zorgt ervoor dat het pensioenfonds wordt ondergewaardeerd. Is dat zo?
‘Ja. Ik hoop dat de commissie hiervoor met een goed en doortimmerd advies komt.’

Hoe is deze rekenrente ooit vastgesteld?
‘Ook door een commissie. Maar met een ander contract, dat meer beloofde, in een ander tijdperk. Maar het gaat niet alleen om de rekenrente, maar om het geheel. Het antwoord is wat ons betreft niet een stelsel waarin we zekerheid bieden voor een uitkering over veertig jaar, want zekerheid is schijn. We willen deelnemers inzicht bieden in wat er voor hen in de pot zit, wat ze kunnen verwachten.

Dan weten zij of dat genoeg is om hun leven voort te zetten. Als mensen zien dat er wel degelijk wat voor ze in de pot zit, bijvoorbeeld via de persoonlijke pensioenpot op MijnABP, dan helpt dat enorm bij het versterken van het vertrouwen in het fonds. En we hopen dat het stelsel verandert, want dat zal er ook zeker aan het vertrouwen bijdragen, alleen al omdat dan die discussie eindelijk ten einde is.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie