Advertentie
sociaal / Nieuws

Wmo-beleid op losse schroeven

Gemeenten vrezen dat de hoogste rechter een streep zet door het nieuw ingezette beleid rondom de huishoudelijke hulp. Punt van discussie is nu of gemeenten de eenvoudige schoonmaakhulp (hh1) van de rechter wel mogen versoberen of schrappen.

19 juni 2015

‘Als dat niet mag, hebben we een groot probleem en met ons een kwart van alle gemeenten. Bovendien gaat dan de essentie van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) onderuit.’ Dat stelt de Oosterhoutse wethouder Marian Janse (Wmo). Oosterhout is op 1 januari gestopt met het aanbieden van huishoudelijke hulp als maatwerkvoorziening. Maar ook gemeenten die de hulp hebben versoberd of op een andere leest hebben geschoeid, zoals Oss, zijn al door de rechter op de vingers getikt of vrezen dat dit gaat gebeuren.

Oss wacht met spanning op een uitspraak van de meervoudige kamer van de Bossche rechtbank. Als die nadelig uitpakt voor de gemeente, stapt Oss naar de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Voor zover bekend is Oss daarmee de eerste gemeente die zich sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) tot de hoogste rechter wendt. ‘Wij, maar ik denk alle gemeenten, smachten naar een duidelijke uitspraak van de Centrale Raad van Beroep’, stelt Wmo-consulent Chantal van Geffen.

In Oosterhout moeten mensen sinds begin dit jaar de ‘poetshulp’ in principe zelf regelen en betalen, maar kunnen indien nodig daarbij (financiële) hulp krijgen. De geest, of anders gezegd, de essentie van de Wmo 2015 was voor Oosterhout de belangrijkste reden om met ‘hh1’ te stoppen. Janse: ‘Wat je zelf kunt doen, moet je zelf doen. De gemeenteraad heeft unaniem besloten dat mensen deze ondersteuning voortaanzelf moeten regelen. Als mensen dat niet kunnen, helpen we ze daarbij.’

Contrair
Het nieuwe beleid leverde Oosterhout 300 bezwaarschriften op. Inmiddels heeft de adviescommissie bezwaarschriften het eerste bezwaarschrift afgehandeld en geoordeeld dat het college met het stopzetten van de hh1 ‘buiten de beleidsruimte’ van de Wmo 2015 is getreden. Het college is contrair gegaan en verklaarde het bezwaarschrift ongegrond. ‘Past ons beleid binnen de Wmo 2015; dat is nu dus punt van discussie. Wij menen dat dit wel het geval is’, benadrukt Janse. ‘Omdat de jurisprudentie over de huishoudelijke hulp te beperkt is en juridisch en inhoudelijk van elkaar verschilt, wachten we met eventuele aanpassing van ons beleid tot de Centrale Raad van Beroep hierover een uitspraak heeft gedaan. Als we ons beleid moeten aanpassen, is dat heel erg.’

Oss hoopt over uiterlijk vijf weken het vonnis van de meervoudige kamer in Den Bosch te ontvangen. In Oss wordt een indicatie niet meer vertaald in het aantal uren schoonmaakhulp, maar in aandachtsgebieden; bijvoorbeeld zwaar of licht huishoudelijk werk of wasverzorging. De zorgverlener krijgt op basis daarvan een vast bedrag per jaar per cliënt; in onderling overleg moeten zij afspraken maken wat en met welke frequentie in huis wordt gepoetst. Uiteindelijk moet de zorgverlener zorgdragen voor een ‘leefbare’ woning. Inwoners met een persoonsgebonden budget (pgb) krijgen een (vast) bedrag, afgeleid van de zorg in natura. ‘In de praktijk betekent het nieuwe beleid voor mensen met zorg in natura dat er minder uren wordt gepoetst en bij de pgb-houders met een hoog budget dat ze behoorlijk wat van hun ‘oude’ budget hebben moeten inleveren. Voor sommige pgb-houders de helft’, verduidelijkt Van Geffen.

Rechtszekerheid in geding
Op 2.300 beschikkingen kreeg de gemeente 135 bezwaarschriften binnen. Acht van de bezwaarmakende pgb-houders hebben bij de bestuursrechter aangeklopt, nadat het college tegen het advies van de commissie bezwaarschriften contrair was gegaan. Deze commissie vindt dat het ‘bestreden besluit wegens strijd met het beginsel van rechtszekerheid niet in stand kan blijven en dient te worden herroepen’. De enkelvoudige kamer heeft zich inmiddels over zeven van de acht zaken gebogen. Een uitspraak is er nog niet. De achtste is begin deze maand ter zitting gekomen bij de meervoudige kamer.

Volgens de rechter staat overigens niet de schending van het rechtszekerheidsbeginsel ter discussie, maar de geïndiceerde uren. ‘Uit de zitting bleek dat de rechter vindt dat – als er niets is veranderd in de persoonlijke situatie van de cliënt – niets mag worden gewijzigd in de hem eerder toegewezen uren huishoudelijke hulp’, vertelt Van Geffen. ‘De discussie richtte zich vervolgens alleen nog op wat een reëel uurtarief is.’ Dat zal niet alleen een lastige worden om te bepalen, maar ‘als we die kant op gaan, moeten we weer uren indiceren. Hoe verhoudt zich dat tot het kantelingsprincipe, waarbij we van mensen vragen wat ze zelf of hun omgeving kunnen doen en pas daarna professionele hulp inschakelen?’ Met Oosterhout meent Oss dat daarmee de grondslag van de Wmo onderuit wordt gehaald. Als de rechter Oss op de vingers tikt, stapt de gemeente naar de Centrale Raad van Beroep. Tot dat de CRvB een uitspraak doet, verandert ook Oss zijn beleid niet. Naast Oss en Oosterhout lopen ook in diverse andere gemeenten beroepszaken.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie