Steeds meer armoede onder huurders

Armoede onder huurders neemt toe. Na aftrek van hun woonlasten kunnen nu al 724.000 huurders noodzakelijke uitgaven voor het levensonderhoud niet betalen. In 2017 zitten naar verwachting 891.000 huurders onder de armoedegrens, stelt de Woonbond donderdag op basis van onderzoek.

Sinds 1 juli dit jaar mogen de huren van het kabinet harder stijgen dan de inflatie. En om de door het Rijk opgelegde verhuurdersheffing te compenseren, schroeven veel verhuurders hun huurprijzen momenteel flink op.
 
Inkomen blijft achter

In combinatie met stijgende energieprijzen en een achterblijvende inkomensontwikkeling drukt het kabinetsbeleid volgens de Woonbond zwaar op de portemonnees van huurders. Het deel dat zij van hun inkomen kwijt zijn aan woonlasten, zal de komende 4 jaar stijgen van ruim 29 naar bijna 33 procent, voorziet de huurdersbelangenvereniging.
 
Huurbeleid aanpassen 

Woonbond-directeur Ronald Paping roept het kabinet op zijn huurbeleid aan te passen. Nu komt ongeveer de helft van de huurders van gereguleerde huurwoningen (1,3 miljoen huishoudens) op grond van hun inkomen in aanmerking voor huurtoeslag. Toch houdt de helft van deze groep na aftrek van woonlasten onvoldoende over, blijkt uit cijfers van de Woonbond.
 
Regionale verschillen 

Er zijn wel flinke regionale verschillen in de woonlasten van huurders. Huurders in het noordoosten van Nederland staan er door de bank genomen het minst gunstig voor. Dat komt vooral door de lage besteedbare inkomens van huurders in Drenthe en Groningen.