Advertentie
carrière / Achtergrond

Demotie heeft imago­probleem

Remotie, verzilveren, ja, zelfs de term MvM (Meer vrije tijd en Meer vrijheid voor Minder geld en Minder verantwoordelijkheid) is beter dan het beladen woord demotie.

29 mei 2015
demotie.jpg

Om van ambtenaren met veel seniorendagen af te komen, wordt het middel demotie van stal gehaald. Het zou ook goed zijn voor de oudere ambtenaar zelf. Niet iedereen staat te juichen. ‘Er wordt wel erg vanuit de organisatie geredeneerd.’

Remotie, verzilveren, ja, zelfs de term MvM (Meer vrije tijd en Meer vrijheid voor Minder geld en Minder verantwoordelijkheid) is beter dan het beladen woord demotie. Die ervaring heeft althans rijksambtenaar Max Kommer (62). De nieuwe benamingen voor ‘degradatie’ werden ingestuurd na een oproep van Young@heart, het netwerk voor oudere rijksambte­naren waar Kommer secretaris van is. ‘Het is het omgekeerde van promotie, het klinkt zo negatief. En belangrijker, als je demotie koppelt aan functioneren, kun je het niet ook koppelen aan leeftijd. Want er is geen samenhang tussen leeftijd en functioneren’, aldus Kommer. Als de bewindvoerders demotie aan de man willen brengen zal er eerst en vooral een communicatieslag moeten worden gemaakt, dat is duidelijk. Maar ondanks de slechte naam blijkt steeds weer dat demotie, oftewel het teruggaan in functie, helemaal niet slecht hoeft uit te pakken voor de veteranen onder ons.

Baas tegen werknemer (48): ‘Een cursus volgen? Waarom? Je zit toch al zowat tegen je pensioenleeftijd aan?’ Of: ‘Nu iedereen langer moet doorwerken, krijgen we natuurlijk ook met dementerende collega’s te maken.’ Een werkgever tegen een vijftiger in schaal 13: ‘Jij zit mijn briljante jonge medewerker in de weg.’

Zomaar wat opmerkingen die de leden van Young@heart dagelijks ter ore komen. Een teken dat de rijpere ambtenaar het momenteel niet gemakkelijk heeft. De babyboomgeneratie moet onverwacht langer doorwerken, maar tegelijkertijd zijn er niet genoeg banen. Dat zorgt voor wrijving tussen de generaties.

Tegenwoordig heeft dus niet alleen de burger een matig beeld van de grijzende publieke medewerker, zijn (jongere) collega’s en leidinggevenden nemen het ook niet meer standaard voor ze op. En de overheid als werkgever doet er nog een schepje bovenop. Zo haalde directeur-ge­neraal Peter Veld van de Belastingdienst onlangs nog flink uit naar alle vijftigers die werkzaam zijn bij zijn dienst. Door de vele opgenomen seniorendagen komt de Belastingdienst amper nog aan werken toe, was de strekking van zijn (interne) blog. Maar liefst 800 ambtenaren moeten een jaar werken om die dagen op te vangen, klaagde hij. ‘Een te hoge prijs,’ aldus de vorige week weggereorganiseerde DG, ‘helemaal als je bedenkt dat 46 procent van alle overheidswerknemers de vijftig is gepasseerd.’

Slecht presteren
Minister Blok (VVD) van de Rijksdienst gaat erin mee. De gratis Partiële Arbeidsparticipatie Senioren-regeling (PAS-regeling), in de volksmond beter bekend als de Ouwelullendagen, heeft zijn langste tijd gehad. Maar we moeten het wel redden tot ons 67e jaar, dus komt al snel het fenomeen demotie om de hoek kijken. Demotie, het tegenovergestelde van promotie, werd eerder al door minister Plasterk van Binnenlandse Zaken (PvdA) aangekondigd als een van de strafmaatregelen bij pestende en slecht presterende ambtenaren. Niet zo gek dus dat veel ambtenaren van in de vijftig en zestig het idee van demotie associëren met afstraffen. Maar volgens Paul de Beer, bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam, biedt demotie juist veel mogelijkheden voor oudere ambtenaren.

‘Vroeger had het grote consequenties voor je pensioen, maar door het middelloon heeft demotie niet meer zoveel effect op de pensioenuitkering’, legt de hoogleraar uit. ‘Demotie zou überhaupt niet alleen vanuit financieel oogpunt moeten worden bekeken. Mensen denken bij dit woord voornamelijk aan loon inleveren. Als je het zo presenteert, zal er veel weerstand tegen blijven bestaan. Je moet het zien als het aanpassen van je hele functiepakket, toegespitst op de persoonlijk behoefte van de afbouwende ambtenaar.’

De tijden dat je als ambtenaar kon gaan afbouwen rond je vijftigste liggen allang achter ons, stelt De Beer vast: ‘Zo’n vijf jaar geleden dacht iedereen nog rond zijn zestigste te kunnen stoppen. Maar de huidige generatie jongeren houdt nu al rekening met 67, 70 jaar. Het perspectief is  radicaal veranderd. Op je vijftigste weet je tegenwoordig dat je nog 17 jaar moet. Dat is toch wel degelijk een periode waarin je nog heel veel moet investeren.’

Het woord ‘demotie’ heeft een bijsmaak, geeft ook De Beer toe. ‘Maar feit is dat het voor veel ouderen aantrekkelijk zou zijn om aan het einde van hun loopbaan de aard van hun werkzaamheden een beetje aan te passen. Bijvoorbeeld een manager die de stress te veel vindt worden en liever nog een paar jaartjes in de luwte werkt. Je ziet bijvoorbeeld vaker dat ze dan adviseur worden, nog wel inhoudelijk betrokken maar niet meer verantwoordelijk voor de uitvoering.’

‘We zorgen ervoor dat er weer plaats komt voor jonge ambtenaren,’ is een veelgehoord argument van vijftigers die hadden gerekend op een vroege, betaalde uittreding. Maar die vlieger gaat niet op volgens De Beer: ‘Die regelingen moeten gewoon worden doorbetaald, terwijl er nieuwe ambtenaren worden aangenomen. Daar is dus geen financieel voordeel aan te behalen.’

Uitnodiging voor ruzie
Is het überhaupt een probleem, een ouder wordend ambtenarenkorps? Nee, zegt Marco Ouwehand van FNV Overheid. ‘De beroepsbevolking wordt immers ook ouder.  Ja, de gemiddelde leeftijd van de rijksambtenaar is gemiddeld twee jaar ouder dan gemiddeld. Maar ik vind dat geen dramatisch probleem. Waarom willen we jonger zijn dan de beroepsbevolking? Helemaal als de boodschap is dat we langer door moeten gaan werken. Werkgevers moeten kijken naar wat oudere ambtenaren nodig hebben om hun werk goed te doen, maar dat geldt ook voor zwangere vrouwen en bijvoorbeeld mantelzorgers. Een beetje flexibiliteit dus.’

Ouwehand is daarentegen niet blij met de signalen die minister Blok geeft over de invoering van demotie. ‘Hij geeft aan dat er te veel oudere ambtenaren zijn en dat dat lastig is voor de organisatie. Omdat procedures lang duren en kostbaar zijn, stelt hij daarvoor in de plaats demotie voor. Als je het in zo’n kader zet, dan is het een uitnodiging voor ruzie.’

Onderzoeker Paul Schenderling zegt het maar gewoon recht voor zijn raap: ‘De huidige riante arbeidsvoorwaarden vormen voor oudere werknemers een belemmering’. Hij onderzocht voor het Wetenschappelijk Instituut van het CDA de positie van de oudere werknemer op de arbeidsmarkt. Hij ontdekte een groot probleem: de geringe participatie van de vijftigers en zestigers. De oorzaak: ze zijn te duur en prijzen zichzelf daarom de uit markt. ‘Iedere werknemer krijgt gedurende zijn loopbaan meer kennis en ervaring. Maar als je dit afzet tegen de stijging van hun loon, klimt dat in verhouding harder,’ legt Schenderling uit. ‘Daardoor ontstaat er vanaf de leeftijdsgroep 45-55 jaar een groot maatschappelijk probleem. De arbeidsparticipatie onder oudere werknemers in Nederland is veel lager dan in de landen om ons heen.’ Het CDA pleit naar aanleiding van dit rapport dan ook voor de invoering van demotie.

Schenderling legt uit hoe oudere werknemers weer aantrekkelijk worden voor de werkgever. ‘Als een werkgever de keuze heeft tussen twee personen met hetzelfde salaris, zal die veel sneller kiezen voor de oudere met meer kennis en ervaring.’ De oplossing start wat betreft de onderzoeker al bij de jonge werknemer. Die mag vanaf het begin van zijn loopbaan meer ver­dienen. ‘Het loongebouw moet zo worden ontworpen dat je de looncurve hoger start. Vervolgens zou je de loonschalen korter kunnen maken, zodat je verhoudingsgewijs minder hard in salaris stijgt.’ Overigens is er nog een factor die ervoor zorgt dat oudere ambtenaren al snel hoog in de boom zitten qua salaris. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat een carrière in Nederland niet zelden vanzelf gaat. Als je maar lang genoeg ergens blijft zitten, volgen de promoties automatisch.’

Gezond wantrouwen
En wat vinden de ambtenaren die ‘over the hill’ zijn er zelf van? Terug naar Max Kommer van Young@heart. Hij maakt zich zorgen over hoe de overheid als werkgever met oudere ambtenaren omgaat. ‘Je merkt toch dat werkgevers het niet erg vinden als je ervoor kiest om op eigen kosten eerder te stoppen met je baan. Maar we zijn er, en we mogen er zijn. Dat is ook de reden dat we dit netwerk voor de oudere ambtenaren hebben opgericht.’

Hoewel demotie veel ambtenaren niet meteen als muziek in de oren klinkt, staat het bestuur van Young@heart niet per definitie negatief tegenover de omgekeerde promotie. ‘Er zijn wel degelijk mensen die het aantrekkelijk vinden om op een gegeven moment minder verantwoordelijkheden te krijgen en een bijbehorend salaris. Dat geldt overigens met name voor de ambtenaren die een stevig salaris hebben opgebouwd, hun hypotheek hebben afgelost en de wind mee hebben. Maar er zijn genoeg collega’s die een kleine teruggang in salaris niet kunnen opbrengen. Aan demotie zitten nog veel haken en ogen. Ook belangrijk om rekening mee te houden: een minder betaalde functie is niet automatisch een minder belastende functie. Integendeel: je krijgt er meestal de last van minder zelfstandigheid bij,’ aldus Kommer.

Verder legt de senior-ambtenaar een gezond wantrouwen aan de dag als het gaat om de motieven van de overheidswerkgever. ‘Het wordt gepresenteerd als iets dat goed is voor de mensen zelf, maar er wordt wel erg vanuit de organisatie geredeneerd. Daarom moet je als ambtenaar ook niet zonder meer meegaan in een voorstel voor demotie. Want laten we eerlijk zijn, de overheid heeft zich de afgelopen decennia niet laten zien als de beste werkgever.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie