Advertentie
sociaal / Nieuws

Verdeelmodel bijstand onderschat prijscomponent

De prijs­component en lokale omstandigheden worden onvoldoende meegenomen in het verdeelmodel voor bijstandsuitkeringen, waardoor vooral grote gemeenten met een structureel tekort kampen. Dat blijkt uit rapporten van APE en van Berenschot.

07 juli 2017

Het verdeelmodel voor bijstandsuitkeringen houdt te weinig rekening met de prijs­component en lokale omstandigheden, waardoor vooral grote gemeenten met een structureel tekort kampen. Dat blijkt uit rapporten van APE en van Berenschot.

Structurele tekorten

Volgens onderzoeker Leo Aarts van APE is duidelijk dat het verdeelmodel 2017 niet goed aansluit bij de objectieve maatschappelijke opgaven in de G4. Dat blijkt uit zijn onderzoek naar die aansluiting in opdracht van de G4. Toepassing van het huidige objectieve verdeelmodel leidt bij alle vier tot structurele tekorten op het BUIG-budget. In Amsterdam is dat tekort 6,7 procent, in Rotterdam 9,9, in Den Haag 16 en in Utrecht 16,3 procent. Volgens het objectieve verdeelmodel is dat te wijten aan de effectiviteit van beleid en uitvoering. Maar volgens de G4 onderschat het model de omvang van hun maatschappelijke opgaven en is het verdeelmodel in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel.


Bijbanenmarkt

Aarts constateert dat het gemiddeld betaalde bedrag ook samenhangt met de mogelijkheden op de bijbanenmarkt en de concurrentie aldaar van jongeren en studenten. Dat gaat in tegen de aanname van het verdeelmodel dat het verschil tussen wettelijke bruto uitkeringsnormen en gemiddeld betaalde bedragen volledig afhankelijk is van beleid en uitvoering. ‘Deze omissie van het objectief verdeelmodel werkt in het nadeel van gemeenten met een sterke centrumfunctie, een hoge stedelijkheid en daarmee samenhangende cumulatie van maatschappelijke problematiek’, schrijft hij. Het verdeelmodel onderschat de maatschappelijke bijstandsopgaven van de G4 en doet hen dan ook geen recht. De gemeenten hebben weinig mogelijkheden om de structurele tekorten terug te dringen door beleid aan te passen. Volgens Aarts lijkt het praktisch haalbaar objectieve elementen van de prijscomponent in de budgettoedeling te verwerken. 


Almere en Groningen

Ook andere grote steden, zoals Groningen en Almere, hebben structurele tekorten op het BUIG-budget. Groningen kent een verwacht jaarlijks tekort van 13 miljoen euro. Almere ging van een besparing van 3 miljoen in 2016 naar een verwacht tekort van 7,5 miljoen in 2017. Adviseur Martin Heekelaar van Berenschot onderzocht het bijstandsbudget in Almere. Ook hij concludeert dat een aantal gemeenten groot nadeel ondervindt van de prijscomponent. ‘Als je gaat budgetteren, moet je niet alleen veronderstellingen maken over het aantal mensen met een uitkering (het volume), maar ook over factoren die de hoogte van de gemiddelde uitkering bepalen, zoals het aantal gewerkte uren naast de uitkering. Daar loopt het mis.’

Rfv: onderzoek prijscomponent

De G4 gaan ervan uit dat de staatssecretaris het APE-rapport serieus zal bestuderen en vertrouwen erop dat de bevindingen de basis vormen voor aanpassing van het verdeelmodel. De gemeenten zouden graag zien dat deze aanpassingen zo spoedig mogelijk worden doorgevoerd, indien mogelijk al in het verdeelmodel van 2018. In het recente advies van de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) ziet de G4 hun visie bevestigd. In dat advies stelt de Rfv voor aan staatssecretaris Klijnsma om het verdeelmodel inkomensdeel Participatiewet 2018 in te voeren, maar ook onderzoek te doen naar de prijscomponent, en in het bijzonder naar de factor “deeltijdwerk”.

Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 13 van deze week. (inlog)

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie