Advertentie
sociaal / Nieuws

‘Upcoding’ oorzaak tekorten op jeugdhulp

Het fenomeen ‘upcoding’ − waarbij de zorgbehoefte van de cliënt administratief zwaarder wordt voorgesteld dan in werkelijkheid het geval is − is een van de oorzaken van de gemeentelijke tekorten op de jeugdhulp. Dat blijkt uit de ‘Benchmarkanalyse uitgaven jeugdhulp in 26 gemeenten’ dat in opdracht van het ministerie van VWS is uitgevoerd.

25 april 2019

Bij jongeren wordt zwaardere zorg ingezet dan nodig is. Gemeenten betalen de rekening. Dit fenomeen ‘upcoding’ − waarbij de zorgbehoefte van de cliënt administratief zwaarder wordt voorgesteld dan in werkelijkheid het geval is − is een van de oorzaken van de gemeentelijke tekorten op de jeugdhulp.

Zwaardere problematiek

Ook is de problematiek van jongeren die door de wijkteams worden geholpen, zwaarder geworden. Omdat het aantal jongeren dat via wijkteams wordt geholpen niet afneemt, leidt dit tot hogere uitgaven. Bij kleinere gemeenten leiden kleine schommelingen in het aantal jongeren met relatief dure jeugdhulp tot relatief grote schommelingen van de gemiddelde uitgave per jongere. Dat blijkt uit de ‘Benchmarkanalyse uitgaven jeugdhulp in 26 gemeenten’. Die analyse is woensdag door minister De Jonge (VWS) naar de Tweede Kamer gestuurd. Uit die analyse blijkt dat de gemiddelde uitgave per jongere in jeugdhulp per jaar is toegenomen. 

Tarief

‘De toename van de uitgaven zien we als het product van het volume, de intensiteit van de zorg en het tarief’, aldus de onderzoekers. Dat volume is in de periode 2015-2017 gestegen met 12,1 procent. De toename in uitgaven loopt niet gelijk met de kostenontwikkeling bij aanbieders. Inkooptrajecten, het toegenomen aantal financiers, beleidsverschillen tussen gemeenten en de druk op de arbeidsmarkt leiden tot kostenverhoging bij leveranciers, zo blijkt uit de gesprekken die de onderzoekers met aanbieders hebben gehad. ‘Voor zover zij dit niet konden verdisconteren in tarieven hebben zij dit opgevangen via efficiëntieverbetering, bijdragen van andere onderdelen van een concern of het (eigen) vermogen.’ Hier is geen onderzoek naar gedaan, tekenen de onderzoekers aan.

Forse interventie

De introductie van het objectief verdeelmodel 2016 heeft een aantal gemeenten parten gespeeld. De inkomsten vanuit het rijk zagen zij tot meer dan 20 procent afnemen. ‘Deze gemeenten lukt het niet om de uitgaven in hetzelfde tempo bij te sturen’, aldus de onderzoekers. Het gat tussen inkomsten en uitgaven zien zij alleen maar toenemen. Het bijpassen vanuit andere beleidsdomeinen of de eigen reserves is volgens gemeenten geen duurzame oplossing. De overschotten op de Wmo uit eerdere jaren zijn omgeslagen in tekorten en college en raad staan niet te trappelen om op andere beleidsterreinen te beknibbelen ten gunste van de jeugdhulp. ‘Dit leidt bij deze gemeenten tot extra nadruk op financiële sturing, beperking van investeringsruimte en mogelijk tot een forse interventie om de uitgaven te beperken.’

Sturingsvariabelen

Gemeenten met een groter aantal aanbieders hebben een iets hoger tekort, zo blijkt verder uit het onderzoek. Gemeenten die meer kwijt zijn aan de wijkteams, hebben een iets lagere gemiddelde uitgave per jongere per jaar. Voor sturingsvariabelen zoals inkoopvorm, budget- of volumegrenzen, zijn geen verbanden gevonden. Omdat de benchmark onder een gering aantal gemeenten is uitgevoerd, willen de onderzoekers hier geen keiharde uitspraken over doen.

Politieke druk

Gemeenten worstelen met investeringen in de jeugdhulp, die aan een kant noodzakelijk zijn, maar in het begin niets opleveren en alleen maar geld kosten. Geld dat ook hard nodig is om een toename van wachtlijsten te voorkomen of om aanbieders te compenseren die de budgetgrenzen overschrijden. Er is politieke druk om de tekorten weg te werken. Gemeenten en aanbieders vrezen dat dit ten koste gaat van de transformatie.

Dilemma’s

Er komen nog meer gemeentelijke dilemma’s uit het onderzoek naar voren. Het open einde karakter van de Jeugdwet met begrensde (rijks)budgetten is er een van. Het dichtbij organiseren van jeugdhulp leidt tot een toename van het aantal jongeren dat voor hulp aanklopt. Vanwege de keuzevrijheid van jongeren en het gezin is het voor gemeenten lastig om regie te voeren en het zorggebruik te beperken. Ook het (ontbreken van) grip op verwijzingen van huisartsen en medisch specialisten ervaren gemeenten als dilemma. Gemeenten die samen met huisartsen praktijkondersteuner huisarts (POH) voor de jeugd inzetten, geven aan dat dit voordelen oplevert. Samen wordt dan gewerkt aan de verbetering van de verwijzing of alternatieve inzet van hulp.

Risicofactoren

Ontwikkelingen in het onderwijs, de GGZ en de Wet langdurige zorg (Wlz) worden door de onderzochte gemeenten als risicofactoren voor de ontwikkeling van de vraag naar jeugdhulp bestempeld. Zo zijn er discussies met scholen over de verantwoordelijkheid voor de problemen van jongeren. ‘Gemeenten ervaren dat scholen die moeite hebben om kinderen waar iets mee aan de hand is, niet altijd bereid zijn om deze kinderen goede ondersteuning te bieden’, aldus het onderzoek. De jongeren komen terecht in de jeugdhulp en de gemeente krijgt de rekening. ‘Dit heeft op verschillende plaatsen geleid tot discussies over ‘grenzen’ tussen onderwijs en gemeente omtrent de bekostiging van hulp.’ Gemeenten zien een groeiend aantal gezinnen met (complexe) ggz-problematiek in de wijk. Die leidt ook tot een stijging van de vraag naar jeugdhulp. Ook vragen gemeente zich af of sommigen jongeren eigenlijk niet in de Wlz thuishoren.

Reacties: 9

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

JaapvV / adviseur
'Het dichtbij organiseren van jeugdhulp leidt tot een toename van het aantal jongeren dat voor hulp aanklopt.'. Dat was toch het doel van de WMO? Hulp dichtbij? Uit de rest van het verhaal blijkt overduidelijk het ontbreken van een inhoudelijke gemeentelijke visie, de ontkenning van mogelijke inhoudelijke invloeden op een probleemlozer jeugd vanuit andere beleidsterreinen (inrichting van de woonomgeving, invloed van educatie, schuldhulpverlening) en een analyse van de juegdhulpaanpak door aanbieders van jeugdhulp.
Arlette Sprokkereef / Bestuurder
Helaas weer een tendentieuze koop, die de lading van het artikel niet dekt. Dat de budgetten met 20 % korting zijn overgeheveld naar de gemeenten is de primaire oorzaak. 12 % stijging valt dan alleszins mee, omdat de kosten toenemen door gewoon stijging van salarissen, toenemende administratieve lasten om de proocessen bij gemeente en aanbieders af te handelen. Dus eigenlijk is er een enorme stap gemaakt. Meer kinderen geholpen met na 4 jaar nog steeds minder kosten op makro niveau.
GJ van Vorst / Coördinator bedrijfsvoering
@Jaap: rapport gelezen? Dan zie je dat er 450-700 miljoen uit de jeugdhulpkas is geroofd door VWS en niet aan de gemeenten is uitgekeerd. Dat komen ze nu landelijk zo'n beetje tekort. Daar hoef je geen onderzoek naar te doen.Dat is een feit.
GJ van Vorst / Coördinator bedrijfsvoering
@Arlette: dank. Ik vind dat we als aanbieders en gemeenten inderdaad eerder TAART verdienen dan HOON. We hebben met minder geld, méér kinderen en ouders kunnen ondersteunen. Daar hoor je (bijna) niemand over. En in relatie tot de kostenstijging bij de 18+ zorg, is de jeugdzorgkostenstijging niet hoger. Dus in lijn met de landelijke zorgtrend over de hele linie....
H. Wiersma / gepens.
Er kan beter meer geld worden ingezet voor preventieve maatregelen richting jeugd en ouders.
WvD / SW
Deze Ark van de Jeugdhulp is mede als gevolg van de systeemwijzigen aardig lek. Een beetje schipper zou een boot die door zoveel (financieel) oncontroleerbare watergaten al lang op de kust hebben gezet. Alvorens het helemaal onbestuurbaar wordt en je op de klippen loopt. Of is dit de aanpak via het principe; "de wal zal het schip wel keren" waarbij de jeugd eerst "tussen wal en schip" moet komen?
Frank
Wat een openheid en moment van zelfreflectie. ??
JaapvV / adviseur
@G.J.: met alle respect: Geld is absoluut niet alles bepalend voor de tekorten in de jeugdzorg. Het het benchmarkrapport maakt het er niet beter op. Zo te lezen weten nog steeds weinigen aan zowel de vraag- als de aanbiederskant consensus te bereiken over waarmee ze precies bezig zijn. Op welke gronden wijkteams jeugdzorg toewijzen. Welke inhoudelijke argumenten aanbieders hebben om hogere tarieven te vragen en meer zorg te verlenen (behalve op basis van niet na getrokken redenen als meer administratie, moeilijker inkooptrajecten en dergelijke). Ik kan alleen maar concluderen dat zowel de noodzakelijke data ontbreken als de kritische procesindicatoren om jeugdhulp nu eindelijk eens eenduidig te structureren en daarbij grenzen aan te geven. Zowel inhoudelijk als financieel.
H. Wiersma / gepens.
Hulpverleners in de zorgsector zijn meesters in elkaar het (financiële) balletje toespelen. Ga daar de tanden maar eens op stuk bijten. Het heeft ook te maken met de commercialisering binnen deze sector.
Advertentie